Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2006-2007 | 31131 nr. 2 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2006-2007 | 31131 nr. 2 |
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is uitvoering te geven aan Richtlijn nr. 2005/68/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 16 november 2005 betreffende herverzekering en houdende wijziging van Richtlijnen 73/239/EEG en 92/49/EEG van de Raad en van Richtlijnen 98/78/EG en 2002/83/EG (PbEG L 323), teneinde regels te stellen met betrekking tot het uitoefenen van het bedrijf van herverzekeraar en het toezicht op de naleving van die regels;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De Wet op het financieel toezicht wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 1:1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In de definitie van «clearinginstelling met zetel in een niet-aangewezen staat» wordt na het woord «toezicht» ingevoegd: op clearinginstellingen.
2. Na de definitie van «elektronischgeldinstelling» worden twee definities ingevoegd, luidende:
entiteit voor risico-acceptatie: instelling, niet zijnde een verzekeraar, die door een verzekeraar overgedragen risico’s accepteert en de acceptatie van die risico’s uitsluitend financiert door van derden gelden aan te trekken terzake waarvan de terugbetalingsverplichtingen zijn achtergesteld bij de betalingsverplichtingen die ontstaan uit het accepteren van de overgedragen risico’s;
entiteit voor risico-acceptatie met zetel in een niet-aangewezen staat: entiteit voor risico-acceptatie met zetel in een staat die geen lidstaat is die niet op grond van artikel 2:54d, tweede lid, is aangewezen als staat waar toezicht op entiteiten voor risico-acceptatie wordt uitgeoefend dat in voldoende mate waarborgen biedt ten aanzien van de belangen die deze wet beoogt te beschermen;
3. Na de definitie van «Europese beleggingsonderneming» wordt een definitie ingevoegd, luidende:
Europese herverzekeraar: herverzekeraar met zetel in een andere lidstaat die aldaar een vergunning heeft voor de uitoefening van zijn bedrijf die overeenkomt met die in artikel 2:26a.
4. In de definitie van «financieel product» wordt in onderdeel g na «een verzekering» ingevoegd: die geen herverzekering is.
5. In de definitie van «financiële onderneming» worden de onderdelen f tot en met i geletterd g tot en met j en wordt na onderdeel e een onderdeel ingevoegd, luidende:
f. een entiteit voor risico-acceptatie;
6. De definitie van «herverzekeraar» komt te luiden:
herverzekeraar: degene die zijn bedrijf maakt van het sluiten van herverzekeringen voor eigen rekening en het afwikkelen van die herverzekeringen;
7. Na de definitie van «herverzekeraar» worden twee nieuwe definities ingevoegd, luidende:
herverzekeraar met zetel in een niet-aangewezen staat: herverzekeraar met zetel in een staat die geen lidstaat is die niet op grond van artikel 2:26d, derde lid, is aangewezen als staat waar toezicht op herverzekeraars wordt uitgeoefend dat in voldoende mate waarborgen biedt ten aanzien van de belangen die deze wet beoogt te beschermen;
herverzekering: verzekering waarbij risico’s worden geaccepteerd die door een verzekeraar of een pensioenfonds worden overgedragen;
8. In de definitie van «natura-uitvaartverzekeraar met zetel in een niet-aangewezen staat» wordt na het woord «toezicht» ingevoegd: op natura-uitvaartverzekeraars.
9. De definitie van «Nederlandse levensverzekeraar of schadeverzekeraar» wordt vervangen door een nieuwe definitie, luidende:
Nederlandse herverzekeraar, levensverzekeraar of schadeverzekeraar: herverzekeraar, levensverzekeraar of schadeverzekeraar met zetel in Nederland die voor de uitoefening van zijn bedrijf een vergunning heeft;.
10. De definitie van «niet-Europese levensverzekeraar of schadeverzekeraar» wordt vervangen door:
niet-Europese herverzekeraar, levensverzekeraar of schadeverzekeraar: herverzekeraar, levensverzekeraar of schadeverzekeraar met zetel in een staat die geen lidstaat is die aldaar een vergunning heeft voor de uitoefening van zijn bedrijf.
11. De definitie van «verrichten van diensten, voorzover het verzekeraars betreft» wordt vervangen door:
verrichten van diensten:
a. voor zover het entiteiten voor risico-acceptatie betreft: het door een entiteit voor risico-acceptatie accepteren van een risico dat is gelegen in een andere staat dan de vestiging van waaruit het risico wordt geaccepteerd;
b. voor zover het verzekeraars betreft:
1°. het door een herverzekeraar sluiten van een herverzekering betreffende een risico dat is gelegen in een andere staat dan die waar de vestiging van waaruit de verzekering wordt gesloten;
2°. het door een levensverzekeraar sluiten van een levensverzekering vanuit een vestiging, gelegen in een andere staat dan die waar de verzekeringnemer zijn gewone verblijfplaats heeft, of waar zich, indien de verzekeringnemer een rechtspersoon is, de vestiging van deze rechtspersoon bevindt waarop de verzekering betrekking heeft;
3°. het door een natura-uitvaartverzekeraar sluiten van een natura-uitvaartverzekering vanuit een vestiging, gelegen in een andere staat dan die waar de verzekeringnemer zijn gewone verblijfplaats heeft;
4°. het door een schadeverzekeraar sluiten van een schadeverzekering betreffende een risico dat is gelegen in een andere staat dan de vestiging van waaruit de verzekering wordt gesloten;.
12. De definitie van «vertegenwoordiger van een verzekeraar» komt te luiden:
vertegenwoordiger van een verzekeraar: degene die door een levensverzekeraar, natura-uitvaartverzekeraar of schadeverzekeraar is aangesteld om hem te vertegenwoordigen in een andere staat dan de staat van de zetel van die verzekeraar bij de uitoefening van de bevoegdheden van die verzekeraar en bij de naleving van de voorschriften die in eerstbedoelde staat voor die verzekeraar gelden;.
13. De definitie van «verzekeraar» komt te luiden:
verzekeraar: herverzekeraar, levensverzekeraar, natura-uitvaartverzekeraar of schadeverzekeraar;.
14. De definitie van «verzekering» komt te luiden:
verzekering:
a. herverzekering;
b. levensverzekering;
c. natura-uitvaartverzekering; of
d. schadeverzekering;.
Na artikel 1:6 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. Deze wet, met uitzondering van dit deel, de hoofdstukken 5.1, 5.3, 5.5 en afdeling 5.4.2, is niet van toepassing op herverzekeraars die ingevolge het tweede lid zijn aangewezen.
2. Onze Minister kan, indien hij dit vanuit maatschappelijk oogpunt noodzakelijk acht, herverzekeraars aanwijzen die zijn opgericht ingevolge overeenkomsten tussen levensverzekeraars, schadeverzekeraars of natura-uitvaartverzekeraars, welke overeenkomsten zijn gericht op het bundelen van vorderingen uit hoofde van verzekering, zonder welke overeenkomsten het op de markt niet mogelijk zou zijn voor bedoelde risico’s een adequate herverzekeringsdekking te verkrijgen.
3. Het besluit tot aanwijzing kan door Onze Minister worden ingetrokken indien hij de aanwijzing niet langer vanuit maatschappelijk oogpunt noodzakelijk acht, de overeenkomsten niet langer zijn gericht op het bundelen van vorderingen uit hoofde van verzekering, of het nietlanger onmogelijk is voor bedoelde risico’s ook zonder de desbetreffende overeenkomsten een adequate risicodekking te verkrijgen.
In artikel 1:7 wordt de zinsnede «De levensverzekeraars» vervangen door «De herverzekeraars, levensverzekeraars» en wordt de zinsnede «een levensverzekeraar» vervangen door: een herverzekeraar, een levensverzekeraar.
Aan artikel 1:8 wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. Als de uitoefening van het bedrijf van herverzekeraar wordt niet beschouwd het sluiten of afwikkelen van herverzekeringen voor eigen rekening door een pensioenfonds voor zover dat pensioenfonds risico’s accepteert van andere pensioenfondsen die door laatstbedoelde pensioenfondsen zijn geaccepteerd in het kader van het sluiten of afwikkelen van pensioenovereenkomsten als bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet of beroepspensioenregelingen als bedoeld in artikel 1 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling.
Artikel 1:53 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt de zinsnede «een Nederlandse levensverzekeraar of schadeverzekeraar en een Europese levensverzekeraar of schadeverzekeraar» vervangen door: een Nederlandse herverzekeraar, levensverzekeraar of schadeverzekeraar en een Europese herverzekeraar, levensverzekeraar of schadeverzekeraar.
2. In het tweede lid wordt de zinsnede «een Nederlandse levensverzekeraar of schadeverzekeraar» vervangen door: een Nederlandse herverzekeraar, levensverzekeraar of schadeverzekeraar.
In artikel 1:55, eerste lid, wordt de zinsnede «kredietinstelling, levensverzekeraar of schadeverzekeraar» vervangen door: herverzekeraar, kredietinstelling, levensverzekeraar of schadeverzekeraar.
In artikel 1:56, eerste en tweede lid, wordt de zinsnede «kredietinstelling, levensverzekeraar of schadeverzekeraar» telkens vervangen door: herverzekeraar, kredietinstelling, levensverzekeraar of schadeverzekeraar.
Na artikel 1:58 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. Indien de toezichthouder een aanwijzing als bedoeld in artikel 1:75 geeft aan een herverzekeraar met zetel in een andere lidstaat die vanuit een in Nederland gelegen bijkantoor zijn bedrijf uitoefent of diensten verricht naar Nederland, stelt de toezichthouder tegelijkertijd de toezichthoudende instantie van de andere lidstaat daarvan in kennis.
2. Artikel 1:58, tweede tot en met vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.
In artikel 1:59, eerste en tweede lid, wordt de zinsnede «kredietinstelling, levensverzekeraar of schadeverzekeraar» telkens vervangen door: herverzekeraar, kredietinstelling, levensverzekeraar of schadeverzekeraar.
Artikel 1:60 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdelen a, b en c, tweede lid, onderdelen a, b en c, vierde lid, onderdelen a, b, en c, wordt de zinsnede «kredietinstelling, levensverzekeraar of schadeverzekeraar» telkens vervangen door: herverzekeraar, kredietinstelling, levensverzekeraar of schadeverzekeraar.
2. In de aanhef van het vierde lid wordt de zinsnede «levensverzekeraar of schadeverzekeraar» vervangen door: herverzekeraar, levensverzekeraar of schadeverzekeraar
In artikel 1:62, onderdelen a, b en c, wordt de zinsnede «kredietinstelling, levensverzekeraar of schadeverzekeraar» telkens vervangen door: herverzekeraar, kredietinstelling, levensverzekeraar of schadeverzekeraar.
Na artikel 1:64 wordt aan afdeling 1.3.2. een paragraaf toegevoegd, luidende:
§ 1.3.2.5. Informatieverstrekking door de Nederlandsche Bank aan toezichthoudende instanties van andere lidstaten in verband met herverzekeraars met zetel in een staat die geen lidstaat is
De Nederlandsche Bank stelt de desbetreffende toezichthoudende instanties van de andere lidstaten in kennis van een vergunning die ingevolge deze wet voor het uitoefenen van het bedrijf van herverzekeraar is verleend aan een dochtermaatschappij van een onderneming waarop het recht van toepassing is van een staat die geen lidstaat is.
De Nederlandsche Bank stelt de desbetreffende toezichthoudende instanties van de andere lidstaten in kennis van een verleende verklaring van geen bezwaar als bedoeld in artikel 3:95 voor een gekwalificeerde deelneming in een herverzekeraar, indien door de gekwalificeerde deelneming de herverzekeraar een dochteronderneming wordt van een onderneming waarop het recht van toepassing is van een staat die geen lidstaat is.
In artikel 1:66, eerste lid, wordt de zinsnede «levensverzekeraar of schadeverzekeraar» vervangen door: herverzekeraar, levensverzekeraar of schadeverzekeraar.
In artikel 1:69, onderdeel b, wordt na «het bedrijf van» ingevoegd: herverzekeraar,.
In artikel 1:70, onderdeel a, wordt de zinsnede «levensverzekeraar of schadeverzekeraar» telkens vervangen door: herverzekeraar, levensverzekeraar of schadeverzekeraar.
In artikel 1:71, onderdeel a, wordt de zinsnede «kredietinstellingen, levensverzekeraars of schadeverzekeraars» vervangen door: herverzekeraars, kredietinstellingen, levensverzekeraars of schadeverzekeraars.
In artikel 1:104, eerste lid, onderdeel f, wordt de zinsnede «de vergunninghouder een verzekeraar is die zijn bedrijf in de branche waarvoor hij een vergunning heeft, gedurende meer dan zes maanden heeft gestaakt» vervangen door: de vergunninghouder een entiteit voor risico-acceptatie is die het bedrijf waarvoor zij een vergunning heeft, gedurende meer dan zes maanden heeft gestaakt, een levensverzekeraar, schadeverzekeraar of natura-uitvaartverzekeraar is die zijn bedrijf in een branche waarvoor hij een vergunning heeft, gedurende meer dan zes maanden heeft gestaakt of een herverzekeraar is die zijn bedrijf in een herverzekeringsactiviteit waarvoor hij een vergunning heeft, gedurende meer dan zes maanden heeft gestaakt.
