31 035
Goedkeuring van de op 12 juni 2006 te Luxemburg totstandgekomen Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Albanië, anderzijds, met Bijlagen en Protocollen; Trb. 2006, 212

nr. 5
NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Ontvangen 30 augustus 2007

De regering dankt de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken van de Tweede Kamer der Staten-Generaal voor haar verslag met betrekking tot het voorbereidend onderzoek aangaande het voorstel van wet tot goedkeuring van het bovengenoemde verdrag. In deze nota naar aanleiding van het verslag worden de vragen van de commissie beantwoord.

Algemeen

In relatie met goed nabuurschap vragen de leden van de fractie van het CDA zich af welke instrumenten er zijn om de interregionale samenwerking te verstevigen. Tevens stellen zij de vraag op welke manier de regionale landen worden betrokken in het proces rondom Kosovo. Hoe zal er worden omgegaan met de etnische spanningen die samenvallen met dit proces?

Internationale en regionale vrede en stabiliteit, alsmede de ontwikkeling van betrekkingen van goed nabuurschap staan centraal in het Stabilisatie- en associatieproces.

Bepalingen inzake intensivering van regionale samenwerking zijn dan ook een hoofdcomponent van de Stabilisatie- en associatieovereenkomst (SAO) en vormen een prioriteit binnen het Europees Partnerschap. Deze bepalingen richten zich naast de totstandbrenging van vrijhandelszones met buurlanden ook op politieke dialoog en intensivering van de samenwerking met justitie en binnenlandse zaken.

Het Instrument voor Pre-Accessie, het financiële instrument ter ondersteuning van de toenaderingsproces van de landen van de Westelijke Balkan, bevat een component die zich uitsluitend richt op de bevordering van grensoverschrijdende samenwerking met buurlanden.

In het kader van het in 1999 opgerichtte Stabiliteitspact worden regionale activiteiten ontwikkeld en uitgevoerd ter bevordering van de stabiliteit, vrede en economische ontwikkeling voor de landen van Zuid-Oost Europa. Tevens vindt samenwerking plaats in het kader van het «South East European Cooperation Process» (SEECP). (Inter) regionale samenwerking op economisch gebied vindt onder andere plaats in het kader van de Centraal Europese Vrijhandelsakkoorden (CEFTA).

Aangrenzende landen zoals Roemenië en Bulgarije die lid zijn van de EU, zijn rechtstreeks betrokken bij de EU-besluitvoming inzake het Kosovo-beleid.

De kandidaatlidstaten (Kroatië en Macedonië) en overige landen van de Westelijke Balkan worden sinds 2004 uitgenodigd zich aan te sluiten bij gemeenschappelijke posities en verklaringen in het kader van het GBVB (Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid).

Albanië ondersteunt volledig het voorstel van speciaal VN-afgezant voor Kosovo, de heer Martti Ahtisaari. De regering van Albanië stelt zich constructief op en oefent matigende invloed uit op de Kosovaarse leiders en de etnisch Albanese minderheden in de regio met het doel rust en stabiliteit te bewaren.

De internationale gemeenschap, de EU en de VS voorop, roept de landen in de regio op zich constructief op te stellen en het geduld te bewaren in afwachting van de totstandkoming van een nieuwe VN-resolutie, en zich te onthouden van stappen welke afwijken van de door de internationale gemeenschap uitgezette en ondersteunde lijn.

Etnische spanningen doen zich met name voor in delen van Kosovo, waar een Servische minderheid woont. In Zuid-Servië en Macedonië wonen grote Albanese minderheden, en het gevaar wordt onderkend dat mogelijke etnisch gerelateerde instabiliteit in Kosovo over kan slaan naar deze groepen. De internationale gemeenschap roept de regeringen van deze landen bij voortduring op de vrede en stabiliteit te bewaken. De OVSE en verschillende NGO’s voeren al langere tijd programma’s en projecten uit gericht op het bevorderen van interetnische samenwerking en «confidence building».

