Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 mei 2017
Hierbij bied ik u de jaarverslagen van het Landelijk Bureau Bibob (hierna het Bureau),
onderdeel van screeningsautoriteit Justis, en de kwaliteitscommissie Bibob (hierna
kwaliteitscommissie) over het jaar 2016 aan1.
De kwaliteitscommissie heeft een onafhankelijke positie en rapporteert rechtstreeks
aan mij. De verslagen worden u gezamenlijk aangeboden, maar staan los van elkaar.
Jaarverslag van het Bureau
De screeningsautoriteit Justis werkt aan een veilige en betrouwbare samenleving door
het screenen van personen en organisaties. Op grond van de Wet Bibob kunnen overheidsorganen
het Bureau verzoeken onderzoek te verrichten bij verlening van een vergunning of subsidie,
bij het gunnen van een overheidsopdracht, of bij het aangaan van een vastgoedtransactie.
Het Bureau adviseert overheidsorganen over de mate van gevaar dat de aanvrager of
zijn zakelijke omgeving crimineel verkregen vermogen aanwendt of andere strafbare
feiten zal plegen in het licht van zijn bedrijfsvoering. Zo wordt voorkomen dat de
overheid criminele activiteiten faciliteert en wordt de bonafide ondernemer beschermd
tegen oneerlijke concurrentie.
Kijkend naar de afgelopen jaren laat het aantal adviesaanvragen in 2016 een stabiel
beeld zien. In 2016 heeft het Bureau in totaal 332 aanvragen voor een advies en 35 aanvragen
voor een aanvullend advies in behandeling genomen. Van de adviesaanvragen komen – evenals
in 2015 – geografisch gezien de meeste aanvragen van bestuursorganen uit de provincie
Noord-Brabant, gevolgd door Zuid-Holland en Noord-Holland. In het kader van de bestuurlijke
aanpak van georganiseerde criminaliteit en met ondersteuning van de Regionale Informatie
en Expertise Centra (hierna RIEC’s) weten bestuursorganen goed gebruik te maken van
de expertise op het gebied van de Wet Bibob bij het Bureau.
De meeste adviezen hebben, evenals in de afgelopen jaren, betrekking op de horecasector.
Het aantal vastgoedadviezen is ten opzichte van 2015 gedaald. Desondanks was er bij
bestuursorganen een grote behoefte aan ondersteuning en voorlichting op het gebied
van vastgoedtransacties.
Veruit de meeste adviezen werden verstrekt aan gemeenten. Het Rijk heeft in 2016 één
Bibob-advies ontvangen. In 38 aangevraagde adviezen was sprake van een tip van het
Openbaar Ministerie aan een bestuursorgaan om een Bibob-advies aan te vragen. Dit
is een daling in vergelijking met 2015.
Naast haar adviestaak heeft het Bureau ook de wettelijke taak om bestuursorganen voor
te lichten en te adviseren over de implementatie en toepassing van de Wet Bibob. In
2016 heeft het Bureau tweemaal een expertbijeenkomst met lokale overheden, de provincies
en de RIEC’s georganiseerd. Tijdens deze bijeenkomsten zijn actuele Bibob-thema’s
besproken en is de jurisprudentie geanalyseerd. Ook heeft het Bureau, net als in de
afgelopen jaren, verschillende cursussen verzorgd voor ketenpartners. De toepassing
van de Wet Bibob bij vastgoedtransacties is hierin onder andere aan bod gekomen. Het
geven van voorlichting had in 2016 ook betrekking op een nieuw fenomeen «crowdfunding»
dat zijn intrede heeft gedaan in het Bibob-domein.
Jaarverslag van de kwaliteitscommissie
In 2016 heeft de kwaliteitscommissie 7% van de adviezen beoordeeld. Op basis van haar
beoordelingen concludeert de kwaliteitscommissie dat de onderzoeken van het Bureau
aan een hoge standaard van zorgvuldigheid voldoen. De kwaliteitscommissie is van oordeel
dat in het algemeen de conclusies goed zijn onderbouwd. In enkele gevallen acht de
kwaliteitscommissie adviezen op onderdelen voor verbetering vatbaar. Dit betreft onder
meer het voor de aanvrager in toenemende mate inzichtelijker maken van de onderbouwing
van de conclusie in het Bibob-advies. Het Bureau neemt de adviezen over.
De Minister van Veiligheid en Justitie, S.A. Blok