nr. 28
NADER GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID KANT C.S. TER VERVANGING
VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 17
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Artikel I komt te luiden:
ARTIKEL I
De Embryowet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 24 vervalt onderdeel a.
B
In artikel 31 komt te luiden:
Artikel 31
Bij inwerkingtreding van dit artikel wordt in artikel 28, eerste lid,
de zinsnede «artikel 12» vervangen door: artikelen 11 en 12, en
wordt in artikel 28, tweede lid de zinsnede «8, 14» vervangen
door: 8, 9, 14.
C
Artikel 33 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «met dien verstande dat de artikelen
9, 11 en 24, onderdeel b, in werking treden op het in het tweede lid bedoelde
tijdstip» vervangen door: met dien verstande dat de artikelen 9, 11
en 24, onderdeel b, in werking treden op het moment dat dit artikel in werking
treedt.
2. Het tweede lid alsmede de aanduiding «1.» voor het
eerste lid vervallen.
II
ARTIKEL II komt te luiden:
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Toelichting
Het verbod op het speciaal voor wetenschappelijk onderzoek tot stand brengen
en gebruiken van embryo’s vormt een belemmering voor veelbelovende ontwikkelingen
op het gebied van geneeskunde. Het kan gaan om belangrijke gezondheidsproblemen.
Uit het evaluatierapport blijkt dat op basis van een analyse van de wetenschappelijke
literatuur de wetenschap zo sterk in beweging is, dat het verbod op dit moment
al een belemmering vormt voor de voortgang van enkele onderzoeksrichtingen.
Dat geldt eerst en vooral voor onderzoek naar bepaalde vernieuwingen op het
gebied van de voortplantingsgeneeskunde maar ook al voor fundamenteel onderzoek
op bepaalde terreinen. Uit de analyse van buitenlandse wetgeving blijkt daarnaast,
dat zich in de ons omringende landen ontwikkelingen hebben voorgedaan die
de wetgever ten tijde van het wetsvoorstel verwachtte. De terughoudendheid
in de wetgeving over wetenschappelijk onderzoek met embryo’s is in een
aantal Europese landen aanzienlijk minder geworden, ook als het gaat om het
speciaal tot stand brengen van embryo’s voor wetenschappelijk onderzoek.
Twee van de redenen voor de wetgever, indertijd, om aan het verbod een
tijdelijk karakter te geven – verwachte wetenschappelijke ontwikkelingen
en verschuivende opvattingen in omringende landen – blijken zich inderdaad
voor te doen.
Dit amendement regelt derhalve dat op een zo kort mogelijke termijn het
verbod op het speciaal tot stand brengen en gebruiken van embryo’s ten
behoeve van medisch onderzoek wordt opgeheven.
Kant
Koşer Kaya
Van Miltenburg