31 085
Wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Wet waardering onroerende zaken en enige andere wetten in verband met de invoering van een basisregistratie inkomen en een basisregistratie waarde onroerende zaken

nr. 7
VERSLAG

Vastgesteld 1 november 2007

De vaste commissie voor Financiën1 belast met het voorbereidend onderzoek van bovenstaand wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de regering de vragen en opmerkingen in dit verslag afdoende zal beantwoorden, acht de commissie hiermee de openbare behandeling van het voorstel van wet voldoende voorbereid.

Inhoudsopgaveblz.
   
Inleiding1
Basisregistratie Inkomen (BRI)2
Basisregistratie Waarde Onroerende Zaken (BR WOZ)3
Eenmalig verstrekken gegevens3
Loongegevens/jaaropgaaf3
Privacy4
Samenhang Walvis/WFSV5
Administratieve lasten5
Financiering6
Terugmeldplicht6
Algemene herzieningsplicht6
Bezwaar en beroep7
Verantwoordelijkheidsverdeling7

Inleiding

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van onderhavig wetsvoorstel. Dit wetsvoorstel beoogt, als aanvulling op vier eerdere basisregistraties een Basisregistratie Inkomen (BRI) en een Basisregistratie Waarde Onroerende Zaken (BR WOZ) in te stellen. Voor de BRI is een extra uitgangspunt toegevoegd, namelijk een heldere communicatie met de burger en een goede rechtsbescherming. De leden van de CDA-fractie merken op dat dit uitgangspunt voor wat hen betreft op alle basisregistraties, waarbij de burger direct of indirect belanghebbende is, van toepassing behoort te zijn.

De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel betreffende de basisregistratie inkomen en waarde onroerende zaken. Zij onderschrijven de doelstelling van het wetsvoorstel en het stelsel van basisregistraties om onder andere tot verbetering van de dienstverlening en verlaging van de administratieve kosten te komen. Deze leden hebben enkele vragen.

De leden van de SP-fractie hebben met interesse kennisgenomen van dit wetsvoorstel. Zij steunen het uitgangspunt van deze wet, namelijk het komen tot verbetering van de dienstverlening door de overheid. Wel hebben de leden van de SP-fractie nog enkele vragen.

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van onderhavig wetsvoorstel. Zij zijn ook overtuigd van de achterliggende motieven om dit wetsvoorstel in te dienen: verbetering van de dienstverlening door de overheid, lagere uitvoeringskosten, kwaliteit van de registraties en vermindering van de administratieve lastendruk van burgers en bedrijven. Zij ondersteunen in principe dan ook de introductie van de basisregistratie inkomen (BRI), ook gelet op het advies van het College Bescherming Persoonsgegevens.

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennisgenomen van voorliggend wetsvoorstel. Deze leden vragen of het niet verstandiger is eerst te zorgen dat de huidige systemen naar behoren werken, voordat een dergelijke operatie in gang gezet wordt. Hoezeer belast deze exercitie de systemen van de Belastingdienst? Kan de regering garanderen dat de omschakeling naar het systeem van basisregistratie zo verloopt dat er geen problemen uit voortvloeien?

Basisregistratie Inkomen (BRI)

Naar verwachting zal het aantal afnemers van de BRI in de toekomst toenemen omdat meer inkomensafhankelijke regelingen aansluiten bij het inkomensbegrip van de AWIR. Aan welke afnemers kan worden gedacht, zo vragen de leden van de PvdA-fractie?

De inspecteur wordt de houder van de BRI en de Belastingdienst/Centrale Administratie wordt de centrale beheerder, zo merken de leden van de SP-fractie op. Kan de regering aangeven hoe zich dit tot elkaar verhoudt. Wat is nu precies het verschil tussen een registerhouder en een registerbeheerder? De inspecteurs worden registratiehouder. De verantwoordelijkheid voor het basisregister wordt dus niet in één hand gelegd, maar in vele handen tegelijk. Kan de regering deze keuze nader toelichten? Waarom is niet gekozen voor één centrale registerhouder? Volgens de memorie van toelichting wordt in de BRI per persoon één inkomensgegeven als authentiek aangemerkt. Wordt daar nu mee bedoeld dat er per jaar één inkomensgegeven als authentiek wordt aangemerkt of dat er echt maar één inkomensgegeven als authentiek wordt aangemerkt. Hoe wordt in het eerste geval omgegaan met de afnemingsplicht indien een bestuursorgaan besluiten neemt op basis van inkomensgegevens uit eerdere kalenderjaren?