In artikel 1:107, derde lid, onderdeel b, wordt na de zinsnede «de aard van de risico’s voor» ingevoegd: entiteiten voor risico-acceptatie, herverzekeraars of.
In artikel 2:2 wordt na «2:22, derde lid,» ingevoegd «2:26b, vijfde lid, 2:26e, derde lid,» en wordt na «2:51, tweede lid» ingevoegd «2:54b, vierde lid».
Na artikel 2:26 wordt een afdeling ingevoegd, luidende:
AFDELING 2.2.2A. UITOEFENEN VAN BEDRIJF VAN HERVERZEKERAAR
§ 2.2.2A.1. Vergunningplicht en -eisen voor herverzekeraars met zetel in Nederland
1. Het is een ieder met zetel in Nederland verboden zonder een daartoe door de Nederlandsche Bank verleende vergunning het bedrijf uit te oefenen van herverzekeraar.
2. Het bedrijf van herverzekeraar wordt onderscheiden in de activiteiten levensherverzekering, natura-uitvaartherverzekering en schadeherverzekering.
3. Het eerste lid is niet van toepassing op levensverzekeraars, natura-uitvaartverzekeraars of schadeverzekeraars voor zover zij het bedrijf van herverzekeraar uitoefenen in de activiteit levensherverzekering, natura-uitvaartherverzekering, onderscheidenlijk schadeherverzekering.
1. De Nederlandsche Bank verleent op aanvraag een vergunning als bedoeld in artikel 2:26a, eerste lid, indien de aanvrager aantoont dat zal worden voldaan aan het bepaalde ingevolge:
a. artikel 3:8 met betrekking tot de deskundigheid van de in dat artikel bedoelde personen;
b. artikel 3:9 met betrekking tot de betrouwbaarheid van de in dat artikel genoemde personen;
c. artikel 3:10, eerste en tweede lid, met betrekking tot het beleid met betrekking tot de integere bedrijfsuitoefening;
d. artikel 3:15, eerste en tweede lid, met betrekking tot het minimum aantal personen dat het dagelijks beleid bepaalt en de plaats van waaruit zij hun werkzaamheden verrichten;
e. artikel 3:16, eerste en tweede lid, met betrekking tot de zeggenschapsstructuur;
f. artikel 3:17, eerste en tweede lid, met betrekking tot de inrichting van de bedrijfsvoering;
g. artikel 3:20, met betrekking tot de rechtsvorm;
h. artikel 3:53, eerste tot en met vierde lid, met betrekking tot het minimum eigen vermogen;
i. artikel 3:57, eerste tot en met vierde lid, met betrekking tot de solvabiliteit; en
j. artikel 3:70 met betrekking tot het boekjaar.1
2. Indien de aanvraag een herverzekeraar met zetel in Nederland betreft waarin een gekwalificeerde deelneming wordt gehouden, verleent de Nederlandsche Bank, onverminderd het eerste lid, een vergunning indien de houder van de gekwalificeerde deelneming een verklaring van geen bezwaar overeenkomstig artikel 3:95, tweede lid, heeft aangevraagd, en de Nederlandsche Bank van oordeel is dat voldaan is aan het bepaalde ingevolge de artikelen 3:99 tot en met 3:101 met betrekking tot de verklaring van geen bezwaar.
3. Indien de aanvraag een herverzekeraar met zetel in Nederland betreft waarin een gekwalificeerde deelneming wordt gehouden waarop artikel 3:97 van toepassing is, verleent de Nederlandsche Bank, onverminderd het eerste lid en in afwijking van het tweede lid, een vergunning tenzij de deelneming zou kunnen leiden of zou leiden tot een ongewenste ontwikkeling van de financiële sector of naar het oordeel van de Nederlandsche Bank een van de overwegingen, bedoeld in artikel 3:100, aanhef, onderdeel a of b, of 3:101, aanhef, onderdeel a of b, aan de verlening van een verklaring van geen bezwaar in de weg staat.
4. De aanvraag geschiedt onder vermelding van de herverzekeringsactiviteit, en onder opgave van bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen gegevens.
5. De Nederlandsche Bank kan op aanvraag geheel of gedeeltelijk ontheffing verlenen van het eerste lid, aanhef en onderdeel c, d, f, h of j, indien de aanvrager aantoont dat daaraan redelijkerwijs niet kan worden voldaan en dat de doeleinden die de in het eerste lid genoemde artikelen beogen te bereiken anderszins worden bereikt.
§ 2.2.2A.2. Bijkantoren van en verrichting van diensten door herverzekeraars met zetel in een andere lidstaat
1. Een herverzekeraar met zetel in een andere lidstaat kan overgaan tot het uitoefenen van zijn bedrijf vanuit een in Nederland gelegen bijkantoor of door middel van het verrichten van diensten naar Nederland indien hij een door de toezichthoudende instantie van die lidstaat daartoe verleende vergunning heeft.
2. Artikel 1:107, tweede lid, is niet van toepassing.
§ 2.2.2A.3. Bijkantoren van en verrichting van diensten door herverzekeraars met zetel in een staat die geen lidstaat is
1. Het is een ieder met zetel in een staat die geen lidstaat is verboden zonder een daartoe door de Nederlandsche Bank verleende vergunning vanuit een in Nederland gelegen bijkantoor het bedrijf van herverzekeraar uit te oefenen.
2. Het bedrijf van herverzekeraar wordt onderscheiden in de activiteiten levensherverzekering, natura-uitvaartherverzekering en schadeherverzekering.
3. Het eerste lid is niet van toepassing op herverzekeraars met zetel in een door Onze Minister aan te wijzen staat waar toezicht op het uitoefenen van het bedrijf van herverzekeraar wordt uitgeoefend dat in voldoende mate waarborgen biedt ten aanzien van de belangen die deze wet beoogt te beschermen. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot het aanwijzen van staten. Het besluit tot aanwijzing kan door Onze Minister worden ingetrokken.
4. Het eerste lid is niet van toepassing op:
a. levensverzekeraars die een vergunning hebben als bedoeld in artikel 2:40 voor de uitoefening van het bedrijf van levensverzekeraar vanuit een in Nederland gelegen bijkantoor, voor zover zij het bedrijf van herverzekeraar uitoefenen in de activiteit levensherverzekering;
b. natura-uitvaartverzekeraars met zetel in een aangewezen staat of die een vergunning hebben als bedoeld in artikel 2:50 voor de uitoefening van het bedrijf van natura-uitvaartverzekeraar, voor zover zij het bedrijf van herverzekeraar uitoefenen in de activiteit natura-uitvaartherverzekering; en
c. schadeverzekeraars die een vergunning hebben als bedoeld in artikel 2:40 voor de uitoefening van schadeverzekeraar vanuit een in Nederland gelegen bijkantoor, voor zover zij het bedrijf van herverzekeraar uitoefenen in de activiteit van schadeherverzekering.
5. Een besluit tot aanwijzing van een staat, bedoeld in het derde lid en de intrekking daarvan, worden bekendgemaakt in de Staatscourant.
1. De Nederlandsche Bank verleent op aanvraag een vergunning als bedoeld in artikel 2:26d, eerste lid, indien de aanvrager aantoont dat met betrekking tot het bijkantoor zal worden voldaan aan het bepaalde ingevolge:
a. artikel 3:8 met betrekking tot de deskundigheid van de in dat artikel bedoelde personen;
b. artikel 3:9 met betrekking tot de betrouwbaarheid van de in dat artikel bedoelde personen;
c. artikel 3:10, eerste en tweede lid, met betrekking tot het beleid met betrekking tot de integere bedrijfsuitoefening;
d. artikel 3:16, eerste en tweede lid, met betrekking tot de zeggenschapsstructuur;
e. artikel 3:17, eerste en tweede lid, met betrekking tot de inrichting van de bedrijfsvoering;
f. artikel 3:53, eerste tot en met vierde lid, met betrekking tot het minimum eigen vermogen;
g. artikel 3:57, eerste tot en met vierde lid, met betrekking tot de solvabiliteit; en
h. artikel 3:70 met betrekking tot het boekjaar,
alsmede dat de aanvrager voldoet aan artikel 3:24, met betrekking tot de rechtspersoonlijkheid, de bevoegdheid tot uitoefening van het bedrijf van herverzekeraar, en de uitoefening van die bevoegdheid, met dien verstande dat voor de toepassing van de onderdelen a tot en met h de in die onderdelen genoemde artikelen voor «een verzekeraar» telkens moet worden gelezen: «het in Nederland gelegen bijkantoor van een herverzekeraar met zetel in een niet-aangewezen staat».
2. De aanvraag geschiedt onder opgave van bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen gegevens.
3. De Nederlandsche Bank kan op aanvraag geheel of gedeeltelijk ontheffing verlenen van het eerste lid, aanhef en onderdeel c, e, f, g of h, indien de aanvrager aantoont dat daaraan redelijkerwijs niet kan worden voldaan en dat de doeleinden die in de in het eerste lid genoemde artikelen beogen te bereiken anderszins worden bereikt.
1. Het is een herverzekeraar met zetel in een niet-aangewezen staat verboden door middel van het verrichten van diensten naar Nederland zijn bedrijf van herverzekeraar uit te oefenen, tenzij hij de Nederlandsche Bank hiervan kennis geeft en aantoont dat zal worden voldaan aan het bepaalde ingevolge:
a. artikel 3:24 met betrekking tot de rechtspersoonlijkheid, de bevoegdheid tot uitoefening van het bedrijf van herverzekeraar en de uitoefening van die bevoegdheid; en
b. artikel 3:57, eerste tot en met vierde lid, met betrekking tot de solvabiliteit, met dien verstande dat voor de toepassing van dit onderdeel in dat artikel voor «een verzekeraar met zetel in Nederland» moet worden gelezen: «een herverzekeraar met zetel in een niet-aangewezen staat».
2. De kennisgeving geschiedt onder opgave van bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen gegevens.
3. De herverzekeraar kan overgaan tot het uitoefenen van zijn bedrijf door middel van het verrichten van diensten naar Nederland na de mededeling, bedoeld in artikel 2:47.
4. De herverzekeraar, bedoeld in het eerste lid, oefent zijn bedrijf door middel van het verrichten van diensten naar Nederland uitsluitend uit in de activiteit tot het uitoefenen waarvan hij in de staat waar hij zijn zetel heeft bevoegd is.
In artikel 2:47 wordt de zinsnede «artikel 2:45, eerste lid, of 2:46, eerste lid» vervangen door «2:26f, eerste lid, 2:45, eerste lid, 2:46, eerste lid, of 2:54f, eerste lid», en wordt de zinsnede «levensverzekeraar of schadeverzekeraar» vervangen door «entiteit voor risico-aansprakelijkheid, herverzekeraar, levensverzekeraar of schadeverzekeraar».
Na artikel 2:54 wordt een afdeling ingevoegd, luidende:
AFDELING 2.2.4A. UITOEFENEN VAN BEDRIJF VAN ENTITEIT VOOR RISICO-ACCEPTATIE
§ 2.2.4A.1. Vergunningplicht en -eisen voor entiteiten voor risico-acceptatie met zetel in Nederland
1. Het is een ieder met zetel in Nederland verboden zonder een daartoe door de Nederlandsche Bank verleende vergunning de werkzaamheden van een entiteit voor risico-acceptatie te verrichten.
2. In een vergunning als bedoeld in het eerste lid wordt de soort herverzekeringsactiviteit vermeld waarvoor de vergunning wordt verleend.
1. De Nederlandsche Bank verleent op aanvraag een vergunning als bedoeld in artikel 2:54a, eerste lid, indien de aanvrager aantoont dat zal worden voldaan aan het bepaalde ingevolge:
a. artikel 3:8 met betrekking tot de deskundigheid van de in dat artikel bedoelde personen;
b. artikel 3:9 met betrekking tot de betrouwbaarheid van de in dat artikel genoemde personen;
c. artikel 3:10, eerste en tweede lid, met betrekking tot het beleid met betrekking tot de integere bedrijfsuitoefening;
d artikel 3:16, eerste en tweede lid, met betrekking tot de zeggenschapsstructuur;
e. artikel 3:17, eerste en tweede lid, met betrekking tot de inrichting van de bedrijfsvoering;
f. artikel 3:53, eerste tot en met vierde lid, met betrekking tot het minimum eigen vermogen;
g. artikel 3:57, eerste tot en met vierde lid, met betrekking tot de solvabiliteit; en
h. artikel 3:70 met betrekking tot het boekjaar.
2. Indien de aanvraag een entiteit voor risico-acceptatie met zetel in Nederland betreft waarin een gekwalificeerde deelneming wordt gehouden, verleent de Nederlandsche Bank, onverminderd het eerste lid, een vergunning indien de houder van de gekwalificeerde deelneming een verklaring van geen bezwaar overeenkomstig artikel 3:95, tweede lid, heeft aangevraagd, en de Nederlandsche Bank van oordeel is dat voldaan is aan het bepaalde ingevolge de artikelen 3:99 tot en met 3:101 met betrekking tot de verklaring van geen bezwaar.
