31 066 Belastingdienst

Nr. 773 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 januari 2021

Ten behoeve van het debat over de kabinetsreactie op het rapport van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK) stuur ik u een update over enkele zaken rondom de hersteloperatie voor gedupeerde ouders. In deze brief ga ik specifiek in op de planning voor de uitbetaling van € 30.000 aan ouders, de aanpak die het kabinet wil volgen voor gedupeerde ouders met schulden en de stand van zaken met betrekking tot de samenwerking met gemeenten. Hiermee voldoe ik ook aan het verzoek van de leden van de commissie Financiën van 18 januari om een reactie op recente berichten van de Beroepsvereniging van bewindvoerders WSNP (BBW) en de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG).

Planning uitbetaling € 30.000

Genoegdoening voor de getroffen ouders heeft de hoogste prioriteit. In de Kamerbrief van 22 december jl. en de kabinetsreactie op het rapport van de POK bent u geïnformeerd over de verschillende acties die ik hiervoor onderneem, aanvullend op de reeds in gang gezette hersteloperatie. Op de korte termijn gaat veel aandacht daarbij uit naar de tegemoetkoming van € 30.000 aan alle ouders die gedupeerd zijn door de «alles-of-niets» uitleg van de kinderopvangtoeslag of de buitensporige fraudejacht, vooruitlopend op de verdere behandeling van hun zaak.

De afgelopen weken is gewerkt aan het vormgeven van deze regeling en het concept beleidsbesluit dat uw Kamer afgelopen vrijdag heeft ontvangen. Momenteel worden de voorbereidingen getroffen voor de uitbetaling. Zoals toegezegd zal de eerste groep ouders in januari uitbetaald worden. Alle gedupeerde ouders die zich voor 15 februari aanmelden zullen de tegemoetkoming uiterlijk 1 mei uitbetaald krijgen. Op dit moment hebben zich 12.600 ouders bij de herstelorganisatie gemeld. Ik hoop dat zich voor 15 februari nog meer gedupeerde ouders zullen melden en blijf hier ook via verschillende kanalen toe oproepen. Ik zet daarbij alles op alles om zoveel mogelijk van deze ouders reeds in februari en maart uit te betalen. Dit zal niet in alle situaties lukken, omdat bij een deel van de ouders vragen spelen die opgelost moeten worden voor uitbetaling (bijvoorbeeld rondom het rekeningnummer, een beslag, of een lopend schuldentraject) en omdat bij een deel van de aangemelde ouders nog een lichte toets nodig is om in te kunnen schatten of zij tot de groep gedupeerde ouders behoren. Ook in deze situaties wil ik ouders die recht hebben op € 30.000 wel voor 1 mei uitbetalen.

In de volgende voortgangsrapportage Kinderopvangtoeslag informeer ik u in meer detail over deze planning. Ook zal ik daarbij ingaan op de aangepaste planning voor de integrale hulp aan ouders in het vervolg van het traject. Mijn inzet daarbij blijft om – naast de uitbetaling van € 30.000 – de ouders in een acute of zeer schrijnende situatie direct te helpen en de ouders die oorspronkelijk in Q1 integraal beoordeeld zouden worden nog steeds binnen deze termijn te helpen, voor zover zij hier na uitbetaling van € 30.000 nog behoefte aan hebben.

Aanpak schuldenproblematiek

De uitbetaling van € 30.000 is voor veel ouders een belangrijke stap naar herstel. Een deel van deze ouders heeft echter grote schulden, die mede veroorzaakt of verergerd zijn door fouten bij toeslagen. Onder normale omstandigheden moeten mensen een ontvangen geldbedrag gebruiken om hun schulden af te betalen. In deze uitzonderlijke situatie, waarin de ouders zijn geraakt door een collectief falen van alle staatsmachten, vindt het kabinet, conform de gewijzigde motie van Kamerlid Omtzigt1, dat ouders een schone lei verdienen, en daarmee zonder schulden en met geld uit de compensatie een nieuwe start kunnen verwezenlijken.

Om ervoor te zorgen dat ouders na de herstelbetaling écht een nieuwe start kunnen maken en hierbij snelheid kan worden gemaakt, ben ik in overleg met publieke en private schuldeisers om tot een oplossing voor deze ouders te komen. De berichten van de BBW en de VNG waar uw Kamer mijn reactie op heeft gevraagd zien ook op deze problematiek, en stippen specifieke zorgen aan waar een passende oplossing rekening mee moet houden. Ik denk dat de oplossing waar ik mij hard voor maak – en die ik hieronder toelicht – aan deze zorgen tegemoetkomt.

