De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat er een grote maatschappelijke druk ligt op het snel herstellen van
het leed dat gedupeerde toeslagouders (inclusief ex-partners en kinderen) en gedupeerden
van huur- en zorgtoeslag en kindgebonden budget (niet-KOT) is aangedaan, en regelingen
hiervoor van grote betekenis zijn voor de gedupeerden;
constaterende dat de UHT met de Catshuisregeling en de bijna gereedstaande brede schuldenaanpak
voor een enorme organisatorische opgave staat waarbij er fouten worden gemaakt;
overwegende dat het komen tot een uitvoerbare en juridisch houdbare brede schuldenaanpak
hoge prioriteit heeft en dat daarbij ook oog is voor de verschillende situaties van
de ouders;
overwegende dat het onwenselijk is als nieuwe of meer problemen ontstaan bij gedupeerden
of uitvoeringsorganisaties;
overwegende dat deze regelingen grote implicaties voor de rijksbegroting kunnen hebben
en daarom een integraal beeld van de financiële consequenties van de regelingen wenselijk
is;
verzoekt de regering, een uitvoerbare en juridisch houdbare brede schuldenaanpak voor
gedupeerden als eerste prioriteit te stellen, scenario's of mogelijkheden voor de
kindregeling, de ex-partnerregeling en niet-KOT voor het reces met de Kamer te delen
en te bespreken, en daaruit volgend alleen zaken ter besluitvorming inzake de kindregeling,
de ex-partnerregeling en niet-KOT voor te leggen die voorzien zijn van een grondige
uitvoeringstoets bij alle betrokken partijen en een toets op juridische houdbaarheid;
verzoekt de regering, daarbij een helder overzicht te geven van de implicaties voor
de rijksbegroting voor de komende jaren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Inge van Dijk
Kat
Idsinga
Grinwis