3. De aanvraag geschiedt onder vermelding van de herverzekeringsactiviteit, en onder opgave van bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen gegevens.
4. De Nederlandsche Bank kan op aanvraag geheel of gedeeltelijk ontheffing verlenen van het eerste lid, aanhef en onderdeel c, e, f of h, indien de aanvrager aantoont dat daaraan redelijkerwijs niet kan worden voldaan en dat de doeleinden die de in het eerste lid genoemde artikelen beogen te bereiken anderszins worden bereikt.
§ 2.2.4A.2. Bijkantoren van en verrichten van diensten door entiteiten voor risico-acceptatie met zetel in een andere lidstaat
1. Een entiteit voor risico-acceptatie met zetel in een andere lidstaat kan overgaan tot het verrichten van haar werkzaamheden vanuit een in Nederland gelegen bijkantoor of door middel van het verrichten van diensten naar Nederland indien zij een door de toezichthoudende instantie van die lidstaat een daartoe verleende vergunning heeft.
2. Artikel 1:107, tweede lid, is niet van toepassing.
§ 2.2.4A.3. Bijkantoren van en verrichten van diensten door entiteiten voor risico-acceptatie met zetel in een staat die geen lidstaat is
1. Het is een ieder met zetel in een staat die geen lidstaat is verboden zonder een daartoe door de Nederlandsche Bank verleende vergunning vanuit een in Nederland gelegen bijkantoor de werkzaamheden van een entiteit voor risico-acceptatie te verrichten.
2. Het eerste lid is niet van toepassing op entiteiten voor risico-acceptatie met zetel in een door Onze Minister aan te wijzen staat die geen lidstaat is waar toezicht op het verrichten van werkzaamheden van een entiteit voor risico-acceptatie wordt uitgeoefend dat in voldoende mate waarborgen biedt ten aanzien van de belangen die deze wet beoogt te beschermen. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot het aanwijzen van staten. Het besluit tot aanwijzing kan door Onze Minister worden ingetrokken.
3. Een besluit tot aanwijzing van een staat, bedoeld in het tweede lid, en de intrekking daarvan, worden bekend gemaakt in de Staatscourant.
1. De Nederlandsche Bank verleent op aanvraag een vergunning als bedoeld in artikel 2:54d, eerste lid, indien de aanvrager aantoont dat met betrekking tot het bijkantoor zal worden voldaan aan het bepaalde ingevolge:
a. artikel 3:8 met betrekking tot de deskundigheid van de in dat artikel bedoelde personen;
b. artikel 3:9 met betrekking tot de betrouwbaarheid van de in dat artikel bedoelde personen;
c. artikel 3:10, eerste en tweede lid, met betrekking tot het beleid met betrekking tot de integere bedrijfsuitoefening;
d. artikel 3:16, eerste en tweede lid, met betrekking tot de zeggenschapsstructuur;
e. artikel 3:17, eerste en tweede lid, met betrekking tot de inrichting van de bedrijfsvoering;
f. artikel 3:53, eerste tot en met vierde lid, met betrekking tot het minimum eigen vermogen;
g. artikel 3:57, eerste tot en met vierde lid, met betrekking tot de solvabiliteit; en
h. artikel 3:70 met betrekking tot het boekjaar,
alsmede dat de aanvrager voldoet aan artikel 3:24, met betrekking tot de rechtspersoonlijkheid, de bevoegdheid tot uitoefening van het bedrijf van herverzekeraar, en de uitoefening van die bevoegdheid, met dien verstande dat voor de toepassing van de onderdelen a tot en met h de in die onderdelen genoemde artikelen voor «een verzekeraar» telkens moet worden gelezen: «het in Nederland gelegen bijkantoor van een entiteit voor risico-acceptatie met zetel in een niet-aangewezen staat».
2. De aanvraag geschiedt onder opgave van bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen gegevens.
3. De Nederlandsche Bank kan op aanvraag geheel of gedeeltelijk ontheffing verlenen van het eerste lid, aanhef en onderdeel c, e, f, g of h, indien de aanvrager aantoont dat daaraan redelijkerwijs niet kan worden voldaan en dat de doeleinden die in de in het eerste lid genoemde artikelen beogen te bereiken anderszins worden bereikt.
1. Het is een ieder met zetel in een niet-aangewezen staat verboden door middel van het verrichten van diensten naar Nederland het bedrijf van entiteit voor risico-acceptatie uit te oefenen, tenzij hij de Nederlandsche Bank hiervan kennis geeft en aantoont dat zal worden voldaan aan het bepaalde ingevolge:
a. artikel 3:24 met betrekking tot de rechtspersoonlijkheid, de bevoegdheid tot uitoefening van het bedrijf van entiteit voor risico-acceptatie en de uitoefening van die bevoegdheid; en
b. artikel 3:57, eerste tot en met vierde lid, met betrekking tot de solvabiliteit, met dien verstande dat voor de toepassing van dit onderdeel in dat artikel voor «een verzekeraar met zetel in Nederland» moet worden gelezen: «een entiteit voor risico-acceptatie met zetel in een niet-aangewezen staat».
2. De kennisgeving geschiedt onder opgave van bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen gegevens.
3. De entiteit voor risico-acceptatie kan overgaan tot het uitoefenen van haar bedrijf door middel van het verrichten van diensten naar Nederland na de mededeling, bedoeld in artikel 2:47.
4. De entiteit voor risico-acceptatie, bedoeld in het eerste lid, oefent haar bedrijf door middel van het verrichten van diensten naar Nederland uitsluitend uit in de activiteit tot het uitoefenen waarvan zij in de staat waar zij haar zetel heeft bevoegd is.
Artikel 3:5, tweede lid, wordt, als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel c vervalt het woord «en».
2. In onderdeel d wordt de punt aan het slot vervangen door: ; en.
3. Na onderdeel d wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
e. entiteiten voor risico-acceptatie.
In de artikelen 3:8, 3:9, eerste lid en 3:10, eerste lid, wordt na «clearinginstelling,» telkens ingevoegd: entiteit voor risico-acceptatie,.
Artikel 3:13 komt te luiden:
De artikelen 3:8, 3:9 en 3:10 zijn van overeenkomstige toepassing op in Nederland gelegen bijkantoren van clearinginstellingen met zetel in een niet-aangewezen staat, van entiteiten voor risico-acceptatie met zetel in een niet-aangewezen staat en van herverzekeraars met zetel in een niet-aangewezen staat.
Artikel 3:16 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt na «clearinginstelling,» ingevoegd: entiteit voor risico-acceptatie,.
2. In het tweede lid wordt de zinsnede «levensverzekeraar of schadeverzekeraar» vervangen door: entiteit voor risico-acceptatie, herverzekeraar, levensverzekeraar of schadeverzekeraar.
In artikel 3:17, eerste lid, wordt na «clearinginstelling,» ingevoegd: , entiteit voor risico-acceptatie,.
Na het opschrift van paragraaf 3.3.3.3. worden twee artikelen ingevoegd, luidende:
De artikelen 3:16 en 3:17 zijn van overeenkomstige toepassing op in Nederland gelegen bijkantoren van entiteiten voor risico-acceptatie met zetel in een niet-aangewezen staat.
De artikelen 3:15 tot en met 3:18 zijn van overeenkomstige toepassing op in Nederland gelegen bijkantoren van herverzekeraars met zetel in een niet-aangewezen staat.
In artikel 3:28 wordt na de zinsnede «van overeenkomstige toepassing op» ingevoegd: entiteiten voor risico-acceptatie, herverzekeraars met zetel in een niet-aangewezen staat of.
Artikel 3:29 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste en tweede lid wordt na «clearinginstelling» toegevoegd: , entiteit voor risico-acceptatie.
2. In het eerste lid, wordt na «2:12, derde lid,» ingevoegd «2:26b, vierde lid,» en wordt na «2:49, tweede lid, « ingevoegd «2:54b, derde lid,».
Artikel 3:36 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. Het is een verzekeraar met zetel in Nederland die een vergunning voor de uitoefening van het bedrijf van herverzekeraar, levensverzekeraar, natura-uitvaartverzekeraar of schadeverzekeraar heeft, verboden een ander bedrijf dan het bedrijf waarvoor de vergunning is verleend, uit te oefenen.
2. Onder vernummering van het tweede, derde en vierde lid tot het derde, vierde onderscheidenlijk zesde lid, wordt na het eerste lid een lid ingevoegd, luidende:
2. In afwijking van het eerste lid is het:
a. verzekeraars toegestaan handelsactiviteiten te verrichten die voortvloeien uit hun verzekeringsbedrijf en is het levensverzekeraars die een vergunning voor de uitoefening van het bedrijf van levensverzekeraar hebben, toegestaan het bedrijf van natura-uitvaartverzekeraar uit te oefenen zonder een vergunning voor de uitoefening van het bedrijf van natura-uitvaartverzekeraar;
b. levensverzekeraars, natura-uitvaartverzekeraars en schadeverzekeraars toegestaan het bedrijf van herverzekeraar uit te oefenen in de activiteit levensherverzekering, natura-uitvaartherverzekering onderscheidenlijk schadeherverzekering zonder een vergunning voor de uitoefening van het bedrijf van herverzekeraar in de desbetreffende activiteit.
3. Na het vierde lid (nieuw) wordt een lid ingevoegd, luidende:
5. Op levensverzekeraars, natura-uitvaartverzekeraars of schadeverzekeraars met zetel in Nederland die tevens het bedrijf van herverzekeraar uitoefenen in de activiteit levensherverzekering, natura-uitvaartherverzekering onderscheidenlijk schadeherverzekering, zijn de bepalingen inzake de uitoefening van het bedrijf van levensverzekeraar, natura-uitvaartverzekeraar onderscheidenlijk schadeherverzekeraar van toepassing, voor zover niet anders is bepaald.
4. In het zesde lid (nieuw) wordt de zinsnede «tweede lid» vervangen door: derde lid.
Artikel 3:37 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt de zinsnede «Een verzekeraar met zetel in Nederland» vervangen door: Een levensverzekeraar, natura-uitvaartverzekeraar of schadeverzekeraar met zetel in Nederland.
2. In het tweede lid wordt de zinsnede «de verzekeraar, bedoeld in het eerste lid,» vervangen door: een verzekeraar als bedoeld in het eerste lid.
Na artikel 3:38 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:
Het is een entiteit voor risico-acceptatie met zetel in Nederland die een vergunning heeft voor het verrichten van haar werkzaamheden verboden andere werkzaamheden uit te oefenen dan de werkzaamheden waarvoor de vergunning is verleend. In afwijking daarvan is het entiteiten voor risico-acceptatie met zetel in Nederland toegestaan handelsactiviteiten te verrichten die voortvloeien uit hun bedrijf.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot voorwaarden die in door entiteiten voor risico-acceptatie gesloten overeenkomsten worden opgenomen.
In artikel 3:49 wordt de zinsnede «clearinginstellingen en natura-uitvaartverzekeraars» vervangen door: clearinginstellingen, entiteiten voor risico-acceptatie, herverzekeraars en natura-uitvaartverzekeraars.
In artikel 3:50 wordt na «natura-uitvaartverzekeraars» ingevoegd: , entiteiten voor risico-acceptatie en herverzekeraars.
In artikel 3:53, eerste lid, wordt na «clearinginstelling,» ingevoegd: entiteit voor risico-acceptatie,.
Na artikel 3:55 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. Artikel 3:53, eerste tot en met vierde lid, is van overeenkomstige toepassing op entiteiten voor risico-acceptatie en herverzekeraars met zetel in een niet-aangewezen staat die hun bedrijf uitoefenen vanuit in Nederland gelegen bijkantoren.
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot het minimumbedrag van het garantiefonds.
Artikel 3:57 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt na «clearinginstelling,» ingevoegd: entiteit voor risico-acceptatie,.
2. In het derde en vierde lid wordt de zinsnede «een verzekeraar» telkens vervangen door: een entiteit voor risico-acceptatie of verzekeraar.
Artikel 3:61 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt de zinsnede «clearinginstellingen en natura-uitvaartverzekeraars» vervangen door: clearinginstellingen, entiteiten voor risico-acceptatie, herverzekeraars en natura-uitvaartverzekeraars.
2. In het tweede lid wordt na de zinsnede «van toepassing op» ingevoegd: entiteiten voor risico-acceptatie, herverzekeraars of.
Artikel 3:62 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt na de zinsnede «bijkantoren van» ingevoegd: entiteiten voor risico-acceptatie, herverzekeraars met zetel in een niet-aangewezen staat en op.
2. In het tweede lid wordt na het woord «bijkantoor» ingevoegd: van een natura-uitvaartverzekeraar met zetel in een niet-aangewezen staat.
Artikel 3:67 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt de zinsnede «Een verzekeraar» vervangen door: Een entiteit voor risico-acceptatie of verzekeraar.
2. In het derde lid wordt de zinsnede «De verzekeraar» vervangen door: Een levensverzekeraar, natura-uitvaartverzekeraar of .
