nr. 11
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 augustus 2007
Tijdens het wetgevingsoverleg van 20 juni jl. met de vaste Kamercommissie
voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het jaarverslag 2006 van LNV
heeft het Lid Mastwijk in zijn hoedanigheid als rapporteur voor de beoordeling
van de kwaliteit van het jaarverslag de volgende vraag gesteld:
«Kan de minister ervoor zorgdragen dat in de aankomende begroting
alle indicatoren worden voorzien van streefwaarden en realisatiegegevens over
de twee voorgaande jaren?»
In mijn eerste termijn heb ik hierop geantwoord dat ik de verslagleggingsvoorschriften
inzake de begrotingsinfrastructuur, de Rijksbegrotingsvoorschriften, volg zoals deze door de minister van Financiën worden voorgeschreven.
Ik ben van mening dat indien streefwaarden en realisatiegegevens bij de indicatoren
over voorgaande jaren moeten worden opgenomen, dit ook moet gelden voor de
overige departementen. Ik wil hierin een generieke lijn volgen. Ten aanzien
van het opvoeren van de verantwoordingseisen vanuit de Kamer ben ik terughoudend,
zeker gezien het streven van het kabinet en de Kamer om de verantwoordingslasten
juist te verminderen. Bovendien is het gevraagde inzicht van de Kamer beschikbaar
in voorgaande jaarverslagen van LNV. Tot slot heb ik aangegeven dat ik aan
de minister van Financiën zal vragen wat zijn standpunt is.
Uit het overleg met de minister van Financiën is mij gebleken dat
de Rijksbegrotingsvoorschriften een minimum set bevatten aan begrotings- en
verantwoordingseisen. Het staat iedere minister vrij om hierop een aanvulling
op te nemen in de eigen begroting en het eigen jaarverslag. De afweging op
dit punt wordt door de minister zelf gemaakt, hierbij speelt de vraag of de
aanvulling relevant en zinvol is een grote rol.
Evenwel is de minister van Financiën momenteel bezig om op verzoek
van uw Kamer voorstellen uit te werken gericht op de integratie van begroting
en verantwoording. Aanleiding hiervoor is de wens van de Kamer om de verantwoording
politieker te maken en meer te betrekken in het lopende en komende begrotingsjaar.
Verder is in het Coalitieakkoord afgesproken dat de interne verantwoordingslast
en controletoren verder wordt ingeperkt. De voorstellen worden langs deze
twee lijnen uitgewerkt door de minister van Financiën. De impact hiervan
raakt op de korte termijn de toepassing van de Rijksbegrotingsvoorschriften.
Ik volg deze ontwikkelingen met veel interesse. Vooralsnog blijf ik van
mening dat het extra toevoegen van streef- en realisatiecijfers van meerdere
jaren uitsluitend bij LNV niet gewenst is.
De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
G. Verburg