De leden van de fractie van het CDA vragen aandacht voor de mensenrechten en de positie van etnische en religieuze minderheden, in het bijzonder de Roma. Zij vragen welke mogelijkheden er zijn om verbetering te brengen in hun positie. Deze leden vragen om een jaarlijkse evaluatie aangaande de ontwikkelingen op het gebied van de mensenrechten.

De eerbiediging van de mensenrechten en de bescherming van minderheden zijn onderdeel van de Kopenhagen-criteria, en vormen een essentieel element in het Stabilisatie- en associatieproces en een prioriteit binnen het Europees Partnerschap.

Hieraan wordt specifiek aandacht besteed in de jaarlijkse voortgangsrapportages van de Commissie aan de Europese Raad, die aan de Kamer worden toegezonden. De Raad van Europa en de OVSE rapporteren regelmatig over deze onderwerpen. Ook is Albanië partij bij de belangrijkste mensenrechtenverdragen.

De regering ziet naleving van de mensenrechten en verbetering van de positie van minderheden als belangrijke toetsstenen voor de beoordeling van het toenaderingsproces. Albanië zet zich in om de positie van nationale minderheden te verbeteren, onder meer op het terrein van onderwijs aan de Griekse en Macedonische minderheden. Daartoe implementeert het momenteel een strategie ter bescherming van minderheden en een aparte strategie ter verbetering van de levensomstandigheden van de Roma.

Nederland blijft zich inzetten voor de rechten van de Roma, zowel door middel van steun aan projecten als langs politieke weg. Via de Nederlandse NGO SPOLU draagt Nederland bij aan capaciteitsopbouw van Roma-organisaties op de Balkan, waaronder in Albanië.

De leden van de fractie van het CDA vragen bijzondere aandacht voor de bestrijding van terrorisme. Zij vragen welke ontwikkelingen er in Albanië zijn als het specifiek gaat om de bestrijding van terrorisme.

Er zijn geen aanwijzingen van terroristische elementen in Albanië die momenteel een bedreiging zouden vormen voor Europa. De verspreiding van het radicaal islamitische gedachtegoed in het land lijkt vooralsnog beperkt. De Islam in Albanië wordt op een tolerante manier beleden. De harmonieuze betrekkingen tussen de vier belangrijkste godsdiensten in Albanië (Moslim, Bektashi, Rooms-Katholiek en Orthodox) kan onder andere geïllustreerd worden aan de hand van gezamenlijke gebedsdiensten die met enige regelmaat worden georganiseerd. Wel is de EU alert op radicaliseringstendenzen in de Balkan-regio en met name op de mogelijkheid dat vanuit de regio logistieke ondersteuning kan worden geboden aan terroristische netwerken. Albanië werkt op het gebied van terrorismebestrijding met name samen met de EU en de VS. Albanië levert troepen voor de operaties in Afghanistan (Herat). De SAO bevat ten opzichte van eerdere SAO’s een nieuw artikel dat uitvoering geeft aan de VN-Veiligheidsresolutie 1373 en zich richt op bevordering van samenwerking op het gebied van terrorismebestrijding.

De leden van de fractie van het CDA vragen verder hoe de Europese Unie lering gaat trekken uit eerdere processen rondom hervormingen in andere Balkanlanden. Zal de bestrijding van corruptie een verhoogde prioriteit krijgen, mede als het gaat om de besteding van gemeenschapsgelden?

De lessen die geleerd zijn in eerdere uitbreidingen van de EU zijn neergelegd in het raamwerk voor uitbreiding dat tijdens de Europese Raad van december 2006 is overeengekomen. Een onderdeel daarvan is het besluit om moeilijke kwesties zoals hervormingen van de rechterlijke macht en corruptiebestrijding in een vroeg stadium aan te pakken. Deze thema’s vormen een prioriteit in het Europees Partnerschap. Bestrijding van corruptie en bevordering van goed bestuur zijn horizontale onderwerpen in het Instrument voor Pre-Accessie en moeten als zodanig in alle projectvoorstellen geadresseerd worden.

De leden van de fractie van het CDA vragen tenslotte hoe er toegezien gaat worden op de voedselveiligheid en productie van goederen die worden toegelaten op de Gemeenschappelijke markt.

Voor invoer in de EU vanuit Albanië gelden dezelfde regels als voor andere derde landen. Albanië is daar geen uitzondering op.

Handel in planten en plantaardige producten is op internationaal niveau geregeld in het Internationaal Verdrag voor de bescherming van planten (zie laatstelijk Trb. 2000, 31).

Lidstaten hebben de Fytorichtlijn geïmplementeerd. Dit betekent dat wanneer planten of plantaardige producten in de EU worden geïmporteerd (vanuit een derde land naar de EU) deze volgens EU-richtlijnen worden geïnspecteerd en de EU niet binnenkomen als de producten niet voldoen. Ook de invoer van levensmiddelen, veevoer en dieren bestemd voor voedselproductie, dient ongeacht uit welk derde land dit komt, te voldoen aan de geharmoniseerde EU-regelgeving die ook voor de interne markt zelf geldt. Toezicht hierop vindt plaats bij de grensinspectiepost in de haven van aanvoer. Het «Food and Veterinary Office» van de Europese Commissie voert inspecties uit in derde landen.

Aangezien Albanië wordt aangemerkt als potentiële kandidaat voor het EU-lidmaatschap vragen de leden van de fractie van de PvdA hoe zich dat verhoudt met de uitspraken die gedaan zijn dat de EU voorlopig niet tot nieuwe uitbreiding over zal gaan. Wat zijn de mogelijke gevolgen van de toezegging aan Albanië?

De Thessaloniki Agenda bevestigt dat de toekomst van de landen van de Westelijke Balkan in de EU ligt. Tijdens de Europese Raad van december 2006 is besloten dat toezeggingen zullen worden nagekomen en is een raamwerk voor verdere uitbreiding overeengekomen.

Het toetredingsproces voorziet in strikte conditionaliteit in alle onderhandelingstadia. Het tempo van het toetredingsproces hangt af van de resultaten van de hervormingen in het land waarmee wordt onderhandeld, waarbij ieder land op zijn eigen merites zal worden beoordeeld. Voldoende uitvoering van de verplichtingen krachtens de SAO vormt een essentieel element bij de beoordeling van een verzoek voor toetreding. De EU zal daarnaast pas vlak voor het einde van de toetredingsonderhandelingen een streefdatum voor toetreding vaststellen. Als laatste heeft de Europese Raad ook benadrukt dat het tempo van uitbreiding afgestemd moet worden op de capaciteit van de Unie om landen op te nemen. Bij de aanvraag voor de status van kandidaat-lidstaat zal de Europese Raad de Commissie om een effectbeoordeling vragen.

Nederland stelt zich overigens op het standpunt dat op dit moment geen toetredingsperspectief geboden mag worden aan landen waaraan de Unie een dergelijk perspectief nog niet geboden heeft. Het nabuurschapsbeleid is geen voorportaal voor uitbreiding.

De leden van de fractie van de PvdA vragen verder hoe op dit moment de situatie in Albanië is op politiek en economisch gebied. Welke concrete verbeteringen worden er over een jaar verwacht?

De politieke en economische situatie in Albanie wordt door de EU scherp in de gaten gehouden. Een belangrijk middel daartoe is de reguliere voortgangsrapportage. In het Europees Partnerschap stelt de EU korte en middellange termijn prioriteiteiten voor verdere toenadering van het land. Dit partnerschap vormt de basis voor het nationale plan ter adoptie van het acquis. In dit document omschrijft de Albanese regering gedetailleerd de inhoud en het tijdspad voor verdere toenadering tot de EU.

Hoewel er in het verankeren van democratie en de rechtsstaat belangrijke voortgang is geboekt, zijn er op politiek gebied nog tal van uitdagingen. Het politieke debat is gepolariseerd wat veelal leidt tot vertraging in de besluitvorming. Ook de autocratische regeerstijl van Minister-President Berisha werkt belemmerend. Verdere versterking en professionalisering van het openbaar bestuur is noodzakelijk.

Het gebrek aan bereidheid tot samenwerking tussen politieke partijen kwam recent naar voren in de aanloopfase naar de lokale verkiezingen in februari 2007. Ook de lopende presidentsverkiezingen illustreren het actuele weinig constructieve klimaat waarin de belangrijkste politieke partijen er ondanks herhaaldelijk aandringen van de internationale gemeenschap tot dusver niet in slagen een consensuskandidaat te vinden. Een belangrijke aansporing tot constructieve politieke samenwerking is de mogelijke uitnodiging voor het lidmaatschap van de NAVO. Het vertrouwen op spoedig NAVO-lidmaatschap is gegroeid na het bezoek van president Bush aan Albanië juni jongstleden.

De economie van Albanië is stabiel en de meeste macro-economische indicatoren ontwikkelen zich positief. Belangrijke uitdagingen liggen met name op het terrein van de openbare financiën en het verbeteren van het ondernemersklimaat. Met name is er behoefte aan een betere bescherming van investeringen, het vergroten van de rechtszekerheid met betrekking tot eigendomsrechten en een transparanter functionerend openbaar bestuur.

De leden van de fractie van de PvdA vragen voorts wat de situatie is op het gebied van eerbiediging van de rechtsstaat en de mensenrechten. Welke concrete verbeteringen worden er over een jaar verwacht? Is er een verbetering in de religieuze-etnische verdraagzaamheid?

Ondanks dat er vooruitgang wordt geboekt op het terrein van de rechtsstaat en de eerbiediging van de mensenrechten liggen er voor de Albanese regering nog een groot aantal uitdagingen. Met name is er nog veel werk te doen bij de hervormingen van de justitiële sector en de hervorming van het kiesstelsel. Ook op het gebied van registratie van eigendomsrechten, restitutie van onroerend goed en compensatie van onteigeningen uit het verleden wordt veel werk verricht. Het land heeft inmiddels op het terrein van eerbiediging van mensenrechten veel wetgeving tot stand gebracht en het is toegetreden tot de belangrijkste verdragen op dit gebied. Grootste punt van aandacht is nu de daadwerkelijke uitvoering van deze wet- en regelgeving en de verdere opbouw van de vereiste institutionele capaciteit.

De leden van de fractie van de PvdA vragen tenslotte wat de houding van Albanië is ten opzichte van het VN-advies over Kosovo. Is het land bereid te helpen de stabiliteit in die regio te bewaren?

Albanie ondersteunt volledig het voorstel van speciaal VN-afgezant Martti Ahtisaari. De Albanese regering stelt zich constructief op en oefent matigende invloed uit op de Kosovaarse leiders en de etnisch Albanese minderheden in de regio met het doel rust en stabiliteit te bewaren.

De leden van de fractie van de PVV vragen of de regering de mening deelt dat handelingen van Albanië zoals de ondertekening op 17 mei jongstleden van een OIC-verklaring waarin onder meer steun werd uitgesproken voor de «moslimbroeders en -zusters in Noord-Cyprus», niet bijdragen tot bevordering van de regionale samenwerking gezien de toch al moeizame relatie met buurland Griekenland.

Albanië speelt een actieve en constructieve rol in de regio. Het is lid van het Stabiliteitspact, «South East European Cooperation Proces» en tal van andere regionale initiatieven. De oproep om de isolatie van Turks Cyprus te doorbreken is niet strijdig met het EU-beleid ter zake. De EU heeft na het Grieks-Cypriotische «nee» tegen het vredesplan van voormalig VN-Secretaris Generaal Kofi Annan in 2004 immers zelf beloofd het economisch isolement van de Turks-Cypriotische gemeenschap te zullen beëindigen.

De leden van de fractie van de PVV vragen tot slot of de regering van mening is dat een land dat een verklaring onderschrijft waarin staat dat Iran onvoorwaardelijke steun verdient, dat Israël beschouwd dient te worden als de agressor in het Midden-Oosten, dat islamofobie de ergste vorm van terrorisme is en dat er geen enkele relatie gelegd mag worden tussen terrorisme en religie, theologie of cultuur, beloond dient te worden met een pre-toetredingsproces van de Europese Unie.

