31 061 XI
Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (XI) voor het jaar 2007 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

nr. 4
VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 28 juni 2007

De vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen. De daarop door de regering gegeven antwoorden zijn hierbij afgedrukt.

De voorzitter van de commissie,

Koopmans

De griffier van de commissie,

Van der Leeden

1

De programma- en apparaatgelden van de begrotingen van de ministeries van Justitie en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) zijn nog niet overgeheveld naar de VROM-begroting. Bij bijvoorbeeld het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft de overdracht van kinderopvang- en emancipatiemiddelen al wel plaatsgevonden. Waarom zijn de programma- en apparaatgelden van de begrotingen van Justitie en BZK nog niet overgeheveld naar de VROM-begroting? Wanneer zal dit plaatsvinden?

Het overleg met Justitie en BZK over de overheveling van resp. de Integratie en Inburgeringsbudgetten en het GSB-budget was nog niet afgerond op het moment dat de mutaties voor de 1e suppletore begroting moesten worden ingediend. Rijksbreed was afgesproken dat alle betrokken departementen de mutaties bij het zg. Julibrief-moment zouden opvoeren. Derhalve worden de budgetten voor 2007 bij 2e suppletore begroting overgeheveld en de budgetten voor 2008 ev. bij de ontwerpbegroting 2008.

De verantwoordelijkheid voor de genoemde budgetten ligt reeds vanaf 1 januari 2007 bij VROM. Verantwoording over deze budgetten zal worden afgelegd in het Jaarverslag 2007 van VROM.

2

Wat is er bij verdeling van de middelen aan provincies ten behoeve van bestrijding van industrielawaai verkeerd gegaan? Wat heeft dit betekent voor de uitvoering van het beleidsprogramma om industrielawaai te bestrijden?

De verdeling van middelen voor de bijdrage aan de maatregelen ten behoeve van de sanering industrielawaai is enkele jaren geleden op basis van een inschatting opgesteld. Nu, tegen het einde van de saneringsoperatie, hebben de povincies een beter inzicht in de benodigde verdeling. De herverdeling heeft plaatsgevonden op verzoek van de provincies.

De sanering industrielawaai kan met deze verdeling beter worden uitgevoerd.

3

De ramingen van de uitgaven aan huurtoeslag zijn naar boven bijgesteld met € 96,4 miljoen. Deze verwachte stijging wordt hoofdzakelijk toegeschreven aan een verwachte daling van het niet-gebruik. Deze reden werd ook genoemd als mogelijke oorzaak voor de overschrijdingen van de huurtoeslag in 2006. Kan de regering een cijfermatige onderbouwing geven van de verwachte daling van het niet-gebruik bij huurtoeslag?

Neen, een cijfermatige onderbouwing van de verwachte daling van het niet gebruik bij de huurtoeslag kan niet worden gegeven omdat de daarvoor benodigde beleidsinformatie ontbreekt.

Zoals de staatssecretaris van Financiën in zijn voortgangsrapportage over toeslagen heeft aangegeven, hebben de problemen bij de Belastingdienst in 2006 tot gevolg dat het moeilijk is om betrouwbare beleidsinformatie te genereren. Dit geldt in het bijzonder voor de huurtoeslag.

Inmiddels is binnen de Belastingdienst een taskforce actief die onder andere als opdracht heeft om een verklaring te vinden voor de overschrijding bij de huurtoeslag. Daarnaast zal deze taskforce de aanlevering van informatie aan de betreffende beleidsdepartementen verbeteren.

Wat betreft de overschrijdingsproblematiek kan overigens een definitieve en volledige verklaring pas worden gegeven als de toeslagen definitief zijn vastgesteld. Dat vloeit voort uit de systematiek van de Awir.

4

De Belastingdienst heeft op basis van inzichten in de bedrijfsvoering een inschatting gemaakt van de terug te vorderen toekenningen van huurtoeslag. Deze correctie leidt tot bijna € 30 miljoen minder ontvangsten in 2007 en structureel tot ca € 70 miljoen per jaar. Wat is de achtergrond van deze neerwaartse bijstelling van de terugvorderingen van de huurtoeslag? In hoeverre is de € 74 miljoen die in 2006 teveel aan huurtoeslag is uitgekeerd lager dan verwacht? In hoeverre ligt de oorzaak voor de neerwaartse bijstelling bij problemen in het terugvorderingsproces of de invorderbaarheid?

De neerwaartse bijstelling van de ontvangsten op terugvorderingen huurtoeslag is een gevolg van de lagere aantallen terugvorderingen die de Belastingdienst verwacht in te stellen naar aanleiding van inkomensmutaties. De inkomensmutaties doen zich voor bij het definitief maken van de toekenningen voor het toeslagjaar 2006.

In de begroting voor het jaar 2006 is uitgegaan van een bedrag van € 24 miljoen aan terugvorderingen huurtoeslag van in 2006 teveel uitbetaalde huurtoeslag. Het bedrag van € 24 miljoen was gebaseerd op de reguliere controles tijdens het toeslagjaar. Het bedrag van € 74 miljoen teveel uitbetaalde en terug te vorderen huurtoeslag is dus niet lager dan verwacht, maar juist hoger. De hogere terugvorderingen huurtoeslag in 2006 zijn een gevolg van de herstelacties die de Belastingdienst in 2006 heeft uitgevoerd.

De neerwaartse bijstelling van de ontvangsten op terugvorderingen huurtoeslag heeft niets te maken met problemen in het terugvorderingproces of de invorderbaarheid.

5

De bijdrage van het ministerie van VROM in de planvormingskosten van het Gemeenschappelijk Ontwikkelingsbedrijf worden terugbetaald aan het generale beeld uit de ontvangsten uit projecten in de jaren 2011–2012. Wat wordt bedoeld met «het generale beeld»? Kan de regering meer informatie geven over de verwachte herkomst en omvang van de op termijn, in het bijzonder in 2011–2012, verwachte ontvangsten?

Het begrip generale beeld vloeit voort uit de regels budgetdiscipline die een kabinet bij de start van een regeerperiode intern afspreekt. Generale beeld betekent dat een bepaalde mutatie op een begroting niet voor rekening komt van het betreffende departement. Indien het generale beeld van toepassing wordt verklaard, hoeft tegenover een extra uitgave dan dus geen compensatie elders op die begroting te staan. Omgekeerd leidt een minderuitgave dan ook niet tot budgettaire ruimte waar het departement andere (meer-)uitgaven mee kan financieren. In het onderhavige geval betekent het dus dat VROM de meeruitgave aan plankosten niet zelf hoeft te compenseren door elders op de begroting de uitgaven te verlagen maar toegevoegd krijgt vanuit de algemene middelen.

Overigens zal deze mutatie in de stand ontwerp-begroting 2008 worden gecorrigeerd omdat de minister van Financiën inmiddels heeft besloten dat de plankosten voortaan geheel via het generale beeld zullen worden voorgefinancierd en de ontvangsten die voor dekking van deze bedragen moeten zorgen naar verwachting pas later gerealiseerd zullen worden.

De herkomst van deze nog te realiseren ontvangsten is m.n. gelegen in de vervreemding van de (beschikbare) rijksgronden in de gebieden waarvoor het GOB participeert in de planvorming. Het gaat dan bijvoorbeeld om de herontwikkeling van het voormalig vliegkamp Valkenburg en de woningbouwopgave in Almere. Het GOB werkt op dit moment in totaal aan vijf projecten.

6

Wat is de achtergrond van de mutatie van € 9,5 miljoen op de post «verbeteren van de milieukwaliteit van water»?

Vanwege de demissionaire status van het vorige kabinet, zijn destijds bij de ontwerp-begroting 2007 op dit instrument de middelen voor de uitvoering van activiteiten, die voortvloeien uit de Toekomstagenda Milieu, opgevoerd. Besloten is toen de precieze invulling van deze middelen over te laten aan het nieuwe kabinet (TK, vergaderjaar 2006–2007, 30 800 XI, nr. 32).

Om die reden is nu alleen het budget voor 2007 verdeeld over de diverse instrumenten. Van de beschikbare 11,5 mln in 2007 is per saldo 9,5 mln gemuteerd, omdat het restant betrekking heeft op het instrument «verbeteren milieukwaliteit water» zelf.

7

Het ministerie van VROM doneert maximaal € 15 miljoen aan het Impulsprogramma Zwerfafval van de VNG. Wat is de achtergrond van de donatie aan het Impulsprogramma Zwerfafval? Kan de regering nader worden toegelicht waarom is gekozen voor «maximaal» € 15 miljoen? Is er ook een minimumbedrag dat het ministerie van VROM zal doneren?

Om het probleem van het zwerfafval adequaat op te lossen is een inspanning nodig van alle betrokken partijen. Daar is, voordat het Impulsprogramma Zwerfafval in oktober 2006 aan de Tweede Kamer is gezonden, lang over onderhandeld tussen partijen. Dat heeft erin geresulteerd dat het Ministerie van VROM € 15 miljoen bijdraagt over een periode van drie jaar, dus per jaar € 5 mln per jaar. Dit bedrag is ook in het programma zelf genoemd. Het is niet de bedoeling dat dit bedrag tussentijds naar boven wordt bijgesteld. In die zin kan het als een maximumbedrag worden beschouwd. Het is anderzijds ook een bedrag waarop partijen rekenen en dat niet in de loop van de tijd naar beneden zal worden bijgesteld.

8

Kan de regering meer informatie geven over het project «Website Milieu en Gezondheid»? Wat wordt de content van deze site en welke organisatie(s) leveren deze content aan?

– Het project «Website Milieu en Gezondheid» is inmiddels omgedoopt tot het programma Atlas Leefomgeving.

– Het traject om te komen tot een pilot Atlas Leefomgeving is 29 mei jl. officieel gestart. Vertegenwoordigers van de VNG, het IPO en de IPO vakberaden Monitoring en Stedelijk Gebied en Milieu, het RIVM en de Milieudienst SRE waren bij de startbijeenkomst aanwezig. Alle partijen hebben hun medewerking toegezegd aan de pilot waarin informatie over luchtkwaliteit en geluid wordt ontsloten voor burgers en professionals in een beperkt aantal gemeenten en provincies.

– De komende periode vinden de voorbereidingen plaats zodat de pilot van de Atlas in het voorjaar van 2008 kan draaien. Tijdens de voorbereidingen worden de verschillende aspecten (juridisch, organisatorisch, communicatie, ICT, informatie) verder uitgewerkt. Ervaringen die eerder zijn opgedaan, bijv. met de risicokaart, worden meegenomen en gezorgd wordt voor aansluiting op relevante ontwikkelingen.

– Op basis van de ervaringen met de pilot wordt najaar 2008 een voorstel uitgewerkt voor een vervolgtraject. De mogelijke rol van marktpartijen en het beperken van de financiële lasten zullen hierbij aan de orde komen.

9

De verdeling van de middelen ter bestrijding van industrielawaai is niet optimaal gebleken. Kan de regering nader toelichten, wat hier suboptimaal aan was?

De verdeling van middelen voor de bijdrage aan de maatregelen ten behoeve van de sanering industrielawaai is enkele jaren geleden op basis van een inschatting opgesteld. De provincies hebben geconstateerd dat bij de uitvoering in sommige gevallen minder en in andere gevallen meer geld nodig is. Conform de regelgeving hebben de provincies een verzoek ingediend om de middelen op andere wijze te verdelen zodat de uitvoering optimaal kan plaatsvinden.

10

Er worden middelen aan de VROM-begroting toegevoegd voor de uitgaven betreffende de ontmanteling van de Otapan. Waaruit zijn deze toegevoegde middelen afkomstig?

Deze middelen zijn afkomstig uit algemene middelen. In het kader van de beleidsbrief/voorjaarsnota heeft de minister van VROM bij de minister van Financiën aangegeven dat de onverwachte incidentele kosten voor de Otapan niet uit de eigen begroting gefinancierd kunnen worden. Dit is afgesproken met het ministerie van Financiën.

12

Vanuit verschillende artikelen worden extra middelen vrijgemaakt voor Infomil, een onderdeel van SenterNovem dat overheden informeert over de implementatie van milieubeleid. Het gaat om een bedrag van ca € 7,3 miljoen. Wat is de achtergrond voor het vrijmaken van extra middelen voor Infomil? Betreft dit een uitbreiding van Infomil en hoe past dit in de lopende stroomlijning van SenterNovem waar Infomil deel van uit maakt?

De middelen waarop in de vraag wordt gedoeld betreffen geen extra middelen maar de middelen die nodig zijn voor de financiering van de reguliere opdracht aan Infomil. Er is dus geen sprake van uitbreiding van Infomil.

In het kader van de stroomlijning van de opdrachtenportefeuille, financiering en rapportage worden de opdrachten aan Infomil voor de verschillende deelactiviteiten gebundeld in één opdracht van het ministerie van VROM aan Infomil. Hiervoor is overheveling van de budgetten uit de verschillende begrotingsartikelen waaronder de deelactiviteiten vallen, naar het begrotingsartikel van de coördinerend opdrachtgever noodzakelijk.


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van Gent (GL), Van der Staaij (SGP), Poppe (SP), Snijder-Hazelhoff (VVD), ondervoorzitter, Depla (PvdA), Van Bochove (CDA), Koopmans (CDA), voorzitter, Spies (CDA), Van der Ham (D66), Van Velzen (SP), Haverkamp (CDA), De Krom (VVD), Samsom (PvdA), Roefs (PvdA), Neppérus (VVD), Van Leeuwen (SP), Jansen (SP), Jacobi (PvdA), Van der Burg (VVD), Van Heugten (CDA), Vermeij (PvdA), Madlener (PVV), Ouwehand (PvdD), Bilder (CDA) en Wiegman-van Meppelen Scheppink (CU).

Plv. leden: Duyvendak (GL), Van der Vlies (SGP), Polderman (SP), Remkes (VVD), Crone (PvdA), Hessels (CDA), Koppejan (CDA), Ormel (CDA), Koşer Kaya (D66), Leijten (SP), Willemse-van der Ploeg (CDA), Kamp (VVD), Wolfsen (PvdA), Vos (PvdA), Zijlstra (VVD), Langkamp (SP), Gerkens (SP), Waalkens (PvdA), Van Beek (VVD), Schermers (CDA), Besselink (PvdA), Agema (PVV), Thieme (PvdD), Vietsch (CDA) en Ortega-Martijn (CU).

Naar boven