31 091
EU-verdragsherziening

nr. 6
MOTIE VAN DE LEDEN TEN BROEKE EN VAN DER HAM

Voorgesteld 4 oktober 2007

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende,dat de beraadslagingen over de definitieve tekst van een Europees Hervormingsverdrag in een finaal stadium verkeren;

constaterende, dat van Franse zijde pogingen in het werk worden gesteld om de Europese Centrale Bank in het nieuwe Hervormingsverdrag te benoemen als een Europese instelling, gelijkwaardig met de Europese Commissie en het Europees Parlement;

constaterende, dat daarmee de onafhankelijke positie van de Europese Centrale Bank wordt aangetast, terwijl die onafhankelijke positie essentieel is voor een goed Europees rentebeleid, een sterke positie van de euro en dus ook voor de kracht van de Nederlandse economie;

spreekt uit, dat de Nederlandse regering niet akkoord dient te gaan met een verwijzing in het Europees Hervormingsverdrag naar de Europese Centrale Bank die afbreuk doet aan de onafhankelijkheid daarvan,

en gaat over tot de orde van de dag.

Ten Broeke

Van der Ham

Naar boven