31 031 XV
Jaarverslag en slotwet ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 2006

30 800 XV
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2007

nr. 11
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 juli 2007

Deze brief bevat twee onderwerpen, waarover ik de Kamer wil informeren. Ten eerste de antwoorden op de vragen die de heer Spekman in het wetgevingsoverleg van 26 juni 2007 heeft gesteld over de uitvoeringskosten van de WGA en IVA (Kamerstuk 31 031 XV, nr. 10). Ten tweede de wijzigingen die ik, met name naar aanleiding van het Coalitie Akkoord, van plan ben door te voeren in de opzet van de SZW-begroting.

1. Uitvoeringskosten WGA en IVA

Door het kamerlid de heer Spekman zijn naar aanleiding van het jaarverslag 2006 van SZW vragen gesteld over de hoogte van de uitvoeringskosten van WGA en IVA, in verhouding tot de uitkeringslasten van deze regelingen. In 2006 bedroegen de uitvoeringskosten van de WIA € 263 miljoen terwijl de uitkeringslasten van de WIA € 151 miljoen bedroegen.

Mijn antwoord bestaat uit drie delen. In het eerste deel geef ik aan waarom de uitvoeringskosten van de WIA niet buitenproportioneel hoog zijn, maar zich juist conform verwachtingen ontwikkelen. Het is van belang, anders dan in het jaarverslag, de cijfers meerjarig te presenteren. Hieruit blijkt dat de uitvoeringskosten de komende jaren zullen dalen. In het tweede deel licht ik toe dat de toedeling van de uitvoeringskosten over de wetten veranderd is en waarom dit relevant is voor de hoogte van de uitvoeringskosten. In het derde deel ga ik ten slotte kort in op een aantal specifieke vragen die de heer Spekman gesteld heeft.

1.1 Algemene opmerkingen met betrekking tot de uitvoeringskosten

Ingroei-effecten

In het startjaar van een nieuwe wet zijn de uitvoeringskosten per definitie hoog in verhouding tot de uitkeringslasten. Dit heeft twee oorzaken. In de eerste plaats is er sprake van implementatiekosten die de uitvoeringskosten tijdelijk verhogen. Hiervan is ook sprake bij de WIA, waarvoor het UWV momenteel ondermeer een nieuw computersysteem ontwikkelt. In de tweede plaats concentreren de uitvoeringskosten zich bij het begin van de uitkering. Het keuren van arbeidsongeschikten door artsen en arbeidsdeskundigen is immers een arbeidsintensief en daarom relatief duur proces.

In het eerste jaar van de WIA zijn er dus al hoge uitvoeringskosten vanwege genoemde implementatiekosten en keuringen terwijl de uitkeringslasten, die voor sommige mensen tientallen jaren kunnen doorlopen, nog moeten beginnen. Als mensen na een keuring geen WIA-uitkering krijgen toegewezen, treden er zelfs helemaal geen uitkeringslasten op, terwijl de uitvoeringskosten van de arts en de arbeidsdeskundige plus alle bijbehorende ondersteuning al wel opgetreden zijn.

In figuur 1 wordt het bovenstaande grafisch weergegeven.

Figuur 1: Schematische weergave uitkeringslasten en uitvoeringskosten

kst-31031-XV-11-1.gif

Al voor het startjaar is sprake van systemen die moeten worden gebouwd of aangepast, opleiding van medewerkers en aanpassing van processen, wat met substantiële implementatiekosten gepaard gaat (zie in bovenstaande figuur de periode A tot B, waarbij B voor de WIA het jaar 2006 is). Deze implementatiekosten lopen door tot en met 2008 als de implementatie van de nieuwe systemen voor de WIA voltooid is. Vanaf eind 2005 beginnen ook de reguliere uitvoeringskosten vanwege keuringen voor de WIA. De uitvoeringskosten zullen vervolgens dalen tot ze een structureel niveau bereiken (punt C).

Vanaf 2006 beginnen de eerste WIA-uitkeringen te lopen. De uitkeringslasten lopen langzaam op in de tijd tot een structureel niveau. Dit niveau wordt overigens pas na tientallen jaren bereikt (punt D in de grafiek).

De uitvoeringskosten van de arbeidsongeschiktheidswetten zullen de komende jaren overigens sterk gaan dalen vanwege het afnemende totaal aantal uitkeringen van de WAO en WIA. In deze paragraaf geef ik u een overzicht van de ontwikkeling van de uitvoeringskosten van WAO en WIA, gebaseerd op de begrotingsadministratie van SZW. Deze hebben een voorlopig karakter omdat momenteel nog overleg plaatsvindt met UWV over de beleidsregels fondsverdeling 2007, waarbij de verdeelsleutels worden herijkt.

Uit tabel 1 blijkt dat de uitvoeringskosten WAO de komende jaren zullen afnemen, terwijl de uitvoeringskosten WIA eerst dalen (door afnemende implementatiekosten) en vervolgens licht stijgen door de groei van het aantal uitkeringsgerechtigden.

