31 115
Wijziging van de Kieswet en enkele andere wetten houdende enkele technische aanpassingen

nr. 4
ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT1

Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad van State d.d. 1 augustus 2006 en het nader rapport d.d. 13 juli 2007, aangeboden aan de Koningin door de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het advies van de Raad van State is cursief afgedrukt.

Bij Kabinetsmissive van 19 juni 2006, no. 06.002148, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot wijziging van de Kieswet en enkele andere wetten houdende enkele technische aanpassingen, met memorie van toelichting.

Dit wetsvoorstel strekt ertoe enkele uitvoeringstechnische aanpassingen in de Kieswet door te voeren. Voorts wijzigt het voorstel enkele andere wetten op technische punten. De Raad van State onderschrijft de strekking van het wetsvoorstel, maar maakt daarbij een aantal opmerkingen. Hij is van oordeel dat in verband daarmee aanpassing van het voorstel wenselijk is.

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw Kabinet van 19 juni 2006, nr. 06.002148 machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 1 augustus 2006, No. W04.06.0200/I, bied ik U hierbij aan.

1. Bekendmaking van besluiten

De toelichting bij de artikelen H, J, K, L, W, BB, onder 1, QQ en UU maakt er melding van dat vanwege de in het kiesrecht gebruikelijke termijnen volstaan wordt met bekendmaking van het besluit door mededeling hiervan op de zitting; zulks in afwijking van de hoofdregel uit de Algemene wet bestuursrecht.

De Raad acht deze toelichting onvolledig. In het sinds jaar en dag in de Kieswet gehanteerde systeem worden bepaalde besluiten inderdaad mondeling, ter zitting van het stembureau, genomen, maar het besluit wordt vervolgens schriftelijk vastgelegd in een proces-verbaal, dat voor een ieder ter inzage wordt gelegd (artikel I 18). Dit proces-verbaal is van belang voor de kiezer die beroep tegen een besluit wil instellen. De Raad adviseert de toelichting te preciseren.

1. De Raad van State adviseert in de toelichting te preciseren waarom volstaan kan worden met bekendmaking van bepaalde besluiten door mededeling daarvan op de zitting, zulks in afwijking van de hoofdregel uit de Algemene wet bestuursrecht. De toelichting is overeenkomstig gepreciseerd.

2. Het registratieverzoek

De Kiesraad adviseert de modellen die betrekking hebben op het verzoek tot registratie van kiezers in het buitenland, aan te vullen met een eigen verklaring van de verzoeker waarin deze stelt naar verwachting op de dag van kandidaatstelling werkelijke woonplaats buiten Nederland te zullen hebben. Deze verklaring betekent een extra waarborg dat alleen kiezers die op de dag van kandidaatstelling buiten Nederland wonen, als kiezer in het buitenland geregistreerd kunnen worden.

De Raad adviseert in de toelichting in te gaan op de vraag waarom deze suggestie niet is overgenomen.

2. De Raad van State wijst er op dat de Kiesraad heeft geadviseerd om de modellen die betrekking hebben op het verzoek tot registratie van kiezers in het buitenland aan te vullen met een eigen verklaring van de verzoeker, waarin deze stelt naar verwachting op de dag van kandidaatstelling werkelijke woonplaats buiten Nederland te hebben. De Raad van State adviseert in de toelichting hierop in te gaan. De regering kies er voor om de aanbevelingen van de Commissie Inrichting Verkiezingsproces af te wachten alvorens nader te besluiten omtrent deze door de Kiesraad gedane aanbeveling. De toelichting is op dit punt aangepast.

3. Verzending stembiljetten naar het buitenland

Naar aanleiding van een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak, die inhoudt dat van «verstrekken van een kiezerspas» aan een kiezer in het buitenland pas sprake is als de kiezer daadwerkelijk de beschikking over de kiezerspas heeft gekregen, wordt de term «verstrekken» uit oogpunt van kostenbeheersing nu gewijzigd in: uitgereikt of verzonden.1 De Raad acht het van belang dat de verzending zodanig geschiedt als dienstig is om de betrokkene te bereiken. Hij adviseert hieraan in de toelichting aandacht te besteden.

3. De Raad van State is van oordeel dat de verzending van de kiezerspas zodanig dient te geschieden als dienstig is om de betrokkene te bereiken en hij adviseert hieraan in de toelichting aandacht te besteden. Dit advies van de Raad wordt door de regering niet overgenomen. In artikel K 4 van de Kieswet wordt thans bepaald dat de kiezerspas aan de kiezer wordt verstrekt. Naar aanleiding van een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak is gebleken dat van «verstrekken van een kiezerspas» eerst sprake is, indien de kiezer daadwerkelijk de beschikking over de kiezerspas heeft gekregen. Dit heeft tot gevolg, dat de gemeente Den Haag voortaan alle kiezerspassen aangetekend zou moeten verzenden om er zeker van te zijn dat de pas is verstrekt. Uit kostenoogpunt is dit zeer ongewenst. De regering wijst er daarnaast op dat de voorgestelde wijziging uniformering van procedures tot gevolg heeft. Door aanpassing van dit wetsartikel op de voorgestelde wijze, wordt de procedure in overeenstemming gebracht met de wijze waarop stembescheiden ter beschikking worden gesteld aan de kiezer in het buitenland. De regering is mitsdien van oordeel dat aanpassing van het wetsvoorstel op door de Raad voorgestelde wijze niet noodzakelijk en zelfs onwenselijk is.

4. Voor redactionele kanttekeningen verwijst de Raad naar de bij het advies behorende bijlage.

4. De redactionele kanttekeningen zijn met uitzondering van één daarvan overgenomen. De suggestie om «ongeldige stemmen» te vervangen door «ongeldige stembiljetten» is niet overgenomen. Het argument dat ten grondslag ligt aan de keuze voor het begrip «stemmen», is dat het feitelijk onjuist is te spreken over (on)geldige stemmen aangezien het gaat om een (on)geldig uitgebrachte stem op een stembiljet. In dit kader kan tevens worden gewezen op de door de Kiesraad in zijn advies gebruikte terminologie, waarin wordt gesproken over ongeldige en blanco stemmen. Bovendien wordt hiermee aansluiting gezocht bij het Kiesbesluit, waarin al gesproken wordt over «stemmen». De regering acht derhalve geen gronden aanwezig om de door de Raad gedane suggestie over te nemen.

Ten slotte wenst de regering het volgende op te merken. In het wetsvoorstel zoals dat aan de Raad van State voor advies is aangeboden, werden verschillende onderwerpen geregeld die niet terugkeren in onderhavige versie van het wetsvoorstel. Het betreft de onderwerpen die betrekking hebben op de uniformerende bevoegdheid van het centraal stembureau ter zake van de publicatie van kandidatenlijsten, de officiële vaststelling van de opkomst bij verkiezingen, de bevoegdheid kennelijke fouten bij de vaststelling van de stemmentotalen te corrigeren en de vernietiging van stembescheiden. De regering is van mening dat regeling van deze onderwerpen thans niet opportuun is, omdat de Commissie Inrichting Verkiezingsproces vóór 1 oktober 2007 een integraal advies gaat uitbrengen over de inrichting van het verkiezingsproces.

De Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken.

De waarnemend Vice-President van de Raad van State,

P. van Dijk

Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.

De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A. Th. B. Bijleveld-Schouten

Bijlage bij het advies van de Raad van State betreffende no. W04.06.0200/I met redactionele kanttekeningen, betreffende artikel I die de Raad in overweging geeft.

– Toelichten waarom in artikel D 3, vijfde lid, niet hoeft te worden bepaald dat verzoeken ook rechtstreeks bij burgemeester en wethouders van Den Haag kunnen worden ingediend.

– In onderdeel M, het voorgestelde artikel I 17, tweede lid, onderdeel b, schrappen in verband met artikel I 16, eerste lid, aanhef en onderdeel a.

– In onderdeel U, artikel N 7, eerste lid, en in onderdeel LL, artikel T 8, eerste lid, «die» vervangen door: dat.

– In de artikelen N 7, tweede en derde lid, en T 8, tweede lid, van de Kieswet (zie de onderdelen K en LL) niet spreken over ongeldige stemmen maar van ongeldige stembiljetten.

– In onderdeel W, artikel N 11, derde lid, de tweede «tevens» vervangen door: bovendien.

– Toelichten waarom in onderdeel X, artikel N 12, tweede lid, en in onderdeel BB, artikel O 5, eerste lid, «vastgesteld» vervangen wordt door: bekendgemaakt.

– In onderdeel FF artikel P 19b zo plaatsen dat het in paragraaf 4 terechtkomt.

– In onderdeel GG de aanduiding «1» plaatsen voor de nieuwe tekst van artikel P 20, eerste lid.

– In artikel P 20, tweede lid, van de Kieswet, na «voorzitter» invoegen: van het centraal stembureau.

– In hoofdstuk P, paragraaf 4 van de Kieswet, telkens spreken over de opkomst en de uitslag, nu deze begrippen in het nieuwe artikel P 20 naast elkaar worden gebruikt.

– In onderdeel JJ, de zinsnede «S 4, aanhef en derde lid, onderdeel b,» vervangen door: S 4, derde lid, aanhef en onderdeel b,.

– In onderdeel RR, artikel V 1, eerste lid, «benoemingsverklaring» vervangen door: benoemdverklaring.

– In onderdeel XX het tweede onderdeel laten vervallen.

– In de onderdelen AAA en BBB «door» telkens vervangen door: door:.


XNoot
1

De oorspronkelijke tekst van het voorstel van wet en van de memorie van toelichting zoals voorgelegd aan de Raad van State is ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

XNoot
1

Artikel I, onderdeel Q, en de toelichting op dat artikel.

Naar boven