31 142
Wijziging van de Experimentenwet Kiezen op Afstand in verband met de verlenging van de werkingsduur van die wet

nr. 10
LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 16 mei 2008

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties1 heeft een aantal vragen voorgelegd aan de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat over de brief van 27 maart 2008 inzake de goedkeuring van de internetstemvoorziening voor de waterschapsverkiezingen (Kamerstuk 31 142, nr. 9).

De staatssecretaris heeft deze vragen beantwoord bij brief van 15 mei 2008. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie,

Leerdam

Adjunct-griffier van de commissie,

Elagab

1

Kunt u aangeven of bepalingen uit de Kieswet, zoals bijvoorbeeld naamgeving van politieke partijen, van toepassing worden op de verkiezingen voor de waterschappen?

De Kieswet is niet van toepassing op de waterschapsverkiezingen. De waterschapsverkiezingen zijn geregeld in de Waterschapswet en het Waterschapsbesluit. In deze regeling is wel aansluiting gezocht bij de relevante bepalingen uit de Kieswet. Ook de registratieprocedure van de aanduidingen waarmee belangengroeperingen bij de verkiezingen op de kandidatenlijst wensen te worden vermeld is analoog aan de Kieswet.

2

Bent u bereid de goedkeuringsprocedure (motie-Kalma c.s. 31 142, nr. 7) voor de waterschapsverkiezingen in 2008 tijdig aan de Kamer voor te leggen?

In mijn brief van 27 maart 2008 heb ik al aangegeven op welke wijze ik invulling geef aan de goedkeuringsprocedure van de internetstemvoorziening voor de waterschapsverkiezingen van 2008. De ministeriële regeling is bijgevoegd1.

3

Wordt het algemeen openbaar protocol voor alle waterschappen gezamenlijk vastgesteld?

Volgens de wet is ieder waterschap zelf verantwoordelijk voor de organisatie van de verkiezingen. Voor de verkiezingen van 2008 hebben de waterschappen de uitvoering gezamenlijk ter hand genomen en zullen de door de waterschapsbesturen vast te stellen protocollen dan ook gelijkluidend zijn.

4

Acht u het denkbaar dat er nog andere internetvoorzieningen, behalve het Rijnland Internet Election System (hierna: RIES), ter goedkeuring worden aangeboden?

Nee, gezien de benodigde voorbereidingstijd acht ik dit niet meer denkbaar voor de verkiezingen van 2008.

5

Waarom maakt u de broncode pas uiterlijk 1 juli 2008 openbaar, als de internetvoorziening RIES al gereed en beschikbaar is?

Het openbaar maken van de broncode was afhankelijk van de verkrijging van de volledige eigendomsrechten door de waterschappen. Nu dat inmiddels is gebeurd, hebben de waterschappen mij verzekerd dat zij de broncode spoedig zullen publiceren. In de ministeriële regeling heb ik voorgeschreven dat dat vóór 1 juli 2008 moet plaatsvinden.

6 en 7

Is de procedure om te komen tot de keuze voor RIES conform de regels gelopen?

Zijn er problemen te verwachten in het kader van de Europese aanbestedingsregels bij de keuze voor RIES?

De keuze van de stemvoorziening is een zaak van de waterschappen. Zij dienen zich daarbij te houden aan de geldende regels, waaronder de Europese aanbestedingsregels. De Waterschapswet stelt overigens geen regels aan de keuzeprocedure van de stemvoorziening.

8

Hebt u, indien RIES niet blijkt te voldoen aan de eisen in de algemene maatregel van bestuur en de ministeriële regeling, een ander alternatief voor internetstemmen voor de waterschapsverkiezingen in november 2008?

De Waterschapswet gaat uit van het bij waterschappen gebruikelijke poststemmen als basisregel. Daarnaast staat het de waterschappen vrij om internetstemmen aan te bieden, mits de voorziening voldoet aan de wettelijke eisen. Mocht mijn oordeel over de internetstemvoorziening negatief zijn, dan zullen de waterschappen alleen poststemmen aanbieden in november 2008. Een alternatief is dus voorhanden.

9

Acht u de tijd tussen publicatie van de broncode en de verkiezingen voor derden lang genoeg om de broncode te kunnen beoordelen? Zo ja, waarom?

Ik acht een periode van 4 tot 6 maanden een redelijke termijn.

10

Ziet u kans de voorschriften aan een internetstemdienst uit het Waterschapsbesluit te vertalen in heldere technische eisen?

Het Waterschapsbesluit geeft naar mijn mening duidelijk weer waar de internetstemvoorziening voor de waterschapsverkiezingen aan zou moeten voldoen. De waarborgen waar geen inbreuk op gemaakt mag worden zijn in de artikelen 2.45 en 2.58 helder weergegeven. In aanvulling daarop dient op grond van artikel 5 van de ministeriële regeling ook getoetst te worden aan de aanbevelingen van de Raad van Europa (Legal, Operational and Technical Standards for E-voting, Rec(2004)11). Dit geheel vind ik voldoende kaderstellend voor het oordeel omtrent te goedkeuring. Juist de formulering in termen van «waarborgen» biedt, meer dan (eng) geformuleerde technische eisen, mij ruimere mogelijkheden om de internetstemvoorziening te toetsen. De uitkomst van het onderzoek dat door de onafhankelijke organisatie (zie het antwoord op vraag 13) wordt verricht, en waarop ik mijn beslissing zal baseren, wordt ook vertaald naar de eisen die gesteld zijn in het Waterschapsbesluit.

