31 066 Belastingdienst

Nr. 568 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 december 2019

De commissie Financiën heeft mij op 17 december jl. gevraagd om te reageren op de berichtgeving van het afgelopen weekend. In deze brief geef ik een toelichting op de kwestie rondom het stopzetten van kinderopvangtoeslagen en het rappelleren daarbij.

Toeslagen vraagt bewijsstukken op bij burgers voor het beoordelen van het recht op toeslagen. Volgens de wet dient na deze uitvraag van bewijsstukken een rappelbrief aan de burger te worden gestuurd. De burger heeft zodoende een tweede gelegenheid om stukken aan te leveren voordat eventueel de toeslag wordt stopgezet.

De werkprocessen rondom CAF-zaken, fraude-onderzoeken en het intensief subjectgericht toezicht zijn sinds medio 2016 volgens de wet- en regelgeving ingericht. Eerst worden bewijsstukken bij de ouder uitgevraagd, wordt indien nodig een rappelbrief verstuurd en wordt afhankelijk van de reactie na afloop van het rappel de lopende toeslag mogelijk stopgezet. In de context van CAF-zaken heb ik tijdens het debat van 21 maart jl. over de CAF11-zaak aan uw Kamer gemeld dat Toeslagen een rappel verstuurt (Handelingen II 2018/19, nr. 65, item 9). Ook de Nationale ombudsman heb ik in 2017, in reactie op zijn aanbevelingen in het «geen powerplay maar fair play» inzake CAF-projecten, laten weten dat deze werkprocessen inmiddels op orde zijn.

Toeslagen is voor andere werkprocessen in het overige toezicht en de handmatige aanvragen van burgers bezig deze in te richten conform de wet- en regelgeving van het rappelleren. Gebleken is dat in deze gevallen de huidige praktijk is dat de lopende toeslag na het verstrijken van de eerste reactietermijn van vier weken om stukken aan te leveren, tegelijk met de rappelbrief, wordt stopgezet. Indien de burger binnen deze «tweede» vier weken de bewijsstukken aanlevert wordt de toeslag met terugwerkende kracht toegekend. Deze werkwijze past niet in de rappelsystematiek zoals deze voortvloeit uit de wet- en regelgeving. Ik ben over deze situatie zeer recent geïnformeerd. De handmatige werkprocessen zijn gereed in januari 2020. De geautomatiseerde processen volgen in maart dat jaar.

De doorlooptijd van aanpassingen van de systemen van Toeslagen conform wet- en regelgeving en nieuwe jurisprudentie zijn de afgelopen periode vaker onder de aandacht gebracht. Zo is bijvoorbeeld bij het Kindgebonden budget, waarbij naar aanleiding van de uitkomsten van een uitvoeringstoets op nieuwe wet- en regelgeving, een foute werkwijze in het verleden geconstateerd. De vereiste aanpassing van de systemen conform wet- en regelgeving is inmiddels uitgevoerd. Door de stapeling van een aantal voorbeelden ben ik ervan overtuigd dat het noodzakelijk is om alle systemen en processen in de uitvoering van Toeslagen te toetsen in het licht van de geldende wet- en regelgeving. Met een verkenning hiervan is reeds een start gemaakt.

Vandaag heb ik ook een brief ontvangen van de Nationale ombudsman met vervolgvragen over deze kwestie. Ik zal hem op korte termijn antwoorden. Uw Kamer ontvangt een afschrift van mijn reactie.

De Staatssecretaris van Financiën, M. Snel

Naar boven