31 031 X
Jaarverslag en slotwet ministerie van Defensie 2006

nr. 20
BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 juli 2007

Naar aanleiding van het wetgevingsoverleg op 27 juni 2007 zend ik u hierbij mijn standpunten ten aanzien van de moties 31 031 X, nrs. 12, 13 en 16.

De minister van Defensie,

E. van Middelkoop

Motie 31 031 X, nr. 12, «kwaliteitsverhoging beleidsinformatie»

Inleiding

Tijdens het wetgevingsoverleg is gesproken over een mogelijke wijziging van de defensiebegroting om deze transparanter te maken en over een verhoging van het gehalte beleidsinformatie in het jaarverslag. Ik wil gaarne nader op deze punten ingaan.

Begrotingsindeling

De defensiebegroting is opgebouwd uit gescheiden beleidsartikelen voor de diverse defensieonderdelen. Binnen de beleidsartikelen wordt de koppeling tussen de doelstellingen, de activiteiten en de middelen van de krijgsmacht geëxpliciteerd. De beleidsagenda van de begroting bevat de overkoepelende beleidsdoelstellingen en is het verbindende element tussen de beleidsartikelen. Deze indeling is in overleg met de Kamer tot stand gekomen.

Begroting 2006

In juni 2005 is met het ministerie van Financiën en de Kamer overlegd over de indeling van de defensiebegroting 2006. Aanleiding daarvoor was de introductie van het nieuwe besturingsmodel bij Defensie, waardoor een andere begrotingsopzet noodzakelijk werd. Bij dat overleg is ook de koppeling tussen de begroting en de VBTB-methodiek bezien. Door de zogenaamde doelstellingenmatrices op te nemen in de beleidsartikelen is de relatie tussen de uit de beleidsagenda afgeleide doelstellingen, de daarvoor ondernomen activiteiten en de middelen die daarvoor worden aangewend, beter zichtbaar geworden.

Begroting 2007

In 2006 hebben het ministerie van Financiën en de Kamer gesproken over de ARK VBTB-evaluatie. Naar aanleiding daarvan is besloten de begrotingsartikelen nog compacter en beter leesbaar te maken. De nieuwe richtlijnen daarvoor zijn opgenomen in de Rijksbegrotingsvoorschriften 2006. Als gevolg van deze voorschriften is – in nauw overleg met het ministerie van Financiën – de zogenaamde sjablonenmethodiek geïntroduceerd in de defensiebegroting 2007. Hiertoe zijn operationele doelstellingen geformuleerd in de doelstellingenmatrices. Hierdoor wordt de relatie tussen de doelstellingen, activiteiten en, voor zover mogelijk, de middelen verder verduidelijkt. Zo wordt bij ieder Operationeel Commando inzicht gegeven in het totale aantal operationeel gerede eenheden, gesplitst in «geplande inzet», «operationeel gereed» en «voortzettingsvermogen». Dit geeft meer en beter inzicht in de doelbereiking dan een opsomming van het aantal oefendagen, vlieguren en vaardagen. Bovendien heeft dit geleid tot meer transparantie van de processen «gereedstelling» en «inzet» uit de beleidsartikelen van de Operationele Commando’s. Bij de beleidsartikelen van de ondersteunende diensten – het Commando Dienstencentra (CDC) en de Defensie Materieel Organisatie (DMO) – zijn voor de defensiebegroting 2007 de outputgegevens verder ontwikkeld, zodat ook daar meer beleidsinformatie zichtbaar wordt.

Begroting 2008 en verder

Momenteel wordt de defensiebegroting 2008 voorbereid. Daarbij worden, conform de aanbevelingen van de ARK, al verdere stappen gezet op VBTB-gebied. Zo worden de dienstverleningsnormen voor de DMO en het CDC geconcretiseerd, waardoor het mogelijk wordt daarover te rapporteren in het jaarverslag 2008. Na invoering van het nieuwe financiële administratiesysteem (FINAD) in 2008 worden in de daaropvolgende jaren kostentoerekeningmodules ontwikkeld waarmee een betere koppeling tussen de middelen en de operationele doelstellingen kan worden weergegeven. Daarbij zal nadrukkelijk rekening worden gehouden met de VBTB-methode en de aanbevelingen van de ARK.

Standpunt

Met ingang van de defensiebegroting 2006 zijn belangrijke stappen gezet op VBTB-gebied, zoals de introductie van de doelstellingenmatrices en de sjablonenmethodiek. Hierdoor wordt