31 130
Wijziging van de Wet buitengewoon pensioen 1940–1945, de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers, de Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet, de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940–1945 en de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940–1945 in verband met de toekenning van een toeslag ter compensatie van de inkomensafhankelijke bijdrage, bedoeld in artikel 41 en de bijdrage, bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Zorgverzekeringswet

nr. 4
ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT1

Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad van State d.d. 16 juli 2007 en het nader rapport d.d. 28 augustus 2007, aangeboden aan de Koningin door de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Het advies van de Raad van State is cursief afgedrukt.

Bij Kabinetsmissive van 18 juni 2007, no. 07.001876, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot wijziging van de Wet buitengewoon pensioen 1940–1945, de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers, de Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet, de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940–1945 en de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940–1945 in verband met de toekenning van een toeslag ter compensatie van de inkomensafhankelijke bijdrage, bedoeld in artikel 41 en de bijdrage, bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Zorgverzekeringswet, met memorie van toelichting.

Het voorstel beoogt in vorengenoemde wetten te regelen dat de gerechtigden op basis van deze wetten ter compensatie van de inkomensafhankelijke bijdrage die zij over hun buitengewoon pensioen of uitkering verschuldigd zijn, een toeslag ontvangen en dat zij voor de belastingheffing daarover worden gecompenseerd. Eenzelfde regeling wordt voorgesteld voor de gerechtigden die over het buitengewoon pensioen of de uitkering de bijdrage, bedoeld in artikel 69 van de Zorgverzekeringswet, verschuldigd zijn.

De Raad van State onderschrijft de strekking van het wetsvoorstel, maar maakt een aantal opmerkingen met betrekking tot de berekening en de uitvoering van de genoemde compensaties. Hij is van oordeel dat in verband daarmee enige aanpassing van het voorstel wenselijk is.

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw Kabinet van 18 juni 2007, no. 07.001876, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 16 juli 2007, nr. W13.07.0159/I, bied ik U hierbij aan.

1. Ingevolge het wetsvoorstel wordt bij de berekening van de compensaties het buitengewoon pensioen respectievelijk de uitkering als grondslag genomen.1 De onderscheiden wetten kennen een aanspraak op een buitengewoon pensioen respectievelijk uitkering, zo nodig aangevuld met een (garantie)toeslag. Op grond van artikel 43 van de Zorgverzekeringswet maken de toeslagen onderdeel uit van het bijdrage-inkomen waarover de inkomensafhankelijke bijdrage moet worden betaald.2 Uit de tekst van de voorgestelde artikelen blijkt niet dat de toeslagen ook worden meegenomen in de berekeningsgrondslag voor de compensatie voor de inkomensafhankelijke bijdrage, terwijl in de toelichting niet wordt gemotiveerd waarom er geen compensatie plaatsvindt met betrekking tot de toeslagen als hiervoor genoemd.

De Raad adviseert in de toelichting op het vorenstaande in te gaan en het voorstel zo nodig aan te passen.

2. Op grond van de door middel van dit voorstel te wijzigen wetten kunnen de daarin genoemde andere inkomsten op het buitengewoon pensioen of de uitkering (vermeerderd met toeslagen) in mindering worden gebracht.3

De Raad adviseert in de toelichting in te gaan op de vraag of het in artikel 5.2, tweede lid, onderdeel b, van de Regeling Zorgverzekering genoemde percentage moet worden genomen van de grondslag voor of na de hier bedoelde vermindering en zo nodig de voorgestelde artikelen aan te passen.4

1. en 2. De Raad van State geeft aan dat uit de tekst van de voorgestelde artikelen en de toelichting niet blijkt dat de in de onderscheiden wetten voor oorlogsgetroffenen opgenomen toeslagen en kortingen van neveninkomsten in de berekeningsgrondslag voor de compensatie van de inkomensafhankelijke bijdrage zijn meegenomen.

In de betreffende artikelen wordt verwezen naar het bijdrage-inkomen, bedoeld in artikel 43, eerste lid, onderdeel a, van de Zorgverzekeringswet (Zvw). In dit artikelonderdeel wordt verwezen naar het belastbaar loon overeenkomstig de wettelijke bepalingen van de loonbelasting. Volgens artikel 10 van de Wet op de loonbelasting 1964 is loon «al hetgeen uit een dienstbetrekking of een vroegere dienstbetrekking wordt genoten». De term «genoten» impliceert dat het gaat om de aanspraak vermeerderd met de niet in het buitengewoon pensioen en de uitkering begrepen toeslagen en na toepassing van de vermindering wegens neveninkomsten. In de memorie van toelichting is een passage opgenomen waarin expliciet op het vorenstaande wordt ingegaan.

De opmerking van de Raad van State onder punt 1 betreffende de in de wetten buitengewoon pensioen opgenomen garantietoeslag is voor mij aanleiding geweest deze toeslag (niet zijnde een pensioen) afzonderlijk in de daarvoor in aanmerking komende bepalingen op te nemen. Dit geldt eveneens voor de in de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940–1945 opgenomen garantie-uitkering.

3. Voor redactionele kanttekeningen verwijst de Raad naar de bij het advies behorende bijlage.

3. De redactionele kanttekeningen die de Raad van State in overweging heeft gegeven zijn overgenomen met dien verstande dat is afgezien van een extra verwijzing in de memorie van toelichting naar artikel 5.2 van de Regeling zorgverzekering, omdat hierin reeds was voorzien.

De Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.

De waarnemend Vice-President van de Raad van State,

P. van Dijk

Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

M. Bussemaker

Bijlage bij het advies van de Raad van State betreffende no. W13.07.0159/I met redactionele kanttekeningen die de Raad in overweging geeft.

– De verwijzingen in de artikelen I, II, III, IV en V naar de artikelen 5.1 en 5.2 van de Regeling zorgverzekering (Rzv) vervangen door verwijzingen naar respectievelijk artikel 43, tweede lid, en artikel 45, tweede lid, van de Zorgverzekeringswet, en in de memorie van toelichting verwijzen naar de Rzv.1

– De verwijzing in de memorie van toelichting in de paragraaf over de toeslag voor gerechtigden die de inkomensafhankelijke bijdrage verschuldigd zijn, naar artikel 5.4, onderdeel b onder 3, van de Rzv, vervangen door een verwijzing naar artikel 5.4, onderdeel b, onder 4, van de Rzv.


XNoot
1

De oorspronkelijke tekst van het voorstel van wet en van de memorie van toelichting zoals voorgelegd aan de Raad van State is ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

XNoot
1

Zie het in artikel I, onderdeel A, van het voorstel te wijzigen artikel 31h, eerste lid, tweede volzin, van de Wet buitengewoon pensioen 1940–1945. Overeenkomstige bepalingen zijn te vinden in de artikelen II en III. In de artikelen IV en V van het wetsvoorstel wordt, gelet op het bepaalde in de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940 en de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940–1945, uitgegaan van de uitkering.

XNoot
2

Uit de artikelen 31h, 32 en 36 van de Wet buitengewoon pensioen 1940–1945 blijkt dat de garantietoeslag niet is inbegrepen in het buitengewoon pensioen. In de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers en de Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet komen overeenkomstige artikelen voor betreffende de garantietoeslag. In artikel 17 van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940–1945, alsmede in de artikelen 23 en 24 van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940–1945, wordt eveneens voorzien in toeslagen op de uitkering, die niet zijn inbegrepen in de uitkering zelf.

XNoot
3

Bijvoorbeeld de artikelen 12 en 20 van de Wet buitengewoon pensioen 1940–1945, artikel 19 van de Wet uitkering vervolgingsslachtoffers 1940–1945, artikel 28 van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940–1945.

XNoot
4

Zie bijvoorbeeld artikel 19a, eerste lid, van de Wet uikeringen vervolgingsslachtoffers 1940–1945.

XNoot
1

Zie ook aanwijzing 78, derde onderdeel, van de Aanwijzingen voor de regelgeving.

Naar boven