De vulling van de BRI vindt plaats vanuit de bestaande processen van de heffing van de inkomstenbelasting en loonbelasting. De leden van de SP-fractie vragen zich af of de huidige problemen met de loonaangifteketen mogelijk nog een belemmering voor een goede functionering van het basisregister vormen.

De Raad van State adviseert met een stroomschema de informatiestromen meer inzichtelijk te maken. Daar is geen gehoor aan gegeven door de regering. De leden van de SP-fractie zouden graag zien dat de regering dat alsnog doet.

Basisregistratie Waarde Onroerende Zaken (BR WOZ)

De vulling van de BRI vindt plaats vanuit de inkomstenbelasting en de loonbelasting. Het is de leden van de SP-fractie niet geheel duidelijk waaruit de vulling van de BR WOZ plaatsvindt. Kan de regering dit verduidelijken? De regering geeft aan dat breder gebruik van de WOZ-waarde perspectief heeft. De leden van de SP-fractie hebben het principe van breder gebruik van de WOZ-waarde in het verleden ook gesteund. Wel zijn zij benieuwd welke taxaties kunnen worden vervangen en bij welke taxaties de WOZ-waarde een concrete aanvulling is. Kan de regering hier een overzicht van maken?

De leden van de VVD-fractie plaatsen vraagtekens bij de verheffing van de waarde onroerende zaken tot basisregistratie per 2009, zeker gelet op een aantal toelichtende opmerkingen in de memorie van toelichting. Op welke termijn is het «de bedoeling dat gemeenten door middel van elektronisch berichtenverkeer – in plaats van door toezending van bestanden – hun afnemers informeren met betrekking tot de Wet WOZ»?

Is het onderzoek van de Waarderingskamer ter zake al afgerond? Zo ja, wat zijn de resultaten?

De leden van de VVD-fractie zien overigens vooralsnog niets in openbaarheid van de WOZ-waarde, zo geven zij op voorhand al aan. Naar hun oordeel zijn er geen overtuigende argumenten om hier een openbare basisregistratie van te maken.

Vóór de afronding van de behandeling van dit wetsvoorstel stellen zij een opvatting van de regering ter zake op prijs. De huidige openbaarheidmogelijkheden via het Kadaster zijn voor de leden van de VVD-fractie als argument ook onvoldoende om hiertoe over te gaan. Eerder zou naar hun oordeel nagegaan moeten worden of het openbaarheidregiem van het Kadaster geen aanpassing behoeft. Graag ontvangen zij de opvatting van de regering hierover.

In de memorie van toelichting staat aangegeven: «Het valt echter niet uit te sluiten ... uit andere basisregistraties meegeleverd willen hebben». Aan welke situaties en aan welke gegevens wordt daarbij gedacht, zo vragen de leden van de VVD-fractie.

Tenslotte vragen deze leden of dit voorstel voor een basisregistratie ook gedaan zou zijn als – eventueel op termijn – het voornemen zou zijn om de OZB in het geheel af te schaffen. Bij het stellen van deze vraag realiseren die leden zich dat de huidige regering hier – in tegenstelling tot hun eigen oordeel – geen voorstander van is.

