31 120
Wijziging van de Gaswet, de Elektriciteitswet 1998 en enige andere wetten tot herstel van wetstechnische gebreken en leemten, tot aanbrenging van wijzigingen van inhoudelijk ondergeschikte aard en tot intrekking van diverse wetten die uitgewerkt zijn

nr. 13
AMENDEMENT VAN HET LID HESSELS

Ontvangen 30 januari 2008

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel II wordt voor onderdeel A een onderdeel ingevoegd, luidende:

0A

In artikel 1, tweede lid, wordt na «mijnbouwkundige activiteiten,» ingevoegd: telecommunicatie of met de exploitatie van kabelnetten.

II

In artikel II wordt na onderdeel BA een onderdeel ingevoegd, luidende:

BB

In artikel 16c, tweede lid, wordt na «mijnbouwkundige activiteiten» ingevoegd: telecommunicatie of met de exploitatie van kabelnetten.

Toelichting

Artikel 1, lid 2, Elektriciteitswet 1998 betreft bedrijven, zoals mijnbouwbedrijven en beheerders van openbare verlichting, die als gevolg van de specifieke technische aard van hun werkzaamheden beschikken over grote aantallen kleine aansluitingen die onderdeel uitmaken van een fysiek geïntegreerde bedrijfsuitoefening. Alhoewel ook telecommunicatiebedrijven in het kader van hun bedrijfsvoering beschikken over grote aantallen van dergelijke aansluitingen vallen deze bedrijven niet onder de werking van artikel 1, lid 2, Elektriciteitswet 19 998. De aansluitingen van telecommunicatiebedrijven worden daarom voor de toepassing van de Elektriciteitswet 1998 behandeld als (afzonderlijke) aansluitingen van een kleinverbruiker. Dit levert voor telecommunicatiebedrijven die in Nederland op diverse locaties apparatuur hebben staat problemen op, zoals een enorme, complexe, foutgevoelige en daardoor kostbare administratie. Daar komt bij dat verreweg de meeste van de locaties waar de aansluitingen zich bevinden niet eens beschikken over een eigen postadres met alle administratieve problemen van dien. Dit is bijvoorbeeld het geval bij antennes in het open veld en op flatgebouwen en bij kleine wijkcentrales, straatkasten en telefooncellen in woonwijken en langs rijkswegen. Teneinde de administratieve lasten voor telecommunicatiebedrijven te beperken wordt artikel 1, lid 2, Elektriciteitswet 1998 aangevuld met een verwijzing naar bedrijven die telecommunicatiewerkzaamheden uitvoeren. Een soortgelijke overweging geldt ten aanzien van bedrijven die kabelnetten exploiteren. Voor de doorgifte van het CAI-signaal is het kabelnet voorzien van talrijke kleine aansluitingen waarover elektriciteit wordt geleverd voor het transport en het versterken van het CAI-signaal. Ook deze aansluitingen worden voor de toepassing van de Elektriciteitswet 1998 als kleinverbruikersaansluitingen beschouwd, hetgeen resulteert in een omvangrijke, complexe en foutgevoelige administratie. Ter beperking van de administratieve lasten worden bedrijven die deze kabelnetten exploiteren evenzeer onder de reikwijdte van artikel 1, lid 2, Elektriciteitswet 1998 gebracht. Bedrijven die ingevolge de specifieke technische aard van de bedrijfsvoering beschikken over talrijke aansluitingen die onderdeel uitmaken van een fysiek geïntegreerde bedrijfsvoering, zoals mijnbouwbedrijven en beheerders van openbare verlichting, hebben op grond van artikel 16c, lid 2, Elektriciteitswet 1998 de mogelijkheid de aansluitingwerkzaamheden m.b.t. deze aansluitingen openbaar aan te besteden. Deze regeling wordt ook expliciet van toepassing verklaard op telecommunicatiebedrijven en bedrijven die kabelnetten exploiteren.

Hessels

Naar boven