A
nr. 1
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 mei 2007
Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen
op 15 mei 2007.
De wens dat het verdrag aan de uitdrukkelijke goedkeuring van de Staten-Generaal
wordt onderworpen kan door of namens één van de Kamers of door
ten minste vijftien leden van de Eerste Kamer dan wel dertig leden van de
Tweede Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk op 14 juni 2007.
Overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, eerste lid, en artikel 5, eerste
lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, de Raad van State
gehoord, heb ik de eer u hierbij ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen
de op 23 juni 2006 te Genève totstandgekomen wijziging van het
Verdrag betreffende het aannemen van eenvormige voorwaarden voor periodieke
technische keuringen van motorvoertuigen en de wederzijdse erkenning van dergelijke
keuringen (Trb. 2007, 85).
Een toelichtende nota bij de verdragswijziging treft u eveneens hierbij
aan.
De goedkeuring wordt alleen voor Nederland gevraagd.
De minister van Buitenlandse Zaken,
M. J. M. Verhagen
TOELICHTENDE NOTA
ALGEMEEN
Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het
zonder meer instemmend luidt (artikel 25a, vijfde lid jo vierde lid, onder
b, van de Wet op de Raad van State).
Het Verdrag betreffende het aannemen van eenvormige voorwaarden voor periodieke
technische keuringen van motorvoertuigen en de wederzijdse erkenning van dergelijke
keuringen, met Aanhangsels, is op 13 november 1997 te Wenen totstandgekomen
(Trb. 1998, 58 en 234).
Bij notificatie van 4 oktober 2006 zond de Secretaris-Generaal van
de Verenigde Naties aan de Verdragsluitende Partijen het door het Koninkrijk
der Nederlanden ingediende voorstel tot wijziging, dat op 23 juni 2006
werd aanvaard door het Inland Transport Committee (ITC) van de Economische
Commissie voor Europa van de Verenigde Naties (UNECE).
In 2004 heeft de Commissie van de Europese Gemeenschap aangegeven toe
te willen treden tot het Verdrag. De redenen hiervoor en de onderhandelingsinstructie
zijn weergegeven in raadsdocument 12 390/04 van 13 september 2004
luidende: Aanbeveling voor een besluit van de Raad teneinde de Commissie toe
te staan te onderhandelen over de voorwaarden voor toetreding van de Gemeenschap
tot de overeenkomst van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde
Naties betreffende het aannemen van eenvormige voorwaarden voor periodieke
technische keuringen van motorvoertuigen en de wederzijdse erkenning van dergelijke
keuringen (Wenen, 13 november 1997).
De onderhandelingsinstructies komen voort uit het feit dat op enkele kleine
punten het Verdrag strijdig was met EG-regelgeving op het gebied van de periodieke
voertuigkeuring, in het bijzonder de Richtlijn 96/96/EG van de Raad van 20 december
1996 (Pb.EG L 046) betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen
van de lidstaten inzake technische controle van motorvoertuigen en aanhangwagens,
als gewijzigd bij Richtlijn 2001/11/EG van de Raad van 14 februari 2001
(Pb. EG L 048) (beproeving van de werking van de snelheidsbegrenzer van bedrijfsvoertuigen)
en Richtlijn 2003/27/EG van de Raad van 3 april 2003 (Pb. EG L 090).
Artikel 4, eerste lid, van het Verdrag voorziet in de mogelijkheid dat
organisaties voor regionale economische integratie tot het Verdrag kunnen
toetreden, en houdt derhalve een uitdrukkelijke verwijzing in naar de Europese
Gemeenschap.
In de vergadering van de betreffende werkgroep van de ITC van juni 2006
is door de verdragspartijen en de vertegenwoordiger van de Europese Commissie
ingestemd met een voorstel tot wijziging van de betreffende artikelen van
het Verdrag.
ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING
Artikel 1
Dit artikel wordt aangepast conform de Richtlijn 96/96/EG, die specificeert
dat de periodieke keuring (APK) alleen in de lidstaten geregistreerde motorvoertuigen
betreft.
De APK is niet alleen een administratieve procedure, maar omvat tevens
een technische inspectie van het voertuig. Om wille van de duidelijkheid wordt «administratieve»
uit de tekst geschrapt.
Artikel 2, eerste lid, onder d
De APK mag alleen uitgevoerd worden in het land waar het voertuig is geregistreerd
tenzij voldaan wordt aan de bepalingen in artikel 12. De tekst in het huidige
artikel 2, eerste lid, onder d, met betrekking tot de wederzijdse erkenning
van het keuringscertificaat kan misverstanden oproepen en wordt derhalve verwijderd.
Artikel 12
De alleen door een Verdragspartij aangewezen instituten mogen periodieke
keuringen voor andere landen uitvoeren. Hoe de controle op deze instituten
geregeld wordt is in deze niet relevant en kan worden beschouwd als overbodige
tekst die verwijderd kan worden.
Op verzoek van de Europese Commissie dient op het keuringscertificaat
vermeld te worden of een keuring uitgevoerd is in een ander land dan het land
waar het voertuig geregistreerd staat. De aan artikel 12 toegevoegde zin regelt
dit door op het certificaat een verwijzing op te nemen naar het akkoord terzake
tussen beide landen.
Wijzigingen Aanhangsel 2, vierde lid
Door «periodieke keuringsverslagen» te vervangen door «periodieke
technische keuringsverslagen» wordt consistentie verkregen met de overige
tekst van het verdrag.
De toevoeging van de woorden »de landen van» maakt de zin
grammaticaal juist.
Koninkrijkspositie
Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, zullen deze wijzigingen evenals
het Verdrag alleen voor Nederland gelden.
De minister van Verkeer en Waterstaat,
C. M. P. S. Eurlings
De minister van Buitenlandse Zaken,
M. J. M. Verhagen