Mijn gewenste aanpak voor gedupeerde ouders binnen de hersteloperatie kinderopvangtoeslag is als volgt:

  • Alle openstaande schulden die gedupeerde ouders op het moment van het uitbetalen van de herstelbetaling nog bij de Belastingdienst hebben, worden kwijtgescholden. Dit geldt zowel voor belasting- als toeslagschulden en indien van toepassing voor zowel de toeslagaanvrager als zijn/haar huidige partner. Ex-partners die aanvullende schade hebben geleden, en in bijzondere situaties verkeren, kunnen zich melden bij de Commissie Werkelijke Schade voor compensatie van deze schade.

  • Ook andere publieke schuldeisers, waaronder het CAK, SVB, UWV, DUO en CJIB hebben aangegeven dat zij de openstaande schulden van deze ouders zullen kwijtschelden. Schulden die voortvloeien uit ernstig misbruik blijven hiervan uitgezonderd. De VNG heeft ook alle gemeenten opgeroepen om schulden voor deze ouders kwijt te schelden. Ik ben blij met deze stap, die illustreert hoe het hele kabinet en alle publieke instanties samen optrekken in de hulp aan gedupeerde ouders.

  • Met grote private schuldeisers ben ik nog in overleg en ik heb goede hoop op eenzelfde oplossing als bij de publieke schuldeisers, namelijk dat ook zij de openstaande schulden van gedupeerde ouders zullen kwijtschelden.

  • Voor ouders die na deze kwijtscheldingen nog openstaande schulden hebben, zijn we in overleg met gemeenten om een aanpak op maat te bieden.

  • Voor de kwijtschelding van het nog openstaande bedrag van de toeslag- en belastingvorderingen zal een wettelijke basis worden gecreëerd die met terugwerkende kracht in werking zal treden. Om direct te kunnen starten wordt de kwijtschelding goedgekeurd met een beleidsbesluit. Hierin zal ook de nadere uitwerking van deze maatregel worden geregeld. Na deze kwijtschelding gelden weer de gewone regels, mochten zich nieuwe schulden in de toekomst voordoen. De budgettaire effecten zullen worden verwerkt per suppletoire begrotingswet(ten).

Alle ouders krijgen allereerst een minimumbedrag van € 30.000 en alle openstaande schulden bij Belastingdienst en Toeslagen kwijtgescholden. Daarnaast houden ouders met een schade boven de € 30.000 recht op integrale beoordeling waardoor zij hun hogere schade ook gecompenseerd krijgen. De berekening van de compensatieregeling blijft voor deze groep hetzelfde.

Stand van zaken samenwerking gemeenten

Samen met de VNG werk ik op dagelijkse basis aan het vormgeven van de samenwerking tussen de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT) en gemeenten. Gedupeerde ouders hebben naast financiële compensatie soms ook aanvullende hulp en ondersteuning nodig, bijv. op het gebied van werk, gezin of gezondheid. Gemeenten hebben hier een belangrijke rol in en daarom heb ik op 28 september een akkoord gesloten met de VNG over onze gezamenlijke opdracht. Veel gemeenten zijn ook reeds aan de slag om gedupeerde ouders te helpen.

Om te zorgen dat alle gemeenten snel in contact kunnen komen met gedupeerde ouders heb ik met de VNG gewerkt aan een machtigingsbesluit om gemeenten te machtigen namens de Belastingdienst contact op te nemen met ouders en hen te wijzen op gemeentelijke hulp. Dit machtigingsbesluit is gereed en wordt parallel aan deze brief naar alle gemeenten gestuurd. UHT staat paraat om de contactinformatie van de bijbehorende ouders direct te verstrekken via een beveiligd portaal, zodra de betreffende gemeenten ook akkoord zijn met deze machtiging.

Met de VNG informeren we gemeenten zo goed mogelijk om hen op de hoogte te houden van de laatste ontwikkelingen en de stappen die we nemen. De VNG heeft daar een steunpunt voor opgericht. Ook laten de VNG en ik samen een onderzoek uitvoeren naar de kosten die gemeenten maken voor gedupeerden. In december hebben gemeenten in totaal 11 miljoen euro ontvangen via een specifieke uitkering voor deze hulp. In verschillende werkgroepen en klankbordgroepen met de VNG en gemeenten wisselen we ervaringen uit. Ik waardeer deze samenwerking zeer, omdat we alleen samen ouders echt kunnen helpen.

De Staatssecretaris van Financiën, A.C. van Huffelen


X Noot
1

Kamerstuk 31 066, nr. 729

Naar boven