De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat gedupeerde jongeren met (problematische) schulden toegang moeten hebben
tot een voor hen passend schuldhulpverleningsaanbod dat recht doet aan hun situatie;
overwegende dat de definitie van problematische schulden als «aflosbaar binnen 36
maanden» geen ruimte laat voor maatwerk door gemeenten;
overwegende dat aflossingscapaciteit een bepalende factor is voor schuldeisers om
akkoord te gaan met een schuldsaneringskrediet via de gemeente;
overwegende dat niet-saneerbare schulden zoals de hoofdsom van DUO-schulden niet meegenomen
worden in schuldsaneringstrajecten;
verzoekt de regering in overleg met de VNG en NVVK ervoor te zorgen dat gedupeerde
jongeren niet buiten de boot vallen vanwege de 36 maandendefinitie, bijvoorbeeld door
aan te sluiten op de definitie uit artikel 284, lid 1 van de Faillissementswet, die
spreekt over schulden waarvan redelijkerwijs te voorzien is dat een natuurlijke persoon
niet voort zal kunnen gaan met het betalen daarvan, en hierover in de eerstvolgende
voortgangsrapportage te rapporteren;
verzoekt de regering in overleg met de VNG en NVVK te bewerkstelligen dat bij gedupeerde
jongeren een aantrekkelijk aanbod wordt gedaan aan schuldeisers, door bijvoorbeeld
ten gunste van de jongere uit te gaan van ofwel de fictieve minimale ofwel de werkelijke
aflossingscapaciteit, beide zonder financiële tegenprestatie van de jongere;
verzoekt de regering in overleg met de VNG en NVVK gemeenten na afloop van een schuldsaneringstraject
ruimte te bieden om gedupeerde jongeren met niet-saneerbare schulden op basis van
hun behoeften te ondersteunen en te zorgen voor maatwerk voor een schuldenvrije toekomst,
en gaat over tot de orde van de dag.
Kat
Grinwis
Inge van Dijk
Van der Lee