Eenmalig verstrekken gegevens

De leden van de PvdA-fractie merken op dat de voorgestelde basisregistraties er mede toe leiden dat burgers voortaan maar eenmalig gegevens hoeven te verstrekken. Het is de bedoeling dat burgers geen gegevens meer aan de overheid hoeven te verstrekken die de overheid al heeft. Betekent dit dat op het moment van de beoogde inwerkingtreding per 2009 van de basisregistraties IB en WOZ dat daarna burgers inderdaad nog maar eenmalig benodigde gegevens hoeven te verstrekken? Wat zijn de sancties voor de betrokken bestuursorganen indien zij toch gegevens van burgers vragen die zij ook al uit een van de basisregistraties hadden kunnen krijgen?

Loongegevens/jaaropgaaf

De leden van de CDA-fractie constateren dat de BRI een dynamische gegevensverzameling is. Het door de inspecteur laatst bepaalde verzamelinkomen of fiscale jaarloon geldt als authentiek inkomensgegeven. Er kunnen zich bij gewijzigde inzichten mutaties voordoen. De leden van de CDA-fractie vragen of bij uitvraag door instellingen vermeldt wordt of en in hoeverre een bepaald verzamelinkomen nog kan veranderen.

Genoemde leden nemen kennis van de opmerking in de memorie van toelichting dat de introductie van de BRI in combinatie met het voorinvullen van de loongegevens op de aangifte inkomstenbelasting het op termijn mogelijk maakt dat de verplichting voor de werkgever tot het verstrekken van de jaaropgaaf aan zijn werknemer kan vervallen.

Deze leden vragen of de regering kan aangeven aan welke termijn gedacht wordt? De leden van de CDA-fractie stellen deze vraag mede met het oog op de hiermee te realiseren administratieve lastenverlichting voor de werkgevers.

De leden van de PvdA-fractie lezen dat met de introductie van de BRI in combinatie met het voorinvullen van de loongegevens op de aangifte IB het op termijn mogelijk wordt dat de verplichting van werkgevers om jaaropgaven te verstrekken, kan komen te vervallen. Op welke termijn wordt dit mogelijk geacht? Kan een indicatie worden gegeven van de termijn die nodig is om het voorinvullen van belastinggegevens technisch mogelijk te maken? Voor de toepassing van een inkomensafhankelijke regel zullen na de inwerkingtreding van de BRI jaaropgaven niet meer nodig zijn. Maar, zo vragen deze leden, kan uit het oogpunt van informatieverstrekking aan de burger een verplichte jaaropgave niet toch wenselijk blijven?

De leden van de SP-fractie constateren dat er een groep mensen ontstaat die niet meer automatisch inzicht krijgt in de eigen inkomensgegevens, doordat de verplichting tot het verstrekken van een jaaropgaaf komt te vervallen. Indien de burger zijn jaarloon voor andere doeleinden nodig heeft, zal de Belastingdienst het jaarloon op verzoek nog wel verstrekken. De leden van de SP-fractie zouden graag van de regering willen weten of er voor de burger kosten aan zo’n verzoek verbonden zijn. Verder vragen de leden van de SP-fractie zich af of onderzocht is hoe vaak en waarvoor burgers gegevens over hun jaarloon nodig zouden hebben; de inkomensafhankelijke regelingen die gebruik maken van authentieke inkomensgegevens daarbij natuurlijk niet inbegrepen. Indien blijkt dat dit veelvuldig het geval is, is het wellicht efficiënter om of de verplichte verstrekking van de jaaropgaaf in stand te laten of om de belastingdienst de jaarloongegevens automatisch te laten verstrekken. Kan de regering hier een reactie op geven?

Op welke termijn zou na deze introductie overigens de verplichting voor de werkgever tot het verstrekken van de jaaropgave aan de werknemer op een verantwoorde manier kunnen vervallen, zo vragen de leden van de VVD-fractie.

Bij het verkrijgen van de gegevens over het fiscale loon is de Belastingdienst onder andere afhankelijk van het UWV. De leden van de fractie van de ChristenUnie stellen de vraag hoe de afstemming met het UWV wordt vormgegeven en hoe gegarandeerd kan worden dat het proces probleemloos verloopt.

Privacy

Het stemt de leden van de PvdA-fractie gerust dat het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) met betrekking tot de bescherming van de privacy geen op- of aanmerkingen bij het wetsvoorstel heeft. Toch zouden deze leden willen weten of punten met betrekking tot privacy in relatie tot de basisregistratie niet alsnog actueel zouden kunnen worden op het moment dat die registratie voor andere dan de huidige gebruikers wordt opengesteld. Deze leden lezen bijvoorbeeld dat de BR WOZ mogelijk op termijn ook gebruikt kan worden voor de waardebepaling van onroerende zaken ten behoeve van hypotheekverstrekking door banken. Voorziet het onderhavige wetsvoorstel ook in een afdoende bescherming van de privacy in dat geval? Wat zijn de belemmeringen om de WOZ toegankelijk te maken voor partijen bij (ver)koop van een onroerend goed? Zou dit ook niet een bijdrage kunnen zijn in de strijd tegen malafide onroerend goed transacties? Kan er sprake zijn van toegankelijkheid voor partijen bij (ver)koop zonder dat er sprake is van algemene openbaarheid? Is de WOZ-waarde van woningen in de praktijk in veel gemeenten niet al openbaar? Wat is daar eigenlijk op tegen?

Met betrekking tot het gebruik van de waardegegevens wordt in de memorie van toelichting aangegeven dat er een bevoegdheid moet zijn ontleend aan een wettelijk voorschrift. Dit is naar het oordeel van de leden van de VVD-fractie ook een absolute randvoorwaarde. Daarbij zou het niet alleen gaan om een wet, een algemene maatregel van bestuur of een ministeriële regeling, maar ook om verordeningen op gemeentelijk of provinciaal niveau. Uit een oogpunt van eenduidige privacy bescherming vragen deze leden zich af of dit wel wenselijk is. Is een sterk uiteenlopende gemeentelijke toepassing hier niet een risico? Kan de regering bovendien in dit opzicht de relevantie van provinciale verordeningen aangeven? Waar wordt concreet aan gedacht? De leden van de VVD-fractie vragen ook wanneer de kwaliteit en actualiteit van de WOZ-waarde zodanig is dat die geschikt is voor waarderingsgebruik ten behoeve van genoemde andere fiscale en overige doeleinden dan de huidige? Aan welke voorwaarden moet naar het oordeel van de regering worden voldaan om breder gebruik buiten de overheid, zoals door verzekeraars en banken, mogelijk te maken?

De leden van de fractie van de ChristenUnie hechten veel waarde aan de bescherming van persoonlijke gegevens van burgers. Zij waarderen dat het CBP goedkeuring heeft gegeven aan de wetswijzigingen. De leden van de fractie van de ChristenUnie stellen daarbij wel de vraag of het CBP als toezichthouder betrokken blijft in de ontwikkeling van de systemen van basisregistratie.

Samenhang Walvis/WFSV

Naar aanleiding van de tabel op pag. 6–7 van de memorie van toelichting vragen de leden van de CDA-fractie of zij het juist lezen dat de huurtoeslag, de zorgtoeslag en de kinderopvangtoeslag berekend worden op basis van peiljaar t-1. Deze leden meenden dat deze toeslagen peiljaar t kennen. Heeft de regering plannen om deze systematiek te wijzigen?

De organisaties die op pag. 6 genoemd worden ontvangen naar de mening van de leden van de CDA-fractie in de WALVIS/WFSV systematiek ook allemaal al de inkomensgegevens van de Polis-administratie. Kan de regering hier nader op in gaan?

Administratieve lasten

Naar aanleiding van de opmerkingen onder punt 2.4 in de memorie van toelichting constateren de leden van de CDA-fractie dat de regering voornemens is twee basisregistraties voor inkomensgegevens op te zetten om daarmee de administratieve lasten te verlichten. Deze leden denken met ACTAL dat de administratieve lasten nog meer verlicht kunnen worden met één basisregistratie. Zij verzoeken de regering dan ook duidelijk uit te leggen, waarom het onontbeerlijk is om BLAU en BRI naast elkaar op te richten.

Deze leden willen daarnaast de volgende informatie;

1. Welke gegevens worden in de BLAU gebruikt voor het sociale verzekeringsloon?

2. Heeft de regering nog steeds het voornemen om het sociale verzekeringsloon en het fiscale loon te harmoniseren?

3. Hoe verhoudt dit wetsvoorstel zich tot de brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de staatssecretaris van Financiën d.d. 8 oktober jl.,welke recent naar de Kamer is gezonden over harmonisering?1

Financiering

De leden van de PvdA-fractie constateren dat de levering van inkomensgegevens uit de BRI aan afnemers kosteloos plaatsvindt. De financiering van de werkzaamheden ten behoeve van de BRI vindt plaats binnen het reguliere budget van de Belastingdienst. Blijft dit mogelijk naar mate er steeds meer afnemers van de BRI komen? Bij de BR WOZ wordt er vanuit gegaan dat er geen sprake is van extra kosten ten opzichte van de huidige werkwijze van gemeenten. Verandert dit op het moment dat bijvoorbeeld hypotheekverstrekkers gebruik kunnen gaan maken van de authentieke gegevens uit de BR WOZ? Is het mogelijk of wenselijk dat in het laatste geval een vergoeding voor verstrekking van WOZ-gegevens kan worden gevraagd?

De leden van de fractie van de ChristenUnie merken op dat de regering aangeeft dat de wijzigingen in de werkzaamheden van de Belastingdienst niet leiden tot een noemenswaardig effect op de uitvoeringskosten van de Belastingdienst. Het uitvragen van gegevens door afnemers als nieuwe opdracht en de taak basisgegevens te onderhouden brengen vanzelfsprekend extra kosten met zich mee. De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen op dit punt meer inzicht in het effect op de uitvoeringskosten van de Belastingdienst.

Terugmeldplicht

In het wetsvoorstel is sprake van een terugmeldplicht, zo merken de leden van de PvdA-fractie op. Indien een afnemer onjuistheden in een van de basisregistraties constateert, moet die afnemer dat melden aan de instantie die de gegevens aan hem heeft verstrekt. Hoe wordt gewaarborgd dat deze verplichting door de afnemers ook daadwerkelijk wordt nageleefd? Wat zijn de sancties voor het niet naleven van de meldplicht?

Algemene herzieningsplicht

Indien het authentieke inkomensgegeven uit de basisregistratie inkomen (BRI) of authentieke waardegegeven uit de basisregistratie waarde onroerende zaken (BR WOZ) wijzigt, betekent dat niet dat besluiten gebaseerd op dat gegeven automatisch herzien moeten worden door de desbetreffende bestuursorganen, zo constateren de leden van de SP-fractie. De Raad van State adviseert echter wel een algemene herzieningsplicht op te nemen. Volgens de regering is een algemene herzieningsregeling niet als uitgangspunt voor basisregistraties geformuleerd. De leden van de SP-fractie zijn van mening dat de regering hier voorbij gaat aan het feit dat het authentieke gegeven uit zowel de BRI als de BR WOZ sterk aan verandering onderhevig is en in ieder geval jaarlijks zal veranderen. Dit bijvoorbeeld in tegenstelling tot het nieuwe Handelsregister waar de authentieke gegevens voornamelijk uit adres- en identificatiegegevens bestaan en minder frequent zullen veranderen dan inkomens- en waardegegevens. Vormt dit voor de regering geen reden om toch te overwegen een algemene herzieningsplicht in te voeren?

Bezwaar en beroep

Nu voorzien wordt dat de invoering BRI zal leiden tot een lichte afname van het aantal procedures ná het vaststellen van de aanslag, terwijl tevens wordt aangenomen dat er een lichte stijging van het aantal gevallen van bezwaar en beroep zal plaatsvinden, vragen de leden van de CDA-fractie of dit gevolgen moet hebben voor termijnen van opleggen van de aanslag en indienen van bezwaar en beroep.

Kan de regering aangeven welke instantie ervoor zorg draagt dat de burger op een adequaat tijdstip bekend is met zijn inkomensgegeven nu het voor de burger van belang is dat hij bijtijds weet hoe te handelen wanneer hij een wijziging in zijn inkomensgegeven wil of het niet eens is met het inkomensgegeven dat voor hem geldt.

De leden van de PvdA-fractie stemmen in met een verbetering van de rechtsbescherming van burgers in het geval een verzoek om ambtshalve vermindering van het verzamelinkomen of jaarloon wordt afgewezen. Een dergelijke afwijzing wordt voortaan een voor bezwaar vatbare beschikking waarbij uiteindelijk de rechter kan worden geraadpleegd. Wat betekent dit naar verwachting voor de belasting van de rechterlijke macht?

Verantwoordelijkheidsverdeling

Hoe verhoudt zich de verantwoordelijkheid van de minister van Financiën voor de BR WOZ tot de zeggenschap en de verantwoordelijkheid van het college van B en W voor de BR WOZ, zo vragen de leden van de CDA-fractie? Is hier sprake van een gedeelde verantwoordelijkheid of is de minister van Financiën de beoogde eindverantwoordelijke?

Het valt de leden van de SP-fractie op dat de instelling van een basisregister steeds gebeurt onder de verantwoordelijkheid van een andere bewindspersoon. Bij het Handelsregister was het bijvoorbeeld de staatssecretaris van Economische Zaken en de onderhavige registers vallen onder de verantwoordelijkheid van de staatssecretaris van Financiën. Zou het niet eenvoudiger en duidelijker zijn om de verantwoordelijkheid voor alle basisregisters onder één bewindspersoon te laten vallen, bijvoorbeeld de minister of staatssecretaris van Binnenlandse Zaken?

Op dit moment is er door de regering niet voor gekozen om de WOZ-objectafbakening, noch het WOZ-objectnummer als een authentiek gegeven aan te merken. De leden van de CDA fractie vragen wat er op tegen is deze gegevens nu al onderdeel te maken van de authentieke gegevens nu het besluit daartoe op termijn toch al open gelaten wordt. Overigens wensen de genoemde leden met betrekking tot de BR WOZ nog op te merken dat de invoering hiervan naar hun mening technisch gesplitst zou kunnen worden van de invoering van de BRI. Wat is hierop de reactie van de minister van Financiën?

De voorzitter van de vaste commissie voor Financiën,

Blok

De adjunct-griffier van de commissie,

Vente


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van der Vlies (SGP), Vendrik (GL), Blok (VVD), voorzitter, Ten Hoopen (CDA), ondervoorzitter, Weekers (VVD), Gerkens (SP), Van Haersma Buma (CDA), De Nerée tot Babberich (CDA), Dezentjé Hamming (VVD), Omtzigt (CDA), Koşer Kaya (D66), Irrgang (SP), Luijben (SP), Kalma (PvdA), Blanksma-van den Heuvel (CDA), Cramer (CU), Kortenhorst (CDA), Van der Burg (VVD), Van Dijck (PVV), Heerts (PvdA), Gesthuizen (SP), Ouwehand (PvdD), Tang (PvdA), Vos (PvdA) en Vacature (PvdA).

Plv. leden: Van der Staaij (SGP), Halsema (GL), Remkes (VVD), Jonker (CDA), Aptroot (VVD), Van Gerven (SP), De Vries (CDA), Van Hijum (CDA), De Krom (VVD), De Pater-van der Meer (CDA), Pechtold (D66), Kant (SP), Ulenbelt (SP), Van der Veen (PvdA), Vacature (CDA), Anker (CU), Mastwijk (CDA), Nicolaï (VVD), De Roon (PVV), Smeets (PvdA), Karabulut (SP), Thieme (PvdD), Heijnen (PvdA), Spekman (PvdA) en Van Dam (PvdA).

XNoot
1

Vereenvoudiging premieheffing werknemersverzekeringen, Kamerstuknummer 31 236, nr. 1.

Naar boven