11 en 12

Heeft de – nog aan te wijzen – onafhankelijke organisatie de taak en de bevoegdheid om te keuren volgens eisen die niet of minder streng in de regelingen gesteld zijn?

Kunnen geconstateerde zwakheden, die geen overtreding van de regelingen behelzen, leiden tot een negatief oordeel over de stemdienst?

De instantie die ik aanwijs heeft niet de taak en de bevoegdheid om te keuren, maar heeft de opdracht om mij breed te adviseren. Het advies moet mij in ieder geval in staat stellen om een oordeel te vormen over de mate waarin de voorziening voldoet aan de gestelde eisen. Door hun karakter zijn de gestelde eisen in de amvb en de ministeriële regeling veelomvattend en bieden zij ruime mogelijkheden om te toetsen.

13

Aan welke onafhankelijke organisatie voor advies, onderzoek en keuring denkt u?

In de ministeriële regeling is Fox-IT te Delft aangewezen als instantie die het onderzoek uitvoert en mij adviseert. De feitelijke goedkeuring van de voorziening is mijn bevoegdheid.

14

Worden ook andere partijen betrokken bij het advies, onderzoek en/of keuring? Zo ja, welke partijen?

Ik heb geen andere partijen op het oog om te betrekken bij de procedure.

15

Bent u bereid, gelet op het feit dat de waterschapsverkiezingen in november 2008 plaatsvinden, de procedure te versnellen zodat uw besluit over de toelaatbaarheid van het gebruik van de internetstemvoorziening ruim voor 1 juli 2008 vast staat?

Uit oogpunt van zorgvuldigheid is de periode tot 1 september voor de afronding van de goedkeuringsprocedure nodig. Ik wil de beschikbare tijd maximaal benutten om de door mij aangewezen instantie de gelegenheid te geven zich een gedegen oordeel te kunnen vormen over de voorziening en daarin ook de meest recente informatie over RIES te kunnen meenemen. De waterschappen zijn nog tot eind juni bezig met het testen en zo nodig verbeteren van de voorziening. Daarna is tijd nodig voor de advisering aan mij en voor mijn besluitvorming. De datum van 1 september is afgestemd met de waterschappen: deze datum is nog tijdig voor het moment waarop de waterschappen uiterlijk dienen te besluiten over het wel of niet aanbieden van internetstemmen.

16

Op welke manier gaat u de Kamer betrekken bij de keuringsopdracht en het eindoordeel over de toelaatbaarheid van de internetstemvoorziening bij de waterschapsverkiezingen?

In mijn brief van 27 maart 2008 heb ik u een omschrijving gegeven van de procedure. Deze is inmiddels vastgelegd in de ministeriële regeling, die ik u hierbij meezend. De opdracht aan Fox-IT is verstrekt en zal leiden tot een advies aan mij, zodat ik u direct na het zomerreces kan informeren over de conclusies van het advies en mijn oordeel over de voorziening.

17

Bent u bereid de uitslag van het onderzoek van de onafhankelijke organisatie toe te sturen naar de Kamer alvorens u een oordeel vormt over de toelaatbaarheid van de internetstemvoorziening?

Gezien de beperkte tijd en mijn wens om een besluit te nemen op basis van een gedegen advies geef ik er de voorkeur aan u te informeren over de uitkomsten van het onderzoek op het moment dat ik u ook op de hoogte stel van mijn oordeel, direct na het zomerreces.


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van Beek (VVD), Van der Staaij (SGP), De Pater-van der Meer (CDA), Van Bochove (CDA), Duyvendak (GL), Hessels (CDA), Gerkens (SP), Haverkamp (CDA), Leerdam (PvdA), voorzitter, De Krom (VVD), ondervoorzitter, Griffith (VVD), Boelhouwer (PvdA), Irrgang (SP), Kalma (PvdA), Schinkelshoek (CDA), Van der Burg (VVD), Brinkman (PVV), Pechtold (D66), Van Raak (SP), Thieme (PvdD), Kuiken (PvdA), Leijten (SP), Heijnen (PvdA), Bilder (CDA) en Anker (CU).

Plv. leden: Teeven (VVD), Van der Vlies (SGP), Van de Camp (CDA), Smilde (CDA), Van Gent (GL), Knops (CDA), Polderman (SP), Spies (CDA), Wolbert (PvdA), Aptroot (VVD), Zijlstra (VVD), Vermeij (PvdA), Van Gerven (SP), Heerts (PvdA), Çörüz (CDA), Remkes (VVD), De Roon (PVV), Van der Ham (D66), Van Bommel (SP), Ouwehand (PvdD), Timmer (PvdA), De Wit (SP), Kraneveldt-van der Veen (PvdA), Van Haersma Buma (CDA) en Cramer (CU).

XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven