nr. 4
VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel,
heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen.
De door de regering gegeven antwoorden zijn hierbij afgedrukt.
De voorzitter van de commissie,
Leerdam
Adjunct-griffier van de commissie,
Hendrickx
1
Wat is de oorzaak van de lagere uitbetalingen uit het
Gemeentefonds in 2006 dan in de Najaarsnota was verwacht?
Bij de Slotwet 2006 is toegelicht dat het een saldo betreft. Enerzijds
een aantal onderwerpen die niet meer in 2006 tot betaling kon komen, waarvan
de belangrijkste zijn het amendement Irrgang, de vergoeding aan een aantal
gemeenten voor de extra kosten bij de Tweede Kamer verkiezingen in november
2006 en een extra toevoeging aan het WMO-budget i.v.m. het actualiseren van
de cliëntgegevens. Anderzijds een aantal betalingen in 2006, met name
betrekking hebbend op verplichtingen uit eerdere jaren.
2
Waarom is het budget Kosten Financiële Verhoudingswet
niet geheel tot besteding gekomen?
De onderzoeken in het kader van de werking en evaluatie van aspecten van
de Financiële Verhoudingenwet, hebben een wisselend verloop. De mutatie
vloeit voort uit de omstandigheid dat niet alle onderzoeken die voor 2006
gepland waren, daadwerkelijk in 2006 zijn uitgevoerd dan wel zijn afgerond.
Een gedeelte zal alsnog in 2007 worden uitgevoerd. In dat kader past de mutatie
binnen de afspraken met de minister van Financiën dat een gedeelte van
het budget dat door omstandigheden niet tot besteding is gekomen in het daar
op volgende jaar ingezet kan worden.
3
Is niet reeds eerder door de Kamer verzocht om uitnames
van het BTW-compensatiefonds niet van het ene jaar door te schuiven naar het
volgende jaar in verband met het ongewenst rondpompen van financiële
middelen?
Het doorschuiven van de uitname BTW-compensatiefonds van € 75
mln. kan gezien worden als een uitzondering op de regel «om het rondpompen
van financiële middelen» te vermijden. In dit geval was het noodzakelijk
om recht te doen aan de afspraken met de VNG, gemaakt in het bestuurlijk overleg
van 4 april 2006. Die afspraken waren gemaakt onder de inschatting van
een gunstigere ontwikkeling van het accres dan uiteindelijk bij het sluiten
van de rekening bleek.
4
Waarom is bij de verdeling van de middelen voor extra
ondersteuning van risicogezinnen gekozen voor de betreffende verdeling (€ 6,5
mln. in 2006, € 12,9 mln. in 2007 en € 12,9 mln. in 2008)?
Het gaat om een regeling waarin in totaal € 32,3 miljoen omgaat,
en met een looptijd van 2,5 jaar: van half 2006 tot eind 2008. Het totale
bedrag is gelijkelijk over die jaren verdeeld. Overigens staat de verdeling
van deze gelden (niet alleen over de jaren, maar ook over de betrokken gemeenten)
uitgebreider toegelicht in de septembercirculaire van het gemeentefonds, paragraaf 4.7.
(raadpleegbaar op www.minbzk.nl/gemeentefonds, bij «publicaties»).
5
Waarom is gekozen voor een centrale inning van de eigen
bijdragen WMO en niet via de gemeenten?
Dit is uitgebreid aan de orde geweest bij de behandeling van het WMO-wetsvoorstel
in de Tweede Kamer. Belangrijkste reden is het voorkomen van cumulatie van
eigen bijdragen. Het CAK inde namelijk al de eigen bijdragen voor
AWBZ. De eigen bijdrage WMO is echter prioritair. Omdat het CAK beide int,
kan het CAK de maximale eigen bijdrage bepalen. Daarnaast is centrale inning
beduidend efficiënter: het CAK inde de eigen bijdragen al en het zou
de uitvoeringkosten enorm hebben verhoogd om die taak over ca 450 gemeenten
te versnipperen.
6
Waarom wordt het budget voor huishoudelijke hulp vanuit
de WMO negatief bijgesteld?
Het budget voor huishoudelijke verzorging in natura en het budget Persoons
Gebonden budget (PGb) zijn met resp. € 3 miljoen en € 2,6
miljoen neerwaarts bijgesteld op basis van de meest recente realisatiecijfers
over 2005 (het ijkjaar voor het budget). Het gaat dus om een actualisatie.
7
Waartoe dient de extra vergoeding voor gemeenten waar
met potlood en papier gestemd moest worden bij de afgelopen Provinciale Verkiezingen
in plaats van met de stemmachines? Betreft dit een vergoeding van extra gemaakte
kosten of een andere vorm van compensatie?
Het betreft een vergoeding van extra gemaakte kosten.
XNoot
1Samenstelling:
Leden: Van Beek (VVD), Van der Staaij (SGP), De Pater-van der Meer (CDA),
Van Bochove (CDA), Duyvendak (GL), Wolfsen (PvdA), Hessels (CDA), Gerkens
(SP), Haverkamp (CDA), Leerdam (PvdA), voorzitter, De Krom (VVD), ondervoorzitter,
Griffith (VVD), Irrgang (SP), Kalma (PvdA), Schinkelshoek (CDA), Van der Burg
(VVD), Brinkman (PVV), Pechtold (D66), Van Raak (SP), Thieme (PvdD), Kuiken
(PvdA), Leijten (SP), Heijnen (PvdA), Bilder (CDA) en Anker (CU).
Plv. leden: Teeven (VVD), Van der Vlies (SGP), Van de Camp (CDA), Atsma
(CDA), Van Gent (GL), Vermeij (PvdA), Knops (CDA), Polderman (SP), Spies (CDA),
Wolbert (PvdA), Weekers (VVD), Zijlstra (VVD), Van Gerven (SP), Van der Veen
(PvdA), Çörüz (CDA), Ten Broeke (VVD), De Roon (PVV), Van
der Ham (D66), Van Bommel (SP), Ouwehand (PvdD), Bouchibti (PvdA), De Wit
(SP), Kraneveldt-van der Veen (PvdA), Van Haersma Buma (CDA) en Cramer (CU).