Het opschrift van paragraaf 3.3.8.3. komt te luiden:
§ 3.3.8.3. Herverzekeraars met zetel in een niet-aangewezen staat en natura-uitvaartverzekeraars met zetel in een niet-aangewezen staat.
Na het opschrift van paragraaf 3.3.8.3. wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. Een entiteit voor risico-acceptatie of herverzekeraar met zetel in een niet-aangewezen staat houdt voor zijn vanuit een in Nederland gelegen bijkantoor aangegane verplichtingen uit herverzekeringen toereikende technische voorzieningen aan. De technische voorzieningen worden volledig door waarden gedekt.
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot het eerste lid.
3. De Nederlandsche Bank kan op aanvraag geheel of gedeeltelijk, al dan niet voor bepaalde tijd, ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid, indien de aanvrager aantoont dat daaraan redelijkerwijs niet kan worden voldaan en dat de doeleinden die dit artikel beoogt te bereiken anderszins worden bereikt.
In artikel 3:70, eerste lid, wordt de zinsnede «Een verzekeraar met zetel in Nederland» vervangen door: Een entiteit voor risico-acceptatie of verzekeraar met zetel in Nederland.
Artikel 3:71, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
De zinsnede «clearinginstelling, herverzekeraar, kredietinstelling of verzekeraar» wordt vervangen door: clearinginstelling, entiteit voor risico-acceptatie, kredietinstelling of verzekeraar.
Artikel 3:72 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde lid wordt de zinsnede «Een verzekeraar met zetel in Nederland» vervangen door: Een entiteit voor risico-acceptatie of verzekeraar met zetel in Nederland.
2. In het zevende lid wordt na «clearinginstelling,» ingevoegd: , entiteit voor risico-acceptatie,.
3. In het negende lid wordt de zinsnede «Een verzekeraar» vervangen door: Een entiteit voor risico-acceptatie of verzekeraar.
Het opschrift van paragraaf 3.3.9.4. komt te luiden:
§ 3.3.9.4. Financiële ondernemingen met zetel in een niet-aangewezen staat.
In artikel 3:84 wordt na de zinsnede «van toepassing op»: ingevoegd: herverzekeraars en.
Artikel 3:85 wordt als volgt gewijzigd:
1. De aanduiding «1» voor het eerste lid vervalt en in de tekst van het eerste lid (oud) wordt na «clearinginstellingen» ingevoegd: , herverzekeraars.
2. Het tweede lid vervalt.
In artikel 3:86, tweede lid, wordt na de zinsnede «bijkantoren van» ingevoegd: herverzekeraars en.
In artikel 3:93 wordt de zinsnede «clearinginstelling of natura-uitvaartverzekeraar met zetel in een niet-aangewezen staat» vervangen door: clearinginstelling met zetel in een niet-aangewezen staat, herverzekeraar met zetel in een niet-aangewezen staat of natura-uitvaartverzekeraar met zetel in een niet-aangewezen staat.
In artikel 3:94 wordt na de zinsnede «bijkantoor van een» ingevoegd: herverzekeraar of.
Artikel 3:95, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. Het woord «of» aan het slot van onderdeel c vervalt.
2. Onderdeel d wordt geletterd e.
3. Na onderdeel c wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
d. entiteit voor risico-acceptatie; of
Artikel 3:97 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. Onze Minister beslist op een aanvraag van een verklaring van geen bezwaar voor:
a. het houden, het verwerven dan wel het vergroten van een gekwalificeerde deelneming als bedoeld in artikel 3:95, eerste lid, aanhef en onderdeel a, dan wel het uitoefenen van enige zeggenschap verbonden aan een gekwalificeerde deelneming, in een bank met zetel in Nederland die gerekend naar balanstotaal per ultimo van het jaar voorafgaand aan de aanvraag behoorde tot de vijf grootste banken met zetel in Nederland door:
1°. een bank met zetel in Nederland die gerekend naar balanstotaal per ultimo van het jaar voorafgaand aan de aanvraag behoorde tot de vijf grootste banken met zetel in Nederland;
2°. een levensverzekeraar, schadeverzekeraar of natura-uitvaartverzekeraar met zetel in Nederland die gerekend naar bruto premie-inkomen over het jaar voorafgaand aan de aanvraag behoorde tot de vijf grootste verzekeraars, uitgezonderd herverzekeraars, met zetel in Nederland;
3°. een herverzekeraar met zetel in Nederland die gerekend naar bruto premie-inkomen over het jaar voorafgaand aan de aanvraag, behoorde tot de vijf grootste herverzekeraars met zetel in Nederland; of
4°. een ieder die niet behoort tot de categorieën, bedoeld onder 1°, 2° of 3°, in geval van een voorgenomen belang van meer dan twintig procent;
b. het houden, het verwerven dan wel het vergroten van een gekwalificeerde deelneming als bedoeld in artikel 3:95, eerste lid, aanhef en onderdeel e, dan wel het uitoefenen van enige zeggenschap verbonden aan een gekwalificeerde deelneming, in een verzekeraar met zetel in Nederland die gerekend naar bruto premie-inkomen over het jaar voorafgaand aan de aanvraag behoorde tot de vijf grootste verzekeraars met zetel in Nederland door:
1°. een bank met zetel in Nederland die gerekend naar balanstotaal per ultimo van het jaar voorafgaand aan de aanvraag behoorde tot de vijf grootste banken met zetel in Nederland;
2°. een levensverzekeraar, schadeverzekeraar of natura-uitvaartverzekeraar met zetel in Nederland die gerekend naar bruto premie-inkomen over het jaar voorafgaand aan de aanvraag behoorde tot de vijf grootste verzekeraars, uitgezonderd herverzekeraars, met zetel in Nederland;
3°. een herverzekeraar met zetel in Nederland die gerekend naar bruto premie-inkomen over het jaar voorafgaand aan de aanvraag, behoorde tot de vijf grootste herverzekeraars met zetel in Nederland; of
4°. een ieder die niet behoort tot de categorieën, bedoeld onder 1°, 2° of 3°, in geval van een voorgenomen belang van meer dan twintig procent;
c. het verwerven dan wel het vergroten van een gekwalificeerde deelneming als bedoeld in artikel 3:96, eerste lid, aanhef en onderdeel b, door een bank met zetel in Nederland die gerekend naar balanstotaal per ultimo van het jaar voorafgaand aan de aanvraag behoorde tot de vijf grootste banken met zetel in Nederland in:
1°. een bank met zetel in Nederland die gerekend naar balanstotaal per ultimo van het jaar voorafgaand aan de aanvraag behoorde tot de vijf grootste banken met zetel in Nederland;
2°. een bank met zetel in een andere lidstaat of in een staat die geen lidstaat is, indien het balanstotaal van die bank per ultimo van het jaar voorafgaand aan de aanvraag meer bedroeg dan vijf procent van het balanstotaal van de verwervende bank per ultimo van het jaar voorafgaand aan de aanvraag;
3°. een levensverzekeraar, schadeverzekeraar of natura-uitvaartverzekeraar met zetel in Nederland die gerekend naar bruto premie-inkomen over het jaar voorafgaand aan de aanvraag behoorde tot de vijf grootste verzekeraars, uitgezonderd herverzekeraars, met zetel in Nederland; of
4°. een herverzekeraar met zetel in Nederland die gerekend naar bruto premie-inkomen over het jaar voorafgaand aan de aanvraag, behoorde tot de vijf grootste herverzekeraars met zetel in Nederland; en
d. het aangaan van een fusie als bedoeld in artikel 3:96, eerste lid, onderdeel e, door een bank met zetel in Nederland die gerekend naar balanstotaal per ultimo van het jaar voorafgaand aan de aanvraag behoorde tot de vijf grootste banken met zetel in Nederland met:
1°. een bank met zetel in Nederland die gerekend naar balanstotaal per ultimo van het jaar voorafgaand aan de aanvraag behoorde tot de vijf grootste banken met zetel in Nederland; of
2°. een bank met zetel in een andere lidstaat of in een staat die geen lidstaat is, indien het balanstotaal van die bank per ultimo van het jaar voorafgaand aan de aanvraag meer bedroeg dan vijf procent van het balanstotaal van de verwervende bank per ultimo van het jaar voorafgaand aan de aanvraag.
2. Na het derde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. Het eerste lid, onderdeel a, onder 3°, onderdeel b, onder 3° en onderdeel c, onder 4°, is niet van toepassing ten aanzien van herverzekeraars met een bruto premie-inkomen over het jaar voorafgaand aan de aanvraag dat lager is dan een bij algemene maatregel van bestuur te bepalen bedrag.
In artikel 3:100, onderdelen b en c, wordt de zinsnede «onderdeel a of d», telkens vervangen door: onderdeel a, d of e.
Aan artikel 3:102, eerste lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende: Voor de vergroting van een gekwalificeerde deelneming in een entiteit voor risico-acceptatie is geen toestemming vereist.
Artikel 3:103 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, aanhef, en tweede lid, eerste en tweede volzin, wordt na de zinsnede «een financiële onderneming» telkens ingevoegd: , niet zijnde een entiteit voor risico-acceptatie.
2. Onder vernummering van het derde lid tot het vierde lid, wordt na het tweede lid een lid ingevoegd, luidende:
3. Een entiteit voor risico-acceptatie of herverzekeraar geeft, zodra zulks haar of hem bekend wordt, de Nederlandsche Bank kennis van iedere afstoting of wijziging van een gekwalificeerde deelneming in haar of hem waardoor de omvang van deze deelneming onder de 10 procent daalt.
In artikel 3:105, vierde lid, onderdelen b en c, wordt de zinsnede «onderdeel a of d» telkens vervangen door: onderdeel a, d of e.
In artikel 1:107, derde lid, wordt na de zinsnede «de aard van de risico’s voor» ingevoegd «entiteiten voor risico-acceptatie, herverzekeraars of .» en wordt na «voorzover het» ingevoegd «entiteiten voor risico-aansprakelijkheid of ».
Na artikel 3:114 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. Een herverzekeraar met zetel in Nederland die rechten en verplichtingen uit herverzekering wenst over te dragen, kan die overdracht met instemming van de Nederlandsche Bank doen plaatsvinden zonder medewerking of instemming van degenen die aan die herverzekeringen rechten kunnen ontlenen indien het betreft:
a. de overdracht van rechten en verplichtingen uit herverzekering, gesloten vanuit een vestiging in een lidstaat, aan een andere herverzekeraar met zetel in een lidstaat in het kader van diens bedrijfsuitoefening vanuit een vestiging in een lidstaat;
b. de overdracht van rechten en verplichtingen uit herverzekering, gesloten vanuit een vestiging in Nederland, aan een andere herverzekeraar met zetel in een staat die geen lidstaat is in het kader van diens bedrijfsuitoefening vanuit een in Nederland gelegen bijkantoor;
c. de overdracht van rechten en verplichtingen uit herverzekering, gesloten vanuit een in een andere lidstaat gelegen bijkantoor, aan een andere herverzekeraar met zetel in een staat die geen lidstaat is in het kader van diens bedrijfsuitoefening vanuit een in een lidstaat gelegen bijkantoor.
2. In het geval, eerste lid, onderdeel c, stemt de Nederlandsche Bank slechts met de voordracht in indien de betrokken toezichthoudende instanties daarmee eveneens op verzoek van de Nederlandsche Bank instemmen.
In artikel 3:116 wordt de zinsnede «of 3:114, eerste lid» vervangen door: , 3:114, eerste lid, of 3:114a, eerste lid.
Na artikel 3:118 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. De Nederlandsche Bank stemt slechts in met een overdracht als bedoeld in artikel 3:114a, aan:
a. een herverzekeraar met zetel in Nederland, indien deze herverzekeraar, mede gelet op de voorgenomen overdracht, beschikt over een minimumbedrag aan solvabiliteitsmarge en de Nederlandsche Bank geen herstelplan ingevolge artikel 3:132 heeft verlangd van die herverzekeraar;
b. een herverzekeraar met zetel in een andere lidstaat of een aangewezen staat, indien de toezichthoudende instantie van die staat op verzoek van de Nederlandsche Bank heeft verklaard dat deze herverzekeraar, mede gelet op de voorgenomen overdracht, beschikt over het minimumbedrag aan solvabiliteitsmarge; of
c. een herverzekeraar met zetel in een niet-aangewezen staat in het kader van diens bedrijfsuitoefening vanuit een in Nederland gelegen bijkantoor, indien het betrokken bijkantoor, mede gelet op de voorgenomen overdracht, beschikt over het minimumbedrag aan solvabiliteitsmarge en de Nederlandsche Bank geen herstelplan ingevolge artikel 3:132 heeft verlangd van die herverzekeraar.
2. De Nederlandsche Bank stemt slechts in met een overdracht als bedoeld in artikel 3:114a, eerste lid, aan een herverzekeraar met zetel in een niet-aangewezen staat in het kader van diens bedrijfsuitoefening vanuit een in een andere lidstaat gelegen bijkantoor, indien:
a. de toezichthoudende instantie van die lidstaat op verzoek van de Nederlandsche Bank heeft medegedeeld dat het bijkantoor, mede gelet op de voorgenomen overdracht, beschikt over het minimumbedrag aan solvabiliteitsmarge;
b. de toezichthoudende instantie van die lidstaat geen plan dat overeenkomt met een herstelplan als bedoeld in artikel 3:132 heeft verlangd van het bijkantoor; en
c. de betrokken toezichthoudende instantie op verzoek van de Nederlandsche Bank instemt met de overdracht.
