nr. 3
MOTIE VAN HET LID VAN DER STAAIJ C.S.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat de staatssecretaris van Defensie weliswaar heeft besloten,
het project «De Uitdaging» voorlopig voort te zetten totdat nieuwe
programma’s zijn begonnen, maar er onduidelijkheid is blijven bestaan
over de verdere toekomst van dit project;
overwegende, dat hierover zo spoedig mogelijk helderheid moet worden geboden,
mede ter voorkoming van het wegvloeien van ervaren personeel en het verdampen
van opgebouwde kennis en ervaring;
overwegende, dat met «De Uitdaging» sinds 2001 aan risicojongeren
meer opleiding en discipline is meegegeven, waardoor hun kansen op werk zijn
vergroot en een belangrijke bijdrage is geleverd aan zowel het voorkomen van
afglijden in de criminaliteit als het voorkomen van recidive;
overwegende dat, afgemeten aan deze maatschappelijke doelstelling, dit
project steeds als succesvol is aangemerkt, niet in de laatste plaats bewerkstelligd
door de inbedding in de defensie-organisatie;
overwegende, dat in dit licht het beperkte rendement voor de defensie-organisatie
zelf geen reden is voor beëindiging van dit project, evenmin als het
enkele feit dat nieuwe programma’s worden voorbereid;
verzoekt de regering daarom het defensieproject «De Uitdaging»
voort te zetten,
– vanzelfsprekend in afstemming op mogelijk nieuw vorm te geven
programma’s voor risicojongeren;
– onder regie van de minister voor Jeugd en Gezin, maar met blijvende
betrokkenheid van Defensie;
– en daartoe middelen buiten het defensiebudget aan te wenden;
en de Kamer hierover voor 1 september 2007 te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van der Staaij
Sterk
Eijsink
Poppe
Verdonk
Brinkman
Dibi
Voordewind