31 142
Wijziging van de Experimentenwet Kiezen op Afstand in verband met de verlenging van de werkingsduur van die wet

nr. 13
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 oktober 2008

Op 2 juli 2008 is er in het algemeen overleg met de vaste commissie voor BZK en de vaste commissie voor V&W inzake het internetstemmen bij de waterschapsverkiezingen (Kamerstuk 31 200 VII/31 142, nr. 76) ook stilgestaan bij het tellen van de stemmen. Ik heb toegezegd de waterschappen te vragen de eigenschappen van het daarvoor gebruikte systeem in kaart te brengen en deze informatie aan u toe te sturen.

Met deze brief voldoe ik aan dat verzoek. Als bijlage treft u het gevraagde document van het Waterschapshuis aan.1 In dat document wordt de voorziening briefstemmen beschreven, alsmede ingegaan op de uitkomsten van het uitgevoerde testen van het systeem.

In het genoemde overleg heb ik ook toegezegd u nader te informeren over de bescherming van de namen van groepen die deelnemen aan de waterschapsverkiezingen. Een van uw leden sprake de veronderstelling uit dat deze namen minder goed beschermd zouden zijn dan onder de Kieswet.

Ik kan u melden dat deze zorg ongegrond is. De registratie van de aanduiding van een belangengroepering wordt geregeld in de artikelen 2.9 t/m 2.15 van het Waterschapsbesluit. Deze zijn rechtstreeks ontleend aan artikel G 1 van de Kieswet. Het enige verschil ligt in het feit dat er bij de waterschapsverkiezingen, in tegenstelling tot verkiezingen onder de Kieswet, geen doorwerking plaatsvindt van registraties bij het centraal stembureau. Groeperingen die in meer dan één waterschap willen deelnemen, moeten zich bij ieder waterschap afzonderlijk laten registreren.

Het risico dat een willekeurige belangengroepering een afkorting van een bestaande politieke partij kan laten registreren is niet aanwezig, omdat het stembureau afwijzend op een registratieverzoek moet beslissen indien de aanduiding misleidend is voor de kiezers. Indien een stembureau wel een mogelijk misleidende aanduiding zou registreren, kan tegen dat besluit direct beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

De staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J. C. Huizinga-Heringa


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven