nr. 32
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 februari 2008
Bij de verwerking van aangiften inkomstenbelasting 2007 die tot en met
22 februari 2008 met behulp van het internetprogramma van de Belastingdienst
zijn ingediend zijn problemen opgetreden. Op vrijdag 22 februari 2008
is een fout vastgesteld in de programmatuur die de aangiften bij binnenkomst
verwerkt.
Daardoor zijn bepaalde velden in de aangiften onbruikbaar geraakt. Als
gevolg hiervan waren de aangiften niet volledig en konden zij niet door de
Belastingdienst worden verwerkt. Dit heeft plaatsgevonden bij ca. 730 000
aangiften die in de periode 1 januari 2008 tot en met 22 februari
2008 digitaal zijn verzonden. Deze burgers die via hun sofinummer bekend zijn
bij de Belastingdienst zullen opnieuw aangifte moeten doen. Zij zullen volgende
week een excuusbrief van de directeur-generaal van de Belastingdienst ontvangen.
In de brief zal hen worden verzocht de reeds ingediende aangifte nogmaals
te verzenden. De bestaande garantieregeling dat een eventuele belastingteruggave
vóór 1 juli 2008 wordt betaald, blijft intact.
Op 23 februari 2008 is het probleem verholpen, zodat de aangiften
die vanaf dat moment zijn binnengekomen kunnen worden verwerkt. Daarnaast
worden de ontvangen aangiften inkomstenbelasting voortaan in een apart archiefbestand
opgeslagen voordat er een bewerking plaatsvindt. Het probleem heeft zich overigens
niet voorgedaan bij aangiften door hulpverlenende instanties als de hulp-bij-aangifte-campagne,
vakbonden en maatschappelijke intermediairs, omdat deze via een andere voorziening
worden verwerkt.
De oorzaak van de fout kwam aan het licht bij een ketentest die medio
februari 2008 door de Belastingdienst is uitgevoerd. In een dergelijke ketentest
wordt de werking van het aangifteprogramma in de totale aangifteketen (opstellen,
verzenden, ontvangen en behandelen van aangiften) beoordeeld. Het feit dat
een ketentest medio februari wordt uitgevoerd is historisch zo gegroeid. Voordat
de digitale aangifte bestond, werden de papieren aangiften medio februari
van het jaar aan de burgers gezonden. Hierdoor was er nog zes
weken de tijd om de aangiftebehandelingssystemen gereed te hebben voor verwerking
van de formulieren. Deze uitloop was noodzakelijk om andere systeemaanpassingen
voor bijvoorbeeld de loonbelasting of de omzetbelasting te kunnen realiseren.
Na de introductie van de digitale aangifte in 1996 is deze werkwijze niet
veranderd. Wel is het uit overwegingen van dienstverlening mogelijk gemaakt
dat burgers hun digitale aangifte al vanaf 1 januari inzenden. Deze
werkwijze is tot de aangifte 2007 goed gelopen.
Om de kans op nieuwe fouten bij de verwerking van aangiften te minimaliseren
heb ik besloten om de nodige organisatorische maatregelen in de Belastingdienst
te treffen. Daartoe grijp ik in in de organisatie van de ICT-functie van de
Belastingdienst:
• Binnen het ministerie van Financiën wordt onder de ambtelijke
en bestuurlijke leiding een afdeling ICT-regie en -architectuur ingesteld
die voor een sterke centrale sturing op ICT-processen moet zorgen.
• Er komt een totale herziening van het testen implementatietraject
van ICT-systemen.
• In iedere fase van het verwerkingsproces van aangiften worden extra
voorzieningen voor transactiebeveiliging en gegevensopslag gerealiseerd; daarbij
wordt ook gegevensredundantie gerealiseerd.
Ik verwacht dat met het uitvoeren van deze maatregelen de problemen zoals
hierboven beschreven tot het verleden zullen behoren.
Tenslotte merk ik op dat ik grote waardering heb voor de energie en de
toewijding die de medewerkers in alle onderdelen van de Belastingdienst in
hun dagelijkse werk ten toon spreiden. Hun inzet ten behoeve van de verbetering
van dienstverlening aan burgers en bedrijven, alsmede ten behoeve van de vereenvoudiging
van processen en systemen omwille van het robuust vormgeven van de processen
bij de Belastingdienst verdient alle lof. Dit neemt niet weg dat maatregelen
in de organisatie van de Belastingdienst nodig zijn.
De staatssecretaris van Financiën,
J. C. de Jager