Tabel 1: Ontwikkeling uitvoeringskosten WAO en WIA

WAO & WIA200620072008200920102011
WAO47865%48869%29158%22352%16043%10131%
WIA26335%22331%20742%20648%21457%22269%
Totaal741100%711100%498100%429100%374100%323100%

De ontwikkeling van de totale uitvoeringskosten van het UWV wordt in tabel 2 weergegeven, waarbij tevens is vermeld welk percentage van het totaal op WAO en WIA betrekking heeft.

Tabel 2: Ontwikkeling totale uitvoeringskosten UWV

Totaal UWV200620072008200920102011
WAO47827%48828%29121%22317%16014%10110%
WIA26315%22313%20715%20616%21419%22222%
Overige wetten1 03958%1 00859%88264%86167%78268%69868%
Totaal UWV1 780 1 719 1 380 1 290 1 156 1 021 

Hieruit blijkt dat de totale uitvoeringskosten van het UWV sterk dalen en dat het aandeel van de uitvoeringskosten van WAO en WIA in de totale uitvoeringskosten van UWV lager wordt.

1.2 Toedeling van de uitvoeringskosten met behulp van het cost-accountingmodel

Overigens is relevant dat de hoogte van de uitvoeringskosten WAO+WIA in 2006 is meegevallen ten opzichte van de Begroting 2006. Uit tabel 31.2 van pagina 90 van het jaarverslag SZW blijkt namelijk dat de totale kosten die aan het AO-domein zijn toegerekend € 741 mln bedragen, terwijl € 762 mln was begroot. Alleen de toedeling van de uitvoeringskosten naar WAO en WIA is afwijkend van hetgeen in de Begroting 2006 is opgenomen, waarbij aan de WAO minder is toegerekend dan was begroot en aan de WIA meer is toegerekend. Dit heeft te maken met de invoering van het costaccountingmodel in 2006.

Relevant hierbij is de discussie die over het jaarplan 2006 is gevoerd met UWV. In goed overleg met UWV is besloten om externe expertise in te huren om de kostenopbouw van UWV nader te beschouwen. Daarbij is gevraagd het cost-accountingmodel te valideren. In het externe onderzoek wordt geconcludeerd dat het cost-accountingsysteem een adequate onderbouwing levert van de reguliere structurele uitvoeringskosten. Op 29 maart 2006 (Kamerstukken II 2005/06, 26 448, nr. 264) heb ik dit rapport aan u aangeboden.

Door middel van het cost-accountingmodel worden kosten die specifiek betrekking hebben op een activiteit (bijvoorbeeld het toekennen van een aanvraag) zo goed mogelijk direct toegerekend aan de betreffende activiteit. Algemene kosten (zoals huisvesting of sociaal plan kosten) worden door middel van verdeelsleutels toegerekend aan de verschillende activiteiten.

Vervolgens is het cost-accountingmodel de basis voor de beleidsregels fondsverdeling. Deze regels geven aan hoe de kosten van activiteiten zoals ze door middel van het cost-accountingmodel zijn berekend, worden toegerekend aan de wetten en de fondsen. Deze beleidsregels zijn op 14 februari 2007 door UWV gepubliceerd in de Staatscourant (nr. 2007, 32). De verdeling in het jaarverslag 2006 is gebaseerd op het gevalideerde cost-accountingmodel en de vastgestelde beleidsregels fondsverdeling.

De verdeelpercentages zijn overigens gebaseerd op de begroting en op begrote aantallen aanvragen en uitkeringen, en niet op de gerealiseerde aantallen. Als gevolg van deze systematiek zijn relatief veel kosten toegerekend aan de WIA en wordt de scheve verhouding tussen uitvoeringskosten en uitkeringslasten extra geaccentueerd. In de begroting 2006 is namelijk rekening gehouden met een instroom van 30 000 mensen, terwijl de feitelijke instroom in 2006 minder dan 20 000 bedroeg. Ten opzichte van de meevallende uitkeringslasten zijn de uitvoeringskosten daardoor relatief hoger uitgekomen.

1.3 Beantwoording specifieke vragen

Welk percentage van de uitvoeringskosten had betrekking op behandeling van aanvragen en uitkeringsverstrekking?

De uitvoeringskosten IVA bedragen € 63 mln en de uitvoeringskosten WGA bedragen € 200 mln, totaal bedragen de kosten voor de WIA dus € 263 mln in 2006.

De kosten zijn als volgt nader onder te verdelen:

Kosten m.b.t. beoordeling aanvragen 161 (61%)

Implementatiekosten WIA en projectkosten 89 (34%)

Overig (met name uitbetalingen van lopende uitkeringen)    13 (5%)

Totaal 263 (100%)

Welk percentage van de uitvoeringskosten van WGA en IVA is opgegaan aan eenmalige investeringen die samenhangen met de implementatie van deze regelingen? Hoeveel geld daarvan had betrekking op ICT-investeringen?

