nr. 8
AMENDEMENT VAN HET LID TEEVEN
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Artikel I, onderdeel A, vervalt.
II
Artikel I, onderdeel B, komt als volgt te luiden:
B
In artikel 6, eerste lid, wordt de zinsnede «hij die de Nederlandse
nationaliteit bezit» vervangen door: hij die het burgerschap van de
Europese Unie bezit.
III
In artikel I vervallen de onderdelen D tot en met F.
IV
Artikel II vervalt.
Toelichting
Dit amendement regelt dat de nationaliteitseis voor notarissen, die voorheen
in artikel 6, eerste lid, van de Wet op het notarisambt was opgenomen wordt
vervangen door een eis van Unieburgerschap. Het Unieburgerschap, geregeld
in artikel 17 EG-verdrag, heeft een ieder die de nationaliteit van een EG-lidstaat
bezit. Hiermee wordt de werking van het wetsvoorstel, waarin de nationaliteitseis
voor notarissen geheel werd afgeschaft, ingeperkt.
Aldus wordt gevolg gegeven aan de ontwikkeling in de praktijk binnen het
notariaat. Er is van de kant van het notariaat vernomen dat er kandidaat-notarissen
op notariskantoren werkzaam zijn voor wie het nationaliteitsvereiste
een barrière opwerpt om tot notaris benoemd te kunnen worden. Deze
kandidaat-notarissen voldoen verder aan alle bij wet gestelde verplichtingen
en vereisten die in de Wet op het notarisambt (Wn) zijn vastgelegd.
Wel wordt de nationaliteitseis voor notarissen, die voorheen in artikel
6, eerste lid, van de Wet op het notarisambt was opgenomen, vervangen door
een eis van Unieburgerschap. Vanuit het oogpunt van de vrije markt en als
voorwaarde het vrije verkeer van diensten binnen deze markt, is het openstellen
van het notarisambt voor de ingezetenen van de Europese Unie een logische
en ook gewenste stap. Dit vanuit de wenselijkheid uit de praktijk en de mogelijke
toegevoegde waarde binnen het notariaat.
Deze (kandidaat-)notarissen verrichten dezelfde werkzaamheden als de (kandidaat-)notarissen
die wel over de Nederlandse nationaliteit beschikken.
Daarnaast zijn zij daarbij tevens onderworpen aan dezelfde wet- en regelgeving
die op grond van de Wn voor het notariaat geldt.
De reden om het openstellen van het notarisambt te beperken tot personen
die de nationaliteit van een EG-lidstaat bezitten, is gelegen in het feit
dat de notaris, ook na het vervallen/versoepelen van het nationaliteitsvereiste
belast is met de uitoefening van openbaar gezag. In de Nederlandse wetgeving
is niet in absolute zin geregeld dat de uitoefening van openbaar gezag telkens
gekoppeld is aan het bezit van de Nederlandse nationaliteit. Toch is enige
terughoudendheid geboden in het openstellen van dit ambt, belast met de uitoefening
van openbaar gezag, voor personen die niet aan de eis van Unieburgerschap
voldoen. Dit in het licht van de eventuele risico’s voor cliënten
van notarissen specifiek en bescherming van het openbaar gezag in het algemeen.
Teeven