Artikel 3:121 vervalt.
Artikel 3:130 vervalt.
Het opschrift van paragraaf 3.5.2.3. komt te luiden:
§ 3.5.2.3. Herverzekeraars met zetel in een niet-aangewezen staat ennatura-uitvaartverzekeraars met zetel in een niet-aangewezen staat
In artikel 3:134 wordt na de zinsnede «van overeenkomstige toepassing op» ingevoegd: herverzekeraars en.
In artikel 3:135, tweede lid, wordt de zinsnede «de levensverzekeraar of schadeverzekeraar» vervangen door: de herverzekeraar, levensverzekeraar of schadeverzekeraar.
In artikel 3:136, vijfde lid, wordt de zinsnede «de levensverzekeraar of schadeverzekeraar» vervangen door: de herverzekeraar, levensverzekeraar of schadeverzekeraar.
In artikel 3:138, tweede lid, wordt de zinsnede «een levensverzekeraar of schadeverzekeraar» vervangen door: een herverzekeraar, levensverzekeraar of schadeverzekeraar.
Het opschrift van paragraaf 3.5.3.4. komt te luiden:
§ 3.5.3.4. Herverzekeraars met zetel in een niet-aangewezen staat en natura-uitvaartverzekeraars met zetel in een niet-aangewezen staat.
Artikel 3:146 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt de zinsnede «Indien een natura-uitvaartverzekeraar met zetel in een niet-aangewezen staat niet voldoet aan het bij of krachtens artikel 3:69 bepaalde» vervangen door: Indien een herverzekeraar met zetel in een niet-aangewezen staat of natura-uitvaartverzekeraar met zetel in een niet-aangewezen staat niet voldoet aan het bij of krachtens artikel 3:68a onderscheidenlijk 3:69 bepaalde.
2. In het derde lid wordt de zinsnede «zodra de natura-uitvaartverzekeraar weer voldoet aan het bij of krachtens artikel 3:69 bepaalde» vervangen door: zodra de herverzekeraar of natura-uitvaartverzekeraar weer voldoet aan het bij of krachtens artikel 3:68a onderscheidenlijk 3:69 bepaalde.
In artikel 3:147 wordt na de zinsnede «van overeenkomstige toepassing op» ingevoegd: herverzekeraars met zetel in een niet-aangewezen staat en op.
Artikel 3:148 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt de zinsnede «de financiële positie van de natura-uitvaartverzekeraar met zetel in een niet-aangewezen staat» vervangen door «de financiële positie van de herverzekeraar met zetel in een niet-aangewezen staat of natura-uitvaartverzekeraar met zetel in een niet-aangewezen staat», en wordt de zinsnede «de vrije beschikking door de natura-uitvaartverzekeraar» vervangen door «de vrije beschikking door de herverzekeraar of natura-uitvaartverzekeraar».
2. In het derde lid wordt de zinsnede «de natura-uitvaartverzekeraar» vervangen door: de herverzekeraar of natura-uitvaartverzekeraar.
Artikel 3:161 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1» geplaatst. In die tekst wordt de zinsnede «bedrijf van verzekeraar» vervangen door: bedrijf van entiteit voor risico-acceptatie of verzekeraar.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Voor de toepassing van deze paragraaf wordt onder «verzekeraar» mede verstaan «entiteit voor risico-acceptatie» en onder «verzekering» mede «risico-acceptatie».
Het opschrift van paragraaf 3.5.5.4. komt te luiden:
§ 3.5.5.4. Entiteiten voor risico-acceptatie, herverzekeraars en natura-uitvaartverzekeraars met zetel buiten Nederland en met een in Nederland gelegen bijkantoor.
Artikel 3:222 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt de zinsnede «het bedrijf van natura-uitvaartverzekeraar» vervangen door «het bedrijf van herverzekeraar of natura-uitvaartverzekeraar» en wordt de zinsnede «het bijkantoor van de natura-uitvaartverzekeraar» vervangen door «het bijkantoor van de betrokken verzekeraar».
2. In het tweede lid wordt de zinsnede «zetel van de natura-uitvaartverzekeraar» vervangen door: zetel van de verzekeraar.
3. Voor de toepassing van deze paragraaf wordt onder «herverzekeraar» mede verstaan «entiteit voor risico-acceptatie».
In artikel 3:223, eerste en vierde lid, tweede volzin, wordt de zinsnede «de natura-uitvaartverzekeraar» telkens vervangen door: de verzekeraar.
In artikel 3:225, eerste lid, en artikel 3:226 wordt de zinsnede «een natura-uitvaartverzekeraar» telkens vervangen door: een herverzekeraar of natura-uitvaartverzekeraar.
In artikel 3:227 wordt de zinsnede «de natura-uitvaartverzekeraar» vervangen door «herverzekeraar of natura-uitvaartverzekeraar» en wordt de zinsnede «waar zij haar zetel heeft» vervangen door «waar hij zijn zetel heeft».
In artikel 3:229, eerste lid, wordt de zinsnede «handelingen met de natura-uitvaartverzekeraar» vervangen door «handelingen met de herverzekeraar of natura-uitvaartverzekeraar», en wordt de zinsnede «liquiditeitspositie van de naturauitvaartverzekeraar» vervangen door «liquiditeitspositie van de verzekeraar».
Artikel 3:230 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt de zinsnede «de natura-uitvaartverzekeraar» vervangen door: de herverzekeraar of natura-uitvaartverzekeraar.
2. De laatste volzin van het tweede lid komt te luiden: Aan schuldeisers als bedoeld in artikel 3:228 met een vordering uit hoofde van natura-uitvaartverzekering vermeldt de kennisgeving voorts welke de belangrijkste gevolgen van de noodregeling voor de overeenkomsten uit hoofde van verzekering zijn, en de rechten en de verplichtingen van de verzekerden en anderen in verband met de overeenkomsten van verzekering.
3. In het vierde lid wordt de zinsnede «de natura-uitvaartverzekeraar» vervangen door: de verzekeraar.
In artikel 3:231, tweede lid, wordt de zinsnede «de natura-uitvaartverzekeraar» vervangen door: de herverzekeraar of natura-uitvaartverzekeraar.
Artikel 3:232 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste en derde lid wordt de zinsnede «de natura-uitvaartverzekeraar» telkens vervangen door: de herverzekeraar of natura-uitvaartverzekeraar.
2. In het eerste lid wordt de zinsnede «die aan hem» vervangen door: die aan hen.
In artikel 3:241, eerste lid, artikel 3:242, eerste en tweede lid, en artikel 3:251, onderdeel a, wordt de zinsnede «kredietinstelling, levensverzekeraar of schadeverzekeraar» telkens vervangen door: entiteit voor risico-acceptatie, kredietinstelling of verzekeraar.
Artikel 3:268, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel g komt te luiden:
g. gemengde verzekeringsholding: een moederonderneming die geen gemengde financiële holding, herverzekeraar, levensverzekeraar, schadeverzekeraar of verzekeringsholding is, en die een herverzekeraar, levensverzekeraar of schadeverzekeraar met zetel in een lidstaat als dochteronderneming heeft;
2. Onderdeel j komt te luiden:
j. verzekeringsholding: een moederonderneming die geen gemengde financiële holding is, een herverzekeraar, levensverzekeraar of schadeverzekeraar met zetel in een lidstaat als dochteronderneming heeft en waarvan de hoofdactiviteit bestaat uit het verkrijgen en houden van deelnemingen in dochterondernemingen die uitsluitend of hoofdzakelijk herverzekeraars, levensverzekeraars of schadeverzekeraars zijn.
In artikel 3:269, tweede lid, wordt de zinsnede «levensverzekeraar of schadeverzekeraar» vervangen door «herverzekeraar, levensverzekeraar of schadeverzekeraar» en wordt «levensverzekeraars en schadeverzekeraars in een verzekeringsgroep» vervangen door «herverzekeraars, levensverzekeraars en schadeverzekeraars in een verzekeringsgroep».
In het opschrift van afdeling 3.6.3. wordt de zinsnede «levensverzekeraars en schadeverzekeraars» vervangen door: herverzekeraars, levensverzekeraars en schadeverzekeraars.
Artikel 3:282 komt te luiden:
1. Op een Nederlandse herverzekeraar, levensverzekeraar of schadeverzekeraar die een deelnemende onderneming is in een Nederlandse herverzekeraar, levensverzekeraar of schadeverzekeraar, in een Europeseherverzekeraar, levensverzekeraar of schadeverzekeraar of in een niet-Europese herverzekeraar, levensverzekeraar of schadeverzekeraar, wordt aanvullend toezicht uitgeoefend als bedoeld in de artikelen 3:284, 3:285 en 3:287. Artikel 3:269 is van overeenkomstige toepassing.
2. Op een Nederlandse herverzekeraar, levensverzekeraar of schadeverzekeraar die een dochteronderneming is van een verzekeringsholding of van een niet-Europese herverzekeraar, levensverzekeraar of schadeverzekeraar, wordt aanvullend toezicht uitgeoefend als bedoeld in de artikelen 3:284, 3:286 en 3:287.
3. Op een Nederlandse herverzekeraar, levensverzekeraar of schadeverzekeraar waarvan de moederonderneming een gemengde verzekeringsholding is, wordt aanvullend toezicht uitgeoefend als bedoeld in de artikelen 3:284 en 3:286.
In artikel 3:283, onderdelen a en b, wordt de zinsnede «Nederlandse levensverzekeraar of schadeverzekeraar» vervangen door: Nederlandse verzekeraar.
Artikel 3:284 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. De Nederlandsche Bank betrekt in het aanvullende toezicht, bedoeld in artikel 3:282, onder andere intragroepsovereenkomsten en -posities tussen de aan dat toezicht onderworpen Nederlandse herverzekeraar, levensverzekeraar of schadeverzekeraar en:
a. met die verzekeraar verbonden ondernemingen;
b. in die verzekeraar deelnemende ondernemingen;
c. ondernemingen die zijn verbonden met de ondernemingen, bedoeld in onderdeel b; en
d. natuurlijke personen die een deelneming bezitten in:
1°. die verzekeraar of een daarmee verbonden onderneming;
2°. een in die verzekeraar deelnemende onderneming;
3°. een onderneming die is verbonden met een onderneming als bedoeld onder 2°.
2. In het tweede lid wordt de zinsnede «De levensverzekeraar of schadeverzekeraar dient» vervangen door: De verzekeraar, bedoeld in het eerste lid, aanhef, dient.
3. In het vierde lid wordt de zinsnede «levensverzekeraar of schadeverzekeraar in gevaar is» vervangen door «verzekeraar, bedoeld in het eerste lid, aanhef, in gevaar is» en wordt de zinsnede «die levensverzekeraar of schadeverzekeraar» vervangen door «die verzekeraar».
Artikel 3:285 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt de zinsnede «levensverzekeraar of schadeverzekeraar» vervangen door: herverzekeraar, levensverzekeraar of schadeverzekeraar.
2. In het derde lid wordt de zinsnede «die levensverzekeraar of schadeverzekeraar» vervangen door: de verzekeraar.
Artikel 3:286 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt de zinsnede «Een levensverzekeraar of schadeverzekeraar» vervangen door: Een herverzekeraar, levensverzekeraar of schadeverzekeraar.
2. Het tweede lid komt te luiden:
2. Alle met de niet-Europese herverzekeraar, niet-Europese levensverzekeraar, niet-Europese schadeverzekeraar of verzekeringsholding verbonden ondernemingen worden in de berekening betrokken.
3. Het derde lid komt te luiden:
3. Indien uit de berekening, bedoeld in het tweede lid, blijkt dat de solvabiliteit van een herverzekeraar, levensverzekeraar of schadeverzekeraar die een dochteronderneming is van de niet-Europese herverzekeraar, niet-Europese levensverzekeraar, niet-Europese schadeverzekeraar of verzekeringsholding in gevaar is of zou kunnen komen, neemt de Nederlandsche Bank maatregelen jegens die herverzekeraar, levensverzekeraar of schadeverzekeraar.
Artikel 3:287 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt de zinsnede «Nederlandse levensverzekeraar of schadeverzekeraar» vervangen door: Nederlandse herverzekeraar, levensverzekeraar of schadeverzekeraar.
2. Het tweede lid komt te luiden:
2. De Nederlandsche Bank kan de inlichtingen zelf dan wel door middel van de personen, bedoeld in artikel 1:72, eerste lid, ter plaatse verifiëren bij:
a. de aan het toezicht, bedoeld in artikel 3:282, onderworpen verzekeraar;
b. de dochterondernemingen van deze verzekeraar;
c. de moederondernemingen van deze verzekeraar; of
d. de dochterondernemingen van een moederonderneming van deze verzekeraar.