Zoals uit de beantwoording van de vorige vraag blijkt zijn de totale uitvoeringskosten WIA € 263 mln en betreft het bedrag aan implementatie en projectkosten € 89 mln. Van het bedrag van € 89 mln aan implementatiekosten en projectkosten heeft het merendeel betrekking op ICT-kosten.

Hoeveel aanvragen zijn afgewezen en hoe verhoudt zich dat tot het totaal aantal aanvragen?

Het totaal aantal aanvragen was in 2006 41 170. Hiervan zijn 35 322 aanvragen afgehandeld in 2006. Dit resulteerde in 14 212 toegekende WGA-uitkeringen, 3795 toegekende IVA-uitkeringen en 17 315 afgewezen aanvragen. Bijna de helft van de in behandeling genomen WIA-aanvragen is in 2006 afgewezen, deels omdat mensen minder dan 35% arbeidsongeschikt bleken, deels om andere redenen (bijv. als mensen alsnog voor het einde van de loondoorbetalingsperiode herstellen of de werkgever vanwege onvoldoende re-integratieinspanningen verplicht wordt het loon langer door te betalen).

Hoe verhouden de uitvoeringskosten in 2007 en 2008 zich naar verwachting tot de uitkeringslasten?

Tabel 3: Verhouding uitvoeringskosten WIA ten opzichte van uitkeringslasten WIA

WIA200620072008200920102011
Uitkeringslasten1516291 1051 5141 8932 264
Uitvoeringskosten WIA263223207206214222
Uitv.kosten in % uitkeringlasten174%35%19%14%11%10%

Zoals uit tabel 3 blijkt is het deel van de uitvoeringskosten ten opzichte van de uitkeringslasten in 2007 nog 35%, waarbij dit afloopt tot 10% in 2011.

Is er in die jaren nog sprake van implementatiekosten?

In het budget 2007 is een bedrag van € 33 mln opgenomen voor implementatiekosten en voor 2008 een bedrag van € 10 mln. In 2008 is het nieuwe computersysteem voor de WIA gereed. Dit is conform de invoeringswet WIA, zie Kamerstukken II 2004/05, 30 118, nr. 3, blz. 80.

Hoe verhouden de uitvoeringskosten voor de IVA en WGA per uitkeringsgerechtigde zich tot de uitvoeringskosten van de WAO in 2004, toen nog volop sprake was van nieuwe instroom?

In 2004 bedroegen de uitvoeringskosten WAO € 777 miljoen of ruim 8% van de uitkeringslasten van € 9 601 miljoen. In de WIA wordt blijkens tabel 3 naar een percentage in dezelfde orde van grootte getendeerd.

2. Wijzigingen in de opzet van de SZW-begroting

Als gevolg van het Coalitie Akkoord is een aantal regelingen van de begroting van SZW overgegaan naar andere departementen (kinderopvang, emancipatie, kinderbijslag en kindertoeslag). Hierop moet de begroting worden aangepast.

Met de overgang van de kinderopvang naar Jeugd en Gezin resteerden er op de SZW-begroting drie artikelen van een beperkte omvang, maar met een gezamenlijk raakvlak op het terrein van arbeidsverhoudingen. Om de samenhang te verduidelijken en de leesbaarheid van de begroting te verbeteren zijn deze drie artikelen samengevoegd. Bovendien zijn de twee artikelen met betrekking tot inkomensbescherming met activering voor respectievelijk werklozen en arbeidsongeschikten samengevoegd, omdat beide artikelen de sociale zekerheid met een activerend element betreffen.

Daarnaast wordt de opbouw in de begroting verbeterd door een thematische volgorde van de artikelen: eerst volgen de artikelen op het terrein van arbeidsmarktbeleid, daarna de artikelen voor sociale zekerheid met een activerend element en vervolgens de overige sociale zekerheid.

Omdat Inkomensbeleid breder is dan de drie thema’s is dat het eerste artikel.

In de nieuwe indeling die in onderstaand overzicht is afgezet tegen de huidige indeling, zal uiteraard dezelfde relevante informatie worden opgenomen als in de huidige begroting.

Begroting 2008Begroting 2007
41Inkomensbeleid21Inkomensbeleid
42Arbeidsparticipatie22Activerend arbeidsmarktbeleid
43Arbeidsverhoudingen25Arbeid en zorg
  26Overlegstructuren, cao-vorming en medezeggenschap
  27Regulering van individuele arbeidsrelaties
44Arbeidsomstandigheden en verzuim29Arbeidsomstandigheden, arbozorg en verzuim
45Pensioenbeleid28Pensioenbeleid
46Inkomensbescherming met activering30Inkomensbescherming met activering
  31Inkomensbescherming met activering bij arbeidsongeschiktheid
47Re-integratie23Re-integratie
48Sociale werkvoorziening24Sociale werkvoorziening
49Overige inkomensbescherming32Overige inkomensbescherming
50Tegemoetkoming specifieke kosten33Tegemoetkoming specifieke kosten
51Rijksbijdragen sociale fondsen34Rijksbijdragen aan sociale fondsen en spaarfonds AOW

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. P. H. Donner

Naar boven