31 066 Belastingdienst

Nr. 621 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 april 2020

Vandaag is bij uw Kamer het wetsvoorstel Fiscale verzamelwet 2021 ingediend (Kamerstuk 35 437). In dit wetsvoorstel is onder meer het voorstel opgenomen voor de wettelijke grondslag van de inmiddels in uitvoering genomen compensatieregeling betreffende CAF-11 zaken naar aanleiding van het interim-advies van de Adviescommissie Uitvoering Toeslagen (AUT). Omdat onder meer ter uitvoering van de kabinetsreactie van 13 maart jl. op het eindrapport van de AUT, het rapport van de Auditdienst Rijk (ADR) en het Zwartboek1 binnenkort meer wetgeving op het terrein van de toeslagen bij uw Kamer zal worden ingediend, lijkt het mij voor het behoud van overzicht dienstig uw Kamer hierover met deze brief te informeren.

Naast de Fiscale verzamelwet 2021 zijn er nog twee wetgevingstrajecten op het terrein van toeslagen. Ik werk aan een spoedwetsvoorstel met daarin opgenomende uitbreiding van de bestaande hardheidsclausule en de invoering van een zogenoemde hardheidsregeling in de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir). Dit voorstel zal op korte termijn bij uw Kamer worden ingediend. Verder werk ik samen met de voor de toeslagen verantwoordelijke bewindspersonen aan een wetsvoorstel met maatregelen ter verbetering van de uitvoering van toeslagen. Dit wetsvoorstel zal op Prinsjesdag worden ingediend.

Spoedwetsvoorstel toeslagen

De reden tot spoed is dat ik beoog de maatregelen in dit wetsvoorstel in werking te laten treden met ingang van 1 juli 2020, zodat zo spoedig mogelijk kan worden begonnen met uitbetalingen aan de getroffen ouders. Met de uitbreiding van de bestaande hardheidsclausule wordt het mogelijk om tegemoet te komen aan die gevallen waarin de toepassing van wet- en regelgeving op het gebied van toeslagen leidt tot niet voorziene en niet beoogde gevolgen. Op basis van de hardheidsregeling kunnen ouders die langer dan vijf jaar geleden zijn geconfronteerd met een disproportioneel hoge terugvordering, het bedrag aan kinderopvangtoeslagen dat – met toepassing van de nieuwe jurisprudentie – ten onrechte is teruggevorderd, alsnog ontvangen.2 Het maakt voor het aan ouders uit te betalen bedrag niet uit of herstel plaatsvindt via herziening van besluiten van minder dan vijf jaar geleden of via reparatie van oudere besluiten op grond van de hardheidsregeling. In beide gevallen krijgt de ouder waarop hij op basis van de huidige jurisprudentie recht heeft.3 Ouders die met zo’n herziening of reparatie niet geholpen zijn en menen in een bijzondere, schrijnende situatie te zitten, kunnen zich melden bij de Belastingdienst/Toeslagen, dat een verzoek vervolgens beoordeelt. Met deze aanpassingen van de Awir beoog ik meer ruimte te creëren om maatwerk toe te passen voor (onvoorziene) schrijnende situaties.

De compensatieregeling betreffende CAF-11 zaken is op dit moment opgenomen in de Fiscale verzamelwet 2021. Ik overweeg echter om deze wettelijke grondslag van een compensatieregeling over te hevelen naar het spoedwetsvoorstel inzake de hardheidsregeling. Hiermee wordt mijns inziens duidelijker dat deze maatregelen beide zien op de compensatie dan wel reparatie bij gedupeerde ouders en dat maakt het wellicht gemakkelijker voor uw Kamer om deze regelingen gelijktijdig en in samenhang te behandelen. Indien daartoe wordt besloten zal ik dit bij nota van wijziging doen nadat genoemd spoedwetsvoorstel bij uw Kamer is ingediend.

Wet verbetering uitvoering toeslagen op Prinsjesdag

Zoals aangekondigd in de kabinetsreactie van 13 maart wordt in lijn met de in januari door uw Kamer unaniem aangenomen motie van het lid Lodders c.s.4 wetgeving voorbereid om verbeteringen en alternatieven door te voeren op weg naar een beter en menselijker systeem. Het kabinet streeft ernaar op Prinsjesdag, als onderdeel van het pakket Belastingplan 2021, een afzonderlijk wetsvoorstel bij uw Kamer in te dienen met maatregelen ter verbetering van de uitvoerbaarheid van Toeslagen.

Overig

Daarnaast vindt de voorbereiding plaats van de kabinetsreactie op het IBO Toeslagen.5 Deze kabinetsreactie staat vooral in het teken van het uitvoering geven aan de eveneens door uw Kamer unaniem aangenomen motie van de leden Bruins en Van Weyenberg c.s. over de toekomst van het toeslagenstelsel.6

De Staatssecretaris van Financiën, A.C. van Huffelen


X Noot
1

Kamerstuk 31 066, nr. 613

X Noot
2

Eindadvies Omzien in verwondering 2 van 12 maart 2020 van de Adviescommissie uitvoering toeslagen (bijlage bij Kamerstuk 31 066, nr. 608)

X Noot
3

ABRvS 23 oktober 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1333, ECLI:NL:RVS:2019:3535 en ECLI:NL:RVS:2019:3536.

X Noot
4

Kamerstuk 31 066, nr. 582

X Noot
5

Kamerstuk 31 066, nr. 617

X Noot
6

Kamerstuk 31 066, nr. 558

Naar boven