nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het uit een oogpunt van administratievelastenverlichting
wenselijk is boek 2 van het Burgerlijk Wetboek te wijzigen met het oog op
het daarin neerleggen van de mogelijkheid voor kleine rechtspersonen om de
jaarrekening op te stellen op basis van de grondslagen zoals die gelden voor
de aangifte vennootschapsbelasting;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:
A
In de artikelen 49 lid 1 en 300 lid 1 wordt telkens de zinsnede «396
lid 6, eerste volzin,» vervangen door: 396 lid 7.
B
In de artikelen 58 lid 1, 101 lid 1 en 210 lid 1 wordt telkens de zinsnede «396
lid 6» vervangen door: 396 lid 7.
C
Artikel 396 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt de zinsnede «De leden 3 tot en met
8» vervangen door: De leden 3 tot en met 9.
2. Onder vernummering van de leden 6 tot en met 8 tot de leden 7
tot en met 9, wordt een lid ingevoegd, luidende:
6. In afwijking van afdeling 6 van deze titel komen voor de waardering
van de activa en passiva en voor de bepaling van het resultaat ook in aanmerking
de grondslagen voor de bepaling van de belastbare winst, bedoeld in hoofdstuk
II van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, mits de rechtspersoon daarbij
alle voor hem van toepassing zijnde fiscale grondslagen toepast. Indien de
rechtspersoon deze grondslagen toepast, maakt zij daarvan melding in de toelichting.
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld omtrent
het gebruik van deze grondslagen en de toelichting die daarbij gegeven wordt.
3. In lid 9 (nieuw), onder a, wordt de zinsnede «de in lid
7 bedoelde stukken» vervangen door: de in lid 8 bedoelde stukken.
D
In artikel 398 lid 2 wordt de zinsnede «Artikel 396 leden 3 tot
en met 7» vervangen door: Artikel 396 leden 3 tot en met 8.
ARTIKEL II
1. Deze wet treedt in werking op de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
2. De artikelen van deze wet zijn van toepassing op jaarrekeningen
en jaarverslagen die worden opgesteld over de boekjaren die zijn aangevangen
op of na 1 januari 2007.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Justitie,