31 040
Wijziging van de Wet op het notarisambt in verband met het laten vervallen van het nationaliteitsvereiste voor benoeming tot notaris

nr. 8
AMENDEMENT VAN HET LID TEEVEN

Ontvangen 4 juli 2007

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Artikel I, onderdeel A, vervalt.

II

Artikel I, onderdeel B, komt als volgt te luiden:

B

In artikel 6, eerste lid, wordt de zinsnede «hij die de Nederlandse nationaliteit bezit» vervangen door: hij die het burgerschap van de Europese Unie bezit.

III

In artikel I vervallen de onderdelen D tot en met F.

IV

Artikel II vervalt.

Toelichting

Dit amendement regelt dat de nationaliteitseis voor notarissen, die voorheen in artikel 6, eerste lid, van de Wet op het notarisambt was opgenomen wordt vervangen door een eis van Unieburgerschap. Het Unieburgerschap, geregeld in artikel 17 EG-verdrag, heeft een ieder die de nationaliteit van een EG-lidstaat bezit. Hiermee wordt de werking van het wetsvoorstel, waarin de nationaliteitseis voor notarissen geheel werd afgeschaft, ingeperkt.

Aldus wordt gevolg gegeven aan de ontwikkeling in de praktijk binnen het notariaat. Er is van de kant van het notariaat vernomen dat er kandidaat-notarissen op notariskantoren werkzaam zijn voor wie het nationaliteitsvereiste een barrière opwerpt om tot notaris benoemd te kunnen worden. Deze kandidaat-notarissen voldoen verder aan alle bij wet gestelde verplichtingen en vereisten die in de Wet op het notarisambt (Wn) zijn vastgelegd.

Wel wordt de nationaliteitseis voor notarissen, die voorheen in artikel 6, eerste lid, van de Wet op het notarisambt was opgenomen, vervangen door een eis van Unieburgerschap. Vanuit het oogpunt van de vrije markt en als voorwaarde het vrije verkeer van diensten binnen deze markt, is het openstellen van het notarisambt voor de ingezetenen van de Europese Unie een logische en ook gewenste stap. Dit vanuit de wenselijkheid uit de praktijk en de mogelijke toegevoegde waarde binnen het notariaat.

Deze (kandidaat-)notarissen verrichten dezelfde werkzaamheden als de (kandidaat-)notarissen die wel over de Nederlandse nationaliteit beschikken.

Daarnaast zijn zij daarbij tevens onderworpen aan dezelfde wet- en regelgeving die op grond van de Wn voor het notariaat geldt.

De reden om het openstellen van het notarisambt te beperken tot personen die de nationaliteit van een EG-lidstaat bezitten, is gelegen in het feit dat de notaris, ook na het vervallen/versoepelen van het nationaliteitsvereiste belast is met de uitoefening van openbaar gezag. In de Nederlandse wetgeving is niet in absolute zin geregeld dat de uitoefening van openbaar gezag telkens gekoppeld is aan het bezit van de Nederlandse nationaliteit. Toch is enige terughoudendheid geboden in het openstellen van dit ambt, belast met de uitoefening van openbaar gezag, voor personen die niet aan de eis van Unieburgerschap voldoen. Dit in het licht van de eventuele risico’s voor cliënten van notarissen specifiek en bescherming van het openbaar gezag in het algemeen.

Teeven

Naar boven