De regering heeft een Stabilisatie- en associatieovereenkomst met Albanië ondertekend. Daarin is een politieke dialoog voorzien die bijdraagt aan de bevordering van verdere convergentie van standpunten van de partijen over internationale vraagstukken. Albanië heeft zich regelmatig aangesloten bij gemeenschappelijke posities van de EU en onderschrijft de resoluties van de VN ter zake.

Albanië heeft als lid van de «Organization of the Islamic Conference» (OIC) de verklaring van 17 mei jongstleden onderschreven. De verklaring roept op tot dialoog ter vermindering van de spanningen en ter oplossing van verschillen over Iran’s nucleaire programma. Met betrekking tot het Palestijns-Israelisch conflict onderstreept de verklaring het belang van een vreedzame oplossing. De verklaring wijst alle vormen van terrorisme af en legt geen relatie tussen islamofobie en terrorisme.

Artikelsgewijze vragen

Hieronder volgen de antwoorden op de door de leden van de fractie van de PvdA gestelde vragen met betrekking tot de artikelen 6, 40 en 78 van de SAO.

Artikel 6

Wordt bij de tussentijdse toetsing evenveel gewicht toegekend aan de politieke hervormingen, de rechtsstaat en de mensenrechten als aan de economische hervormingen?

De associatie met de EU wordt geleidelijk ingevoerd. De overgangsperiode van 10 jaar is verdeeld in twee fasen.

Tijdens de eerste fase ligt de nadruk op de fundamentele elementen van het acquis betreffende de interne markt, alsmede op andere gebieden zoals concurrentie, intellectuele, industriële en commerciële eigendomsrechten, openbare aanbestedingen, normen en certificering, financiële diensten, land- en zeevervoer (met speciale nadruk op de veiligheid, milieunormen en sociale aspecten), vennootschapsrecht, boekhouding, consumentenbescherming, gegevens-bescherming, gezondheid en veiligheid op het werk en gelijke kansen.

Gedurende de tweede fase zal Albanië zich richten op de resterende delen van het acquis. De Commissie zal daarnaast in haar reguliere voortgangsrapportages aandacht besteden aan de politieke criteria, economische criteria en de Europese normen. Samen met de SAO vormt dit de basis voor het Europees Partnerschap waarin de korte en lange termijn prioriteiten voor verdere toenadering worden geformuleerd.

Artikel 40

Welke staatsmonopolies kent Albanië? Is Albanië op grond van dit verdrag verplicht deze onder te brengen in de private markt?

De lijst van bestaande staatsmonopolies in Albanië is bij deze brief gevoegd als bijlage.1 Op grond van artikel 40 van de SAO heeft Albanië zich verplicht bestaande staatsbedrijven zodanig aan te passen dat er geen sprake meer is van elementen die de werking van een vrije markt verstoren. Daartoe zullen de komende jaren bestaande staatsmonopolies worden ontmanteld en noodzakelijke wettelijke en institutionele maatregelen worden genomen om vrije markt werking in Albanië te garanderen

Artikel 78

Gaat de EU Albanië ook actief ondersteunen op het gebied van versterken van de rechterlijke macht, verbeteren van functioneren van de politie en de bestrijding van corruptie?

Deze onderwerpen zijn prioriteiten van het Europees Partnerschap. Daarnaast zijn ondersteuning van de rechterlijke macht en politie prioritair verklaard in het kader van het Instrument voor Pre-Accessie. De rechtelijke macht wordt daarnaast ondersteund door de European Justice Assistance Mission (EURALIUS), de politie wordt ondersteund door de EC Police Mission (PAMECA). De bestrijding van corruptie is als horizontale prioriteit voor Instrument voor Pre-Accessie geïdentificeerd.

De minister van Buitenlandse Zaken,

M. J. M. Verhagen


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven