31 119
Wijziging van de Wet aansprakelijkheid kernongevallen ter uitvoering van het Protocol van 12 februari 2004 houdende wijziging van het Verdrag van 29 juli 1960 inzake wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van de kernenergie en ter uitvoering van het Protocol van 12 februari 2004 houdende wijziging van Verdrag van 31 januari 1963 tot aanvulling van het Verdrag van 29 juli 1960 inzake wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van de kernenergie

nr. 6
VERSLAG

Vastgesteld 2 november 2007

De vaste commissie voor Financiën1 belast met het voorbereidend onderzoek van bovenstaand wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de regering de vragen en opmerkingen in dit verslag afdoende zal beantwoorden, acht de commissie hiermee de openbare behandeling van het voorstel van wet voldoende voorbereid.

Inhoudsopgave Blz.

Inleiding 1

Algemeen 2

Artikelsgewijs 3

Artikel 2 3

Artikel 2a 3

Artikel 5 4

Artikel 17a 4

Artikel 18 4

Inleiding

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van het voorstel tot wijziging van de Wet aansprakelijkheid kernongevallen. Zij hebben een aantal vragen over het wetsvoorstel.

De leden van de SP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de wijziging van de Wet aansprakelijkheid kernongevallen. Gezien de ingrijpende gevolgen van een kernongeval is het van belang om de wettelijke aansprakelijkheid goed te regelen.

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het wetsvoorstel Wijziging van de Wet aansprakelijkheid kernongevallen en hebben de volgende vragen.

Algemeen

De leden van d CDA-fractie merken op dat op dit moment de garantiestelling bij kernongevallen met ruim € 15 miljard veruit de grootste garantie is die de staat afgeeft. Een wijziging in deze garantiestelling dient om meerdere redenen zorgvuldig behandeld te worden: We spreken immers over ongevallen met nucleaire installaties. Die kunnen grote menselijke en financiële gevolgen hebben.

De protocollen hervormen stukken van het verdrag van Parijs (1960) en het verdrag van Brussel (1963). Zijn er ooit kernongevallen geweest die tot uitbetaling geleid hebben onder deze verdragen? Hoe is toen de afhandeling geweest, zo vragen de leden van de fractie van het CDA.

De leden van de CDA-fractie merken op dat een aantal definities wijzigt, zoals de definitie van een nucleaire installatie. Kan de regering aangeven welke nucleaire installaties en transporten voor en na de verdragswijziging onder de werkingssfeer van de wet aansprakelijkheid kernongevallen vallen?

Is het verder mogelijk, zo vervolgen deze leden, om speciaal in te gaan op de aansprakelijkheid bij de centrale in Borssele, de installatie in Petten, de voormalige installatie in Dodewaard, onderzoeksfaciliteiten zoals in Delft, de opslag bij de COVRA en de bereiding van nucleaire brandstof bij URENCO? Graag zien deze leden een overzicht van de manier waarop de aansprakelijkheid geregeld is voor deze installaties en mogelijk andere installaties.

Kan de regering tevens aangeven hoe groot het bedrag is waarvoor nu een garantstelling is afgegeven en de hoe hoog het bedrag is waarvoor een garantstelling van de overheid geldt na invoering van dit verdrag? Staan tegenover deze garantstelling ook inkomsten in de vorm van bijdragen van de exploitanten, zo vragen de leden van de CDA-fractie.

Het aantal installaties met kernenergie is beperkt, merken de leden van de CDA-fractie op. Kan de regering aangeven, wie, na inwerkingtreding van de wet tot welk bedrag aansprakelijk is in de volgende omstandigheden:

1. Het vervoer van kernafval van de centrale in Borssele naar de opwerkingsfabriek van Cogema, wanneer het transport zich in Nederland, België en Frankrijk bevindt.

2. Het vervoer van grondstoffen van de opwerkingsfabriek van Cogema naar Borssele wanneer het transport zich bevindt in de Nederland, België en Frankrijk.

3. Het vervoer van nucleaire brandstof van de URENCO faciliteit in Almelo naar kerncentrales van verdragslanden en niet-verdragslanden.

4. het vervoer van afval van ziekenhuizen en «Petten» naar de COVRA.

De leden van de CDA fractie nemen met instemming kennis van het feit dat ook schade, die pas veel later aan het licht komt onder de werkingssfeer van de wet gebracht wordt. Zij zien echter nog wel een spanningsveld wanneer de totale schade van een ongeval de totale limiet overschrijdt en schadeclaims nog lang kunnen worden ingediend. Indien na een jaar € 5 miljard aan schade is geclaimd en er een verwachting is dat dit zal oplopen tot € 8 miljard, hoeveel procent van de schade krijgen slachtoffers dan uitgekeerd? En op welk manier worden schadebedragen definitief gemaakt?

De regering schrijft dat geen van de protocollen nog bekrachtigd is, terwijl unanimiteit respectievelijk 2/3 vereist is. Hoeveel staten hebben nu de protocollen bekrachtigd en wat gebeurt er als er een ongeluk gebeurt voordat iedereen bekrachtigd heeft, zo vragen de leden van de fractie van het CDA.

Alvorens inhoudelijk in te gaan op de wijzigingen steunen de leden van de SP-fractie het commentaar van de Raad van State dat pas tot inwerkingtreding kan worden overgegaan indien de protocollen zijn geratificeerd of bekrachtigd door de verdragspartijen.

De leden van de CDA-fractie delen de mening dat € 3,2 miljard een hoog bedrag is. Toch begrijpen zij, net als de Raad van State, niet waarom dit bedrag niet automatisch geïndexeerd wordt. Immers deze wet wordt slechts zeer sporadisch gewijzigd en de kosten van levensonderhoud en de effectieve kosten van schade lijken toch ook gevoelig voor de inflatie. Is de regering bereid een indexatiemechanisme in de wet op te nemen?

De verzekeringsregeling voor nucleaire schepen wordt niet gebruikt door de regering, zo schrijft zij in het rapport van de Algemene Rekenkamer (30 086, nr. 1/2, pag. 98–99). Toch lijkt deze regeling te vallen onder de werkingssfeer van de protocollen. Zal deze regeling ook aangepast worden, en zo ja, in welke zin, vragen de leden van de CDA-fractie?

Ten slotte hebben de leden van de CDA-fractie nog een vraag over een gerelateerd onderwerp: de schade in zorgkosten bij terrorismeschade. Die kan erg groot zijn bij een nucleair ongeval en juist dan kan de beperking van de schade grote gevolgen hebben. Op 26 januari 2006 zegde de minister van Financiën aan de CDA-fractie toe terug te komen op deze garantstelling en daarbij aandacht te besteden aan het geval dat deze garantstelling niet voldoende is. De leden van de CDA-fractie vragen wanneer dit gebeurd is, zeker nu de regering in de begroting voor 2008 (Hoofdstuk IXA, pagina 114) aangeeft dat dit gebeurd is, zonder te verwijzen naar een Kamerstuk.

Artikelsgewijs

Artikel 2

Met enige verbazing nemen de leden van de CDA-fractie kennis van het feit dat de Bondsrepubliek Duitsland een redelijk grote uitzonderingspositie heeft in het verdrag. Immers bij natuurrampen en andere calamiteiten hoeft dat land niet tot uitbetaling over te gaan. De leden van deze fractie vragen zich af welke gevolgen dit heeft voor nucleaire installaties in Duitsland die schade in Nederland veroorzaken. Waarom is de Nederlandse staat akkoord gegaan met deze uitzondering en kan deze uitzondering nog ongedaan gemaakt worden?

Artikel 2a

Artikel 2a van het voorstel van wet stelt dat indien aangetoond kan worden dat de door een kernongeval veroorzaakte schade het gevolg is van handelen of nalaten van een persoon met het opzet schade te veroorzaken, de rechter de exploitant geheel of gedeeltelijk kan ontslaan van de verplichting schadevergoeding te betalen ter zake van de door die persoon geleden schade. De leden van de VVD-fractie vragen of de exploitant in dat geval wel verplicht is schadevergoeding te betalen ter zake van de overige schade of dat deze overige schade ook voor rekening komt van de persoon die met opzet schade heeft veroorzaakt.

Artikel 5

De leden van de SP-fractie vragen op welke wijze de Nederlandse overheid financiële dekking heeft georganiseerd voor een eventuele maximale schadeclaim minus de aansprakelijkheid van de exploitant. Heeft de regering hier een speciaal fonds voor opgericht of zit dit bedrag in de algemene reserves? Indien er een fonds bestaat, wordt deze dan door de exploitanten gevuld? Hoe verhoudt Nederland zich met andere lidstaten die ook verdragspartijen zijn? Zijn er landen die wel het Verdrag van Parijs en niet het Verdrag van Wenen hebben ondertekend en andersom? Heeft dit dan gevolgen voor deze landen en worden hier onduidelijkheden verwacht? Zo ja, kan de regering deze dan verklaren. Kan daarnaast een onderbouwing worden gegeven voor de genoemde bedragen?

De ministers van Financiën en Justitie kunnen samen het bedrag van de € 700 miljoen waar de exploitant voor aansprakelijk is verlagen wanneer zij dit gerechtvaardigd vinden. Kunnen hier voorbeelden van worden gegeven, zo vragen de leden van de SP-fractie? De premies voor de exploitanten zullen worden verhoogd gezien de aanpassing van de bedragen. Heeft de regering dit in overleg gedaan met de exploitanten?

Artikel 5 van het voorstel van wet stelt dat het bedrag van de aansprakelijkheid van de exploitant van een in Nederland gelegen kerninstallatie wordt vastgesteld op € 700 miljoen, zo constateren de leden van de VVD-fractie. Het betreft een ruime verdubbeling ten opzicht van de huidige limiet. Dit bedrag komt overeen met het maximale bedrag waarvoor op de private verzekeringsmarkt dekking is te verkrijgen voor schade door kernongevallen. De verhoging van het bedrag waarvoor een exploitant in het geval van een kernongeval aansprakelijk kan worden gesteld zal leiden tot verhoging van de verzekeringspremies die exploitanten van kerninstallaties in Nederland voor hun aansprakelijkheidsverzekering zullen moeten betalen. De leden van de VVD-fractie vragen wanneer meer duidelijkheid verschaft zal kunnen worden over de hoogte van deze premies. Voorts vragen de leden van de VVD-fractie hoeveel is begroot voor dekking vanuit de Aanvullende Staatspolis, voor het geval schade niet of niet volledig op de private verzekeringsmarkt kan worden verzekerd.

Artikel 17a

In dit artikel en elders wordt gesproken over een exploitant van een nucleaire installatie die nucleair materiaal laat vervoeren. Wie is er aansprakelijk als een andere partij – niet in het bezit van een nucleaire installatie – nucleair materiaal laat vervoeren, zo vragen de leden van de CDA-fractie.

Artikel 18

Hoe groot is het aandeel van Nederland in de garantstelling van € 300 miljoen en welke berekening ligt aan dat bedrag ten grondslag, vragen de leden van de CDA-fractie.

De voorzitter van de vaste commissie voor Financiën,

Blok

De adjunct-griffier van de commissie,

Vente


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van der Vlies (SGP), Crone (PvdA), Vendrik (GL), Blok (VVD), voorzitter, Ten Hoopen (CDA), ondervoorzitter, Weekers (VVD), Gerkens (SP), Van Haersma Buma (CDA), De Nerée tot Babberich (CDA), Dezentjé Hamming (VVD), Omtzigt (CDA), Koşer Kaya (D66), Irrgang (SP), Luijben (SP), Kalma (PvdA), Blanksma-van den Heuvel (CDA), Cramer (CU), J. Kortenhorst (CDA), Van der Burg (VVD), Van Dijck (PVV), Heerts (PvdA), Gesthuizen (SP), Ouwehand (PvdD), Tang (PvdA) en Vos (PvdA).

Plv. leden: van der Staaij (SGP), Van Dam (PvdA), Halsema (GL), Remkes (VVD), Jonker (CDA), Aptroot (VVD), Van Gerven (SP), De Vries (CDA), Van Hijum (CDA), De Krom (VVD), De Pater-van der Meer (CDA), Pechtold (D66), Kant (SP), Ulenbelt (SP), Van der Veen (PvdA), Vacature (CDA), Anker (CU), Mastwijk (CDA), Nicolaï (VVD), De Roon (PVV), Smeets (PvdA), Karabulut (SP), Thieme (PvdD), Heijnen (PvdA) en Spekman (PvdA).

Naar boven