3. In het derde lid wordt de zinsnede «verbonden levensverzekeraar of schadeverzekeraar» vervangen door «verbonden herverzekeraar, levensverzekeraar of schadeverzekeraar», en wordt de zinsnede «Nederlandse levensverzekeraar of schadeverzekeraar» vervangen door «verzekeraar».
Artikel 3:288 komt te luiden:
1. Indien een Nederlandse herverzekeraar, levensverzekeraar of schadeverzekeraar en een of meer Europese herverzekeraars, Europese levensverzekeraars of Europese schadeverzekeraars als moederonderneming dezelfde gemengde verzekeringsholding, niet-Europese herverzekeraar, niet-Europese levensverzekeraar, niet-Europese schadeverzekeraar of verzekeringsholding hebben, kan de Nederlandsche Bank na overleg met de desbetreffende toezichthoudende instanties van andere lidstaten, ermee instemmen dat het aanvullende toezicht, bedoeld in artikel 3:282, eerste lid, door een van die andere toezichthoudende instanties zal worden uitgeoefend.
2. Indien een Europese herverzekeraar, levensverzekeraar of schadeverzekeraar en een Nederlandse herverzekeraar, levensverzekeraar of schadeverzekeraar als moederonderneming dezelfde gemengde verzekeringsholding, niet-Europese herverzekeraar, niet-Europese levensverzekeraar, niet-Europese schadeverzekeraar of verzekeringsholding hebben, kan de Nederlandsche Bank, na overleg met de desbetreffende toezichthoudende instanties van andere lidstaten, het aanvullende toezicht, bedoeld in deze afdeling, uitoefenen op die Europese herverzekeraar, levensverzekeraar of schadeverzekeraar. Alsdan zijn de bepalingen van deze afdeling van overeenkomstige toepassing ten aanzien van die verzekeraar.
Na artikel 4:2a wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Het ingevolge dit deel bepaalde is niet van toepassing op het in de uitoefening van een beroep of bedrijf als gevolmachtigde of ondergevolmachtigde van een herverzekeraar voor diens rekening sluiten van een herverzekering met een natura-uitvaartverzekeraar, levensverzekeraar of schadeverzekeraar of andere herverzekeraar.
De bijlage bij artikel 1:79 wordt als volgt gewijzigd:
1. In de numerieke volgorde worden de volgende artikelen ingevoegd:
2:26a, eerste lid
2:26d, eerste lid
2:26f, eerste lid
2:54a, eerste lid
2:54d, eerste lid
2:54f, eerste lid
3:38a
3:38b
3:55a, eerste en tweede lid
3:68a, eerste en tweede lid.
2. «3:36, eerste, tweede en vierde lid» wordt vervangen door: 3:36, eerste lid, tweede lid, onderdeel c, derde en zesde lid;
De bijlage bij artikel 1:80 wordt als volgt gewijzigd:
1. In de numerieke volgorde worden de volgende artikelen ingevoegd:
2:26a, eerste lid
2:26c, eerste lid
2:26d, eerste lid
2:26f, eerste lid
2:54a, eerste lid
2:54c, eerste lid
2:54f, eerste lid
3:38a
3:38b
3:55a, eerste en tweede lid
3:68a, eerste en tweede lid
3:114
3:114a
2. «3:36, eerste, tweede en vierde lid» wordt vervangen door: 3:36, eerste lid, tweede lid, onderdeel c, derde en zesde lid;
In de artikelen III tot en met XVIII wordt verstaan onder «de wet»: de Wet op het financieel toezicht.
1. Een herverzekeraar met zetel in Nederland die zijn bedrijf uitoefende onmiddellijk voorafgaand aan 10 december 2005, verkrijgt op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet van rechtswege een vergunning als bedoeld in artikel 2:26a, eerste lid, van de wet voor de uitoefening van het bedrijf van herverzekeraar in de activiteit waarin hij zijn bedrijf op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet uitoefent.
2. De herverzekeraar legt binnen drie maanden na inwerkingtreding van deze wet gegevens aan de Nederlandsche Bank over waaruit blijkt dat uiterlijk op 10 december 2008 zal zijn voldaan aan:
a. artikel 3:8 van de wet met betrekking tot de deskundigheid van de in dat artikel bedoelde personen;
b. artikel 3:9 van de wet met betrekking tot de betrouwbaarheid van de in dat artikel genoemde personen;
c. artikel 3:10, eerste en tweede lid, van de wet met betrekking tot het beleid met betrekking tot de integere bedrijfsuitoefening;
d. artikel 3:15, eerste en tweede lid, van de wet met betrekking tot het minimum aantal personen dat het dagelijks beleid bepaalt en de plaats van waaruit zij hun werkzaamheden verrichten;
e. artikel 3:16, eerste en tweede lid, van de wet met betrekking tot de zeggenschapsstructuur;
f. artikel 3:17, eerste en tweede lid, van de wet met betrekking tot de inrichting van de bedrijfsvoering;
g. artikel 3:20 van de wet met betrekking tot de rechtsvorm;
h. artikel 3:36 van de wet met betrekking tot het uitoefenen van een ander bedrijf dan het bedrijf van herverzekeraar;
i. artikel 3:53, eerste tot en met vierde lid, van de wet met betrekking tot het minimum eigen vermogen;
j. artikel 3:57, eerste tot en met vierde lid, van de wet met betrekking tot de solvabiliteit; en
k. artikel 3:70 van de wet met betrekking tot het boekjaar.
3. De Nederlandsche Bank kan alle in de wet voorziene maatregelen treffen jegens de herverzekeraar, tot 10 december 2008 met uitzondering van:
a. het intrekken van de vergunning uitsluitend vanwege het feit dat de herverzekeraar niet voldoet aan 3:53, eerste, tweede en vierde lid, of artikel 3:57, eerste, derde en vierde lid, van de wet;
b. het geven van een aanwijzing als bedoeld in artikel 1:75 van de wet tot overdracht van de gehele portefeuille uitsluitend vanwege het feit dat de herverzekeraar niet voldoet aan 3:53, eerste, tweede en vierde lid, of artikel 3:57, eerste, derde en vierde lid, van de wet.
4. De herverzekeraar die overeenkomstig het eerste lid een vergunning heeft, wordt als aanvrager ingeschreven in het register, bedoeld in artikel 1:107 van de wet. De Nederlandsche Bank haalt deze inschrijving door zodra zij onherroepelijk op de aanvraag heeft beslist.
1. Degene die onmiddellijk voorafgaand aan 10 december 2005 een gekwalificeerde deelneming hield in een herverzekeraar met zetel in Nederland verkrijgt op het moment van inwerkingtreding van deze wet van rechtswege een verklaring van geen bezwaar als bedoeld in artikel 3:95, eerste lid, van de wet voor de deelneming die op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet in de herverzekeraar wordt gehouden.
2. De houder van de gekwalificeerde deelneming legt binnen drie maanden na inwerkingtreding van deze wet aan de Nederlandsche Bank over:
a. een opgave van de omvang van een gekwalificeerde deelneming als bedoeld in artikel 3:95 van de wet;
b. gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge artikel 3:99 van de wet is bepaald met betrekking tot de betrouwbaarheid van de houder van de verklaring van geen bezwaar die op grond van zijn gekwalificeerde deelneming het beleid van de betrokken onderneming zou kunnen bepalen of mede bepalen of zou bepalen of mede bepalen; en
c. bescheiden waaruit zijn financiële positie en zijn juridische groepsstructuur blijken.
3. Indien het een gekwalificeerde deelneming betreft als bedoeld in artikel 3:97, eerste lid, van de wet zendt de Nederlandsche Bank de gegevens en bescheiden, vergezeld van haar advies, door aan Onze Minister.
4. Tot 10 december 2008 kan de Nederlandsche Bank de ingevolge het eerste lid verkregen verklaring van geen bezwaar niet intrekken.
1. De gegevens, bedoeld in artikel III, tweede lid, zijn:
a. een opgave van de naam, het adres en het telefoon- en faxnummer van de herverzekeraar;
b. een opgave van de naam van de herverzekeraar;
c. een opgave van de statutaire zetel, de statutaire naam en de handelsnaam of handelsnamen;
d. indien de herverzekeraar is ingeschreven in het handelsregister, een opgave van het nummer van inschrijving;
e. een gewaarmerkt afschrift van de statuten;
f. een programma van werkzaamheden die de herverzekeraar voornemens is te verrichten;
g. gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge artikel 3:8 van de wet is bepaald met betrekking tot de deskundigheid van de personen die het dagelijks beleid bepalen;
h. gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge artikel 3:9 van de wet is bepaald met betrekking tot de betrouwbaarheid van de personen die het beleid bepalen of mede bepalen of onderdeel zijn van een orgaan dat belast is met toezicht op het beleid en de algemene gang van zaken;
i. een beschrijving van het voorgenomen beleid met betrekking tot de integere bedrijfsuitoefening, bedoeld in artikel 3:10, eerste lid, van de wet;
j. een beschrijving van de zeggenschapsstructuur aan de hand waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of voldaan wordt aan artikel 3:16 van de wet;
k. een beschrijving van de inrichting van de bedrijfsvoering met betrekking tot de beheerste en integere bedrijfsuitoefening, bedoeld in artikel 3:17, eerste lid, van de wet;
l. bescheiden waaruit het eigen vermogen, bedoeld in artikel 3:53, van de wet, en de te verwachten solvabiliteit, bedoeld in artikel 3:57, eerste lid, van de wet blijken; en
m. indien van toepassing:
1°. een opgave van de omvang van een gekwalificeerde deelneming als bedoeld in artikel 3:95 van de wet;
2°. gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of wordt voldaan aan hetgeen ingevolge artikel 3:99 van de wet is bepaald met betrekking tot de betrouwbaarheid van de houder van een verklaring van geen bezwaar die op grond van zijn gekwalificeerde deelneming het beleid van de betrokken onderneming zou kunnen bepalen of mede bepalen of zou bepalen of mede bepalen; en
3°. bescheiden waaruit de financiële positie en de juridische groepsstructuur van de houder van een verklaring van geen bezwaar blijken.
2. De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel g, zijn:
a. een opgave van de naam, geboortedatum, geboorteplaats, nationaliteit, het privé-adres, het telefoon- en faxnummer en de functie;
b. een curriculum vitae;
c. een opgave van de relevante diploma’s;
d. een kopie van een geldig legimatiebewijs; en
e. een opgave van referenten.
3. De gegevens, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onderdeel h, zijn:
a. een opgave van de naam, de geboortedatum, de geboorteplaats, nationaliteit, het privé-adres, het telefoonen faxnummer en de functie;
b. een kopie van een geldig identiteitsbewijs;
c. gegevens met betrekking tot de antecedenten, bedoeld in de bijlage bij het Besluit Markttoegang financiële ondernemingen Wft; en
d. een opgave van referenten.
4. Het eerste lid, aanhef en onderdelen h en m, zijn niet van toepassing ten aanzien van personen wier betrouwbaarheid voor de toepassing van de wet door een toezichthouder reeds is vastgesteld.
Het programma van werkzaamheden, bedoeld in artikel IV, eerste lid, onderdeel f, dat wordt overgelegd door degene die een vergunning aanvraagt voor het uitoefenen van het bedrijf van herverzekeraar, bevat het volgende:
a. een opgave van de aard van de risico’s die de herverzekeraar voornemens is te dekken;
b. indien van toepassing, een opgave van de aard van de overeenkomsten die de herverzekeraar voornemens is te sluiten met de levensverzekeraars, natura-uitvaartverzekeraars of andere herverzekeraars die levensverzekeringen herverzekeren, van wie hij de overgedragen risico’s accepteert;
c. een uiteenzetting omtrent de leidende beginselen op het gebied van het sluiten van overeenkomsten waarbij de herverzekeraar een gedeelte van het door hem herverzekerde risico, tegen betaling van premie, op zijn beurt aan een andere herverzekeraar overdraagt;
d. een raming van de kosten voor de inrichting van de administratie en van het produktienet en bewijsstukken waaruit blijkt dat de herverzekeraar beschikt over de financiële middelen ter dekking daarvan;
e. een raming voor de eerste drie boekjaren van de andere dan de in onderdeel c bedoelde kosten van beheer, in het bijzonder van de algemene kosten en provisies;
f. een raming voor de eerste drie boekjaren van de premies en van de schaden;
g. een raming voor de eerste drie boekjaren van de liquiditeitspositie; en
h. een raming voor de eerste drie boekjaren van de financiële middelen tot dekking van de verplichtingen en tot dekking van de solvabiliteitsmarge, bedoeld in artikel 3:57, derde lid, van de wet.
1. Een herverzekeraar met zetel in een niet-aangewezen staat die zijn bedrijf vanuit een in Nederland gelegen bijkantoor uitoefende onmiddellijk voorafgaand aan 10 december 2005 overeenkomstig het recht van de staat van de zetel, verkrijgt op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet van rechtswege een vergunning als bedoeld in artikel 2:54a, eerste lid, van de wet voor de uitoefening van het bedrijf van herverzekeraar in de activiteit waarin hij zijn bedrijf op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet uitoefent.
2. De herverzekeraar legt binnen drie maanden na inwerkingtreding van deze wet gegevens aan de Nederlandsche Bank over waaruit blijkt dat uiterlijk op 10 december 2008 zal zijn voldaan aan:
a. artikel 3:8 van de wet met betrekking tot de deskundigheid van de in dat artikel bedoelde personen;
b. artikel 3:9 van de wet met betrekking tot de betrouwbaarheid van de in dat artikel genoemde personen;
c. artikel 3:10, eerste en tweede lid, van de wet met betrekking tot het beleid met betrekking tot de integere bedrijfsuitoefening;
d. artikel 3:16, eerste en tweede lid, van de wet met betrekking tot de zeggenschapsstructuur;
e. artikel 3:17, eerste en tweede lid, van de wet met betrekking tot de inrichting van de bedrijfsvoering;
f. artikel 3:20 van de wet met betrekking tot de rechtsvorm;
g. artikel 3:53, eerste tot en met vierde lid, van de wet met betrekking tot het minimum eigen vermogen;
h. artikel 3:57, eerste tot en met vierde lid, van de wet met betrekking tot de solvabiliteit; en
i. artikel 3:70 van de wet met betrekking tot het boekjaar.
3. De Nederlandsche Bank kan alle in de wet voorziene maatregelen treffen jegens de herverzekeraar, tot 10 december 2008 met uitzondering van:
a. het intrekken van de vergunning uitsluitend vanwege het feit dat de herverzekeraar niet voldoet aan 3:53, eerste, tweede en vierde lid, van de wet; en
b. het geven van een aanwijzing als bedoeld in artikel 1:75 van de wet tot overdracht van de gehele portefeuille uitsluitend vanwege het feit dat de herverzekeraar niet voldoet aan 3:53, eerste, tweede en vierde lid, van de wet.
4. De herverzekeraar die overeenkomstig het eerste lid een vergunning heeft, wordt als aanvrager ingeschreven in het register, bedoeld in artikel 1:107 van de wet. De Nederlandsche Bank haalt deze inschrijving door zodra zij onherroepelijk op de aanvraag heeft beslist.
1. De gegevens, bedoeld in artikel VII, tweede lid, zijn:
a. een opgave van de naam, het adres en het telefoon- en faxnummer van de herverzekeraar;
b. een opgave van de naam van de herverzekeraar;
c. een opgave van de statutaire zetel, de statutaire naam en de handelsnaam of handelsnamen;
d. indien de herverzekeraar is ingeschreven in het handelsregister, een opgave van het nummer van inschrijving;
e. een gewaarmerkt afschrift van de statuten;
f. een programma van werkzaamheden die de herverzekeraar voornemens is te verrichten;
g. gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge artikel 3:8 van de wet is bepaald met betrekking tot de deskundigheid van de personen die het dagelijks beleid bepalen;
h. gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge artikel 3:9 van de wet is bepaald met betrekking tot de betrouwbaarheid van de personen die het beleid bepalen of mede bepalen of onderdeel zijn van een orgaan dat belast is met toezicht op het beleid en de algemene gang van zaken;
i. een beschrijving van het voorgenomen beleid met betrekking tot de integere bedrijfsuitoefening, bedoeld in artikel 3:10, eerste lid, van de wet;
j. een beschrijving van de zeggenschapsstructuur aan de hand waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of voldaan wordt aan artikel 3:16 van de wet;
k. een beschrijving van de inrichting van de bedrijfsvoering met betrekking tot de beheerste en integere bedrijfsuitoefening, bedoeld in artikel 3:17, eerste lid, van de wet;
l. bescheiden waaruit het eigen vermogen, bedoeld in artikel 3:53, van de wet, en de te verwachten solvabiliteit, bedoeld in artikel 3:57, eerste lid van de wet blijken; en
m. indien van toepassing:
1°. een opgave van de omvang van een gekwalificeerde deelneming als bedoeld in artikel 3:95 van de wet;
2°. gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of wordt voldaan aan hetgeen ingevolge artikel 3:99 van de wet is bepaald met betrekking tot de betrouwbaarheid van de houder van een verklaring van geen bezwaar die op grond van zijn gekwalificeerde deelneming het beleid van de betrokken onderneming zou kunnen bepalen of mede bepalen of zou bepalen of mede bepalen; en
3°. bescheiden waaruit de financiële positie en de juridische groepsstructuur van de aanvrager of houder van een verklaring van geen bezwaar blijken.
2. De gegevens, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onderdeel g, zijn:
a. een opgave van de naam, geboortedatum, geboorteplaats, nationaliteit, het privé-adres, het telefoon- en faxnummer en de functie;
b. een curriculum vitae;
c. een opgave van de relevante diploma’s;
d. een kopie van een geldig legimatiebewijs; en
e. een opgave van referenten.
3. De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel h, zijn:
a. een opgave van de naam, de geboortedatum, de geboorteplaats, nationaliteit, het privé-adres, het telefoonen faxnummer en de functie;
b. een kopie van een geldig identiteitsbewijs;
c. gegevens met betrekking tot de antecedenten, bedoeld in de bijlage bij het Besluit Markttoegang financiële ondernemingen Wft; en
d. een opgave van referenten.
4. Het eerste lid, aanhef en onderdelen h en m, zijn niet van toepassing ten aanzien van personen wier betrouwbaarheid voor de toepassing van de wet door een toezichthouder reeds is vastgesteld.
Het programma van werkzaamheden, bedoeld in artikel VIII, eerste lid, onderdeel f, dat wordt overgelegd door degene die een vergunning aanvraagt voor het uitoefenen van het bedrijf van herverzekeraar, bevat het volgende:
a. een opgave van de aard van de risico’s die de herverzekeraar voornemens is te dekken;
b. indien van toepassing, een opgave van de aard van de overeenkomsten die de herverzekeraar voornemens is te sluiten met de levensverzekeraars, natura-uitvaartverzekeraars of andere herverzekeraars die levensverzekeringen herverzekert, van wie hij de overgedragen risico’s accepteert;
c. een uiteenzetting omtrent de leidende beginselen op het gebied van het sluiten van overeenkomsten waarbij de herverzekeraar een gedeelte van het door hem herverzekerde risico, tegen betaling van premie, op zijn beurt aan een andere herverzekeraar overdraagt;
d. een raming van de kosten voor de inrichting van de administratie en van het produktienet en bewijsstukken waaruit blijkt dat de herverzekeraar beschikt over de financiële middelen ter dekking daarvan;
e. een raming voor de eerste drie boekjaren van de andere dan de in onderdeel c bedoelde kosten van beheer, in het bijzonder van de algemene kosten en provisies;
f. een raming voor de eerste drie boekjaren van de premies en van de schaden;
g. een raming voor de eerste drie boekjaren van de liquiditeitspositie; en
h. een raming voor de eerste drie boekjaren van de financiële middelen tot dekking van de verplichtingen en tot dekking van de solvabiliteitsmarge, bedoeld in artikel 3:57, derde lid, van de wet.
1. Een entiteit voor risico-acceptatie met zetel in Nederland die zijn bedrijf uitoefende onmiddellijk voorafgaand aan 10 december 2005, verkrijgt op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet van rechtswege een vergunning als bedoeld in artikel 2:54a, eerste lid, van de wet voor de uitoefening van het bedrijf van entiteit voor risico-acceptatie in de activiteit waarin zij haar bedrijf op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet uitoefent.
2. De entiteit voor risico-acceptatie legt binnen drie maanden na inwerkingtreding van deze wet gegevens aan de Nederlandsche Bank over waaruit blijkt dat uiterlijk op 10 december 2008 zal zijn voldaan aan:
a. artikel 3:8 van de wet met betrekking tot de deskundigheid van de in dat artikel bedoelde personen;
b. artikel 3:9 van de wet met betrekking tot de betrouwbaarheid van de in dat artikel genoemde personen;
c. artikel 3:10, eerste en tweede lid, van de wet met betrekking tot het beleid met betrekking tot de integere bedrijfsuitoefening;
d. artikel 3:15, eerste en tweede lid, van de wet met betrekking tot het minimum aantal personen dat het dagelijks beleid bepaalt en de plaats van waaruit zij hun werkzaamheden verrichten;
e. artikel 3:16, eerste en tweede lid, van de wet met betrekking tot de zeggenschapsstructuur;
f. artikel 3:17, eerste en tweede lid, van de wet met betrekking tot de inrichting van de bedrijfsvoering;
g. artikel 3:20, van de wet met betrekking tot de rechtsvorm;
h. artikel 3:53, eerste tot en met vierde lid, van de wet met betrekking tot het minimum eigen vermogen;
i. artikel 3:57, eerste tot en met vierde lid, van de wet met betrekking tot de solvabiliteit; en
j. artikel 3:70 van de wet met betrekking tot het boekjaar.
4. De Nederlandsche Bank kan alle in de wet voorziene maatregelen treffen jegens de entiteit voor risico-acceptatie, tot 10 december 2008 met uitzondering van:
a. het intrekken van de vergunning uitsluitend vanwege het feit dat de entiteit voor risico-acceptatie niet voldoet aan 3:53, eerste, tweede en vierde lid, of artikel 3:57, eerste, derde en vierde lid, van de wet;
b. het geven van een aanwijzing als bedoeld in artikel 1:75 van de wet tot overdracht van de gehele portefeuille uitsluitend vanwege het feit dat de entiteit voor risico-acceptatie niet voldoet aan 3:53, eerste, tweede en vierde lid, of artikel 3:57, eerste, derde en vierde lid, van de wet.
5. De entiteit voor risico-acceptatie die overeenkomstig het eerste lid een vergunning heeft, wordt als aanvrager ingeschreven in het register, bedoeld in artikel 1:107 van de wet. De Nederlandsche Bank haalt deze inschrijving door zodra zij onherroepelijk op de aanvraag heeft beslist.
1. Degene die onmiddellijk voorafgaand aan 10 december 2005 een gekwalificeerde deelneming hield in een entiteit voor risico-acceptatie met zetel in Nederland verkrijgt op het moment van inwerkingtreding van deze wet van rechtswege een verklaring van geen bezwaar als bedoeld in artikel 3:95, eerste lid, van de wet voor de deelneming die op het tijdstip van inwerkingtreding van de wet in de entiteit voor risico-acceptatie wordt gehouden.
2. De houder van de gekwalificeerde deelneming legt binnen drie maanden na inwerkingtreding van deze aan de Nederlandsche Bank over:
a. een opgave van de omvang van een gekwalificeerde deelneming als bedoeld in artikel 3:95 van de wet;
b. gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge artikel 3:99 van de wet is bepaald met betrekking tot de betrouwbaarheid van de houder van een verklaring van geen bezwaar die op grond van zijn gekwalificeerde deelneming het beleid van de betrokken onderneming zou kunnen bepalen of mede bepalen of zou bepalen of mede bepalen; en
c. bescheiden waaruit zijn financiële positie en zijn juridische groepsstructuur blijken.
3. Indien het een gekwalificeerde deelneming betreft als bedoeld in artikel 3:97, eerste lid, van de wet zendt de Nederlandsche Bank de gegevens en bescheiden, vergezeld van haar advies, door aan Onze Minister.
4. Tot 10 december 2008 kan de Nederlandsche Bank de ingevolge het eerste lid verkregen verklaring van geen bezwaar niet intrekken.
1. De gegevens, bedoeld in artikel X, tweede lid, zijn:
a. een opgave van de naam, het adres en het telefoon- en faxnummer van de entiteit voor risico-acceptatie;
b. een opgave van de naam van de entiteit voor risico-acceptatie;
c. een opgave van de statutaire zetel, de statutaire naam en de handelsnaam of handelsnamen;
d. indien de entiteit voor risico-acceptatie is ingeschreven in het handelsregister, een opgave van het nummer van inschrijving;
e. een gewaarmerkt afschrift van de statuten;
f. een programma van werkzaamheden die de entiteit voor risico-acceptatie voornemens is te verrichten;
g. gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge artikel 3:8 van de wet is bepaald met betrekking tot de deskundigheid van de personen die het dagelijks beleid bepalen;
h. gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge artikel 3:9 van de wet is bepaald met betrekking tot de betrouwbaarheid van de personen die het beleid bepalen of mede bepalen of onderdeel zijn van een orgaan dat belast is met toezicht op het beleid en de algemene gang van zaken;
i. een beschrijving van het voorgenomen beleid met betrekking tot de integere bedrijfsuitoefening, bedoeld in artikel 3:10, eerste lid, van de wet;
j. een beschrijving van de zeggenschapsstructuur aan de hand waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of voldaan wordt aan artikel 3:16 van de wet;
k. een beschrijving van de inrichting van de bedrijfsvoering met betrekking tot de beheerste en integere bedrijfsuitoefening, bedoeld in artikel 3:17, eerste lid, van de wet;
l. bescheiden waaruit het eigen vermogen, bedoeld in artikel 3:53, van de wet, en de te verwachten solvabiliteit, bedoeld in artikel 3:57, eerste lid van de wet blijken; en
m. indien van toepassing:
1°. een opgave van de omvang van een gekwalificeerde deelneming als bedoeld in artikel 3:95 van de wet;
2°. gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of wordt voldaan aan hetgeen ingevolge artikel 3:99 van de wet is bepaald met betrekking tot de betrouwbaarheid van de houder van een verklaring van geen bezwaar die op grond van zijn gekwalificeerde deelneming het beleid van de betrokken onderneming zou kunnen bepalen of mede bepalen of zou bepalen of mede bepalen; en
3°. bescheiden waaruit zijn financiële positie en zijn juridische groepsstructuur van de aanvrager van een verklaring van geen bezwaar blijken.
2. De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel g, zijn:
a. een opgave van de naam, geboortedatum, geboorteplaats, nationaliteit, het privé-adres, het telefoon- en faxnummer en de functie;
b. een curriculum vitae;
c. een opgave van de relevante diploma’s;
d. een kopie van een geldig legimatiebewijs; en
e. een opgave van referenten.
3. De gegevens, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onderdeel h, zijn:
a. een opgave van de naam, de geboortedatum, de geboorteplaats, nationaliteit, het privé-adres, het telefoon- en faxnummer en de functie;
b. een kopie van een geldig identiteitsbewijs;
c. gegevens met betrekking tot de antecedenten, bedoeld in de bijlage bij het Besluit Markttoegang financiële ondernemingen Wft; en
d. een opgave van referenten.
4. Het eerste lid, aanhef en onderdelen h en m, zijn niet van toepassing ten aanzien van personen wier betrouwbaarheid voor de toepassing van de wet door een toezichthouder reeds is vastgesteld.
Het programma van werkzaamheden, bedoeld in artikel XII, eerste lid, onderdeel f, bevat het volgende:
a. een opgave van de aard van de risico’s die de entiteit voor risico-acceptatie voornemens is te dekken;
b. indien van toepassing, een opgave van de aard van de overeenkomsten die de entiteit voor risico-acceptatie voornemens is te sluiten met de levensverzekeraars, natura-uitvaartverzekeraars of andere herverzekeraars die levensverzekeringen herverzekeren, van wie hij de overgedragen risico’s accepteert;
c. een uiteenzetting omtrent de leidende beginselen op het gebied van het sluiten van overeenkomsten waarbij de entiteit voor risico-acceptatie een gedeelte van het door hem geaccepteerde risico, tegen betaling van premie, op zijn beurt aan een andere herverzekeraar overdraagt;
d. een raming van de kosten voor de inrichting van de administratie en van het produktienet en bewijsstukken waaruit blijkt dat de entiteit voor risico-acceptatie beschikt over de financiële middelen ter dekking daarvan;
e. een raming voor de eerste drie boekjaren van de andere dan de in onderdeel c bedoelde kosten van beheer, in het bijzonder van de algemene kosten en provisies;
f. een raming voor de eerste drie boekjaren van de premies en van de schaden;
g. een raming voor de eerste drie boekjaren van de liquiditeitspositie; en
h. een raming voor de eerste drie boekjaren van de financiële middelen tot dekking van de verplichtingen en tot dekking van de solvabiliteitsmarge, bedoeld in artikel 3:57, derde lid, van de wet.
1. Een entiteit voor risico-acceptatie met zetel in een niet-aangewezen staat die zijn bedrijf vanuit een in Nederland gelegen bijkantoor uitoefende onmiddellijk voorafgaand aan 10 december 2005 overeenkomstig het recht van de staat van de zetel, verkrijgt op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet van rechtswege een vergunning als bedoeld in artikel 2:54a, eerste lid, van de wet voor de uitoefening van het bedrijf van entiteit voor risico-acceptatie in de activiteit waarin zij haar bedrijf op het tijdstip van inwerkingtreding van de wet uitoefent.
2. De entiteit voor risico-acceptatie legt binnen drie maanden na inwerkingtreding van deze wet gegevens aan de Nederlandsche Bank over waaruit blijkt dat uiterlijk 10 december 2008 zal zijn voldaan aan:
a. artikel 3:8 van de wet met betrekking tot de deskundigheid van de in dat artikel bedoelde personen;
b. artikel 3:9 van de wet met betrekking tot de betrouwbaarheid van de in dat artikel genoemde personen;
c. artikel 3:10, eerste en tweede lid, van de wet met betrekking tot het beleid met betrekking tot de integere bedrijfsuitoefening;
d. artikel 3:16, eerste en tweede lid, van de wet met betrekking tot de zeggenschapsstructuur;
e. artikel 3:17, eerste en tweede lid, van de wet met betrekking tot de inrichting van de bedrijfsvoering;
f. artikel 3:53, eerste tot en met vierde lid, van de wet met betrekking tot het minimum eigen vermogen;
g. artikel 3:57, eerste tot en met vierde lid, van de wet met betrekking tot de solvabiliteit; en
h. artikel 3:70 met betrekking tot het boekjaar.
3. De Nederlandsche Bank kan alle in de wet voorziene maatregelen treffen jegens de entiteit voor risico-acceptatie, tot 10 december 2008 met uitzondering van:
a. het intrekken van de vergunning uitsluitend vanwege het feit dat de entiteit voor risico-acceptatie niet voldoet aan 3:53, eerste, tweede en vierde lid, of artikel 3:57, eerste, derde en vierde lid, van de wet; en
b. het geven van een aanwijzing als bedoeld in artikel 1:75 van de wet tot overdracht van de gehele portefeuille uitsluitend vanwege het feit dat de entiteit voor risico-acceptatie niet voldoet aan 3:53, eerste , tweede en vierde lid, of artikel 3:57, eerste, derde en vierde lid, van de wet.
4. De entiteit voor risico-acceptatie die overeenkomstig het eerste lid een vergunning heeft, wordt als aanvrager ingeschreven in het register, bedoeld in artikel 1:107 van de wet. De Nederlandsche Bank haalt deze inschrijving door zodra zij onherroepelijk op de aanvraag heeft beslist.
1. De gegevens, bedoeld in artikel XIV, tweede lid, zijn:
a. een opgave van de naam, het adres en het telefoon- en faxnummer van de entiteit voor risico-acceptatie;
b. een opgave van de naam van de entiteit voor risico-acceptatie;
c. een opgave van de statutaire zetel, de statutaire naam en de handelsnaam of handelsnamen;
d. indien de entiteit voor risico-acceptatie is ingeschreven in het handelsregister, een opgave van het nummer van inschrijving;
e. een gewaarmerkt afschrift van de statuten;
f. een programma van werkzaamheden die de entiteit voor risico-acceptatie voornemens is te verrichten;
g. gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge artikel 3:8 van de wet is bepaald met betrekking tot de deskundigheid van de personen die het dagelijks beleid bepalen;
h. gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge artikel 3:9 van de wet is bepaald met betrekking tot de betrouwbaarheid van de personen die het beleid bepalen of mede bepalen of onderdeel zijn van een orgaan dat belast is met toezicht op het beleid en de algemene gang van zaken;
i. een beschrijving van het voorgenomen beleid met betrekking tot de integere bedrijfsuitoefening, bedoeld in artikel 3:10, eerste lid, van de wet;
j. een beschrijving van de zeggenschapsstructuur aan de hand waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of voldaan wordt aan artikel 3:16 van de wet;
k. een beschrijving van de inrichting van de bedrijfsvoering met betrekking tot de beheerste en integere bedrijfsuitoefening, bedoeld in artikel 3:17, eerste lid, van de wet;
l. bescheiden waaruit het eigen vermogen, bedoeld in artikel 3:53, van de wet, en de te verwachten solvabiliteit, bedoeld in artikel 3:57, eerste lid van de wet blijken; en
m. indien van toepassing:
1°. een opgave van de omvang van een gekwalificeerde deelneming als bedoeld in artikel 3:95 van de wet;
2°. gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of wordt voldaan aan hetgeen ingevolge artikel 3:99 van de wet is bepaald met betrekking tot de betrouwbaarheid van de houder van een verklaring van geen bezwaar die op grond van zijn gekwalificeerde deelneming het beleid van de betrokken onderneming zou kunnen bepalen of mede bepalen of zou bepalen of mede bepalen; en
3°. bescheiden waaruit zijn financiële positie en zijn juridische groepsstructuur blijken.
2. De gegevens, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onderdeel g, zijn:
a. een opgave van de naam, geboortedatum, geboorteplaats, nationaliteit, het privé-adres, het telefoon- en faxnummer en de functie;
b. een curriculum vitae;
c. een opgave van de relevante diploma’s;
d. een kopie van een geldig legimatiebewijs; en
e. een opgave van referenten.
3. De gegevens, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onderdeel h, zijn:
a. een opgave van de naam, de geboortedatum, de geboorteplaats, nationaliteit, het privé-adres, het telefoon- en faxnummer en de functie;
b. een kopie van een geldig identiteitsbewijs;
c. gegevens met betrekking tot de antecedenten, bedoeld in de bijlage bij het Besluit Markttoegang financiële ondernemingen Wft; en
d. een opgave van referenten.
4. Het eerste lid, aanhef en onderdelen h en m, zijn niet van toepassing ten aanzien van personen wier betrouwbaarheid voor de toepassing van de wet door een toezichthouder reeds is vastgesteld.
Het programma van werkzaamheden, bedoeld in artikel XV, eerste lid, onderdeel f, dat wordt overgelegd door degene die een vergunning aanvraagt voor het uitoefenen van het bedrijf van entiteit voor risico-acceptatie, bevat het volgende:
a. een opgave van de aard van de risico’s die de entiteit voor risico-acceptatie voornemens is te dekken;
b. een uiteenzetting omtrent de leidende beginselen op het gebied van het sluiten van overeenkomsten waarbij de entiteit voor risico-acceptatie een gedeelte van het door hem herverzekerde risico, tegen betaling van premie, op zijn beurt aan een andere herverzekeraar overdraagt;
c. een raming van de kosten voor de inrichting van de administratie en van het produktienet en bewijsstukken waaruit blijkt dat de entiteit voor risico-acceptatie beschikt over de financiële middelen ter dekking daarvan;
d. een raming voor de eerste drie boekjaren van de andere dan de in onderdeel c bedoelde kosten van beheer, in het bijzonder van de algemene kosten en provisies;
e. een raming voor de eerste drie boekjaren van de premies en van de schaden;
f. een raming voor de eerste drie boekjaren van de liquiditeitspositie; en
g. een raming voor de eerste drie boekjaren van de financiële middelen tot dekking van de verplichtingen en tot dekking van de solvabiliteitsmarge, bedoeld in artikel 3:57, derde lid, van de wet.
Wanneer op grond van deze wet de betrouwbaarheid van een persoon is vastgesteld, wordt die vaststelling voor de toepassing van de wet beschouwd als een vaststelling van de betrouwbaarheid ingevolge de wet.
De wet, met uitzondering van het Algemeen Deel, de hoofdstukken 5.1, 5.3 en 5.5 en afdeling 5.4.2, is niet van toepassing op herverzekeraars met zetel in Nederland of herverzekeraars met zetel in een niet-aangewezen staat die op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet niet langer herverzekeringen sluiten en uitsluitend hun bestaande portefeuille beheren met het oog op de beëindiging van de uitoefening van het bedrijf van herverzekeraar.
Indien het bij koninklijke boodschap van 25 juni 2007 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wet op het financieel toezicht ter implementatie van richtlijn markten voor financiële instrumenten (Wet implementatie richtlijn markten voor financiële instrumenten) (Kamerstukken II 2006/07, 31 086) tot wet wordt verheven en in werking treedt op een eerder tijdstip dan of op hetzelfde tijdstip als artikel I, wordt artikel I als volgt gewijzigd:
1. in onderdeel H wordt de zinsnede «Na artikel 1:58» vervangen door «Na artikel 1:58c» en wordt «Artikel 1:58a» vervangen door «Artikel 1:58d»;
2. in onderdeel P wordt de zinsnede «In artikel 1:71, onderdeel a,» vervangen door: In artikel 1:71, eerste lid, onderdeel a,;
3. onderdeel Q wordt vervangen door:
In artikel 1:104, eerste lid, onderdeel f, wordt de zinsnede «of een verzekeraar is die zijn bedrijf in de branche waarvoor hij een vergunning heeft, gedurende meer dan zes maanden heeft gestaakt» vervangen door: of een entiteit voor risico-acceptatie is die haar bedrijf waarvoor zij een vergunning heeft, gedurende meer dan zes maanden heeft gestaakt, een levensverzekeraar dan wel schadeverzekeraar is die zijn bedrijf in een branche waarvoor hij een vergunning heeft, gedurende meer dan zes maanden heeft gestaakt, een natura-uitvaartverzekeraar is die zijn bedrijf waarvoor hij een vergunning heeft, gedurende meer dan zes maanden heeft gestaakt of een herverzekeraar is die zijn bedrijf in een herverzekeringsactiviteit waarvoor hij een vergunning heeft, gedurende meer dan zes maanden heeft gestaakt.
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De minister van Financiën,
Nog niet opgenomen: «verplichte voorwaarden die in alle afgesproken contracten moeten voorkomen» (zie art. 46 lid 2, 2e gedachtestreepje). Aan DNB gevraagd wat voor eisen daaraan gesteld zouden moeten worden.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31131-2.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.