nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de omstandigheid dat opneming
met toepassing van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen
of een verpleging in een forensisch psychiatrisch centrum kan leiden tot onverzekerdheid,
schulden of dakloosheid in voorkomende gevallen onwenselijk is en dat het
wenselijk is de doelgroep van de langdurigheidstoeslag uit te breiden met
gedeeltelijk arbeidsgeschikten;
Zo is het dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Wet werk en bijstand wordt als volgt gewijzigd:
A
Aan artikel 13, derde lid, wordt een zin toegevoegd, luidende: Het eerste
lid, onderdeel a, is, voor zover het het recht op bijzondere bijstand betreft,
niet van toepassing op de persoon aan wie rechtens zijn vrijheid is ontnomen
op grond van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen,
dan wel van artikel 37, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht of, na
ontslag van alle rechtsvervolging, van artikel 37b, eerste lid, van het Wetboek
van Strafrecht.
B
Artikel 36, vierde lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel a, wordt vervangen door:
a. die recht heeft op een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen
naar arbeidsvermogen, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Wet
arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen of de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening
jonggehandicapten, en.
2. Onderdeel b vervalt.
3. Onderdeel c wordt verletterd tot onderdeel b.
C
Artikel 64 wordt als volgt gewijzigd:
1. Aan het eerste lid wordt, onder vervanging van de punt aan het
slot van onderdeel n door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
o. de geneesheer-directeur, bedoeld in de Wet bijzondere opnemingen
in psychiatrische ziekenhuizen.
2. Onder vernummering van het tweede tot en met het elfde lid tot
derde tot en met twaalfde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
2. De geneesheer-directeur, bedoeld in het eerste lid, onderdeel
o, verstrekt slechts opgaven en inlichtingen indien:
a. deze noodzakelijk zijn voor de uitvoering van artikel 13, derde
lid, laatste zin; en
b. deze betrekking hebben op:
1°. de opneming;
2°. het ontslag;
3°. het verleende verlof; of
4°. het ingetrokken verlof.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst. Deze wet werkt met uitzondering
van artikel I, onderdeel B, terug tot en met 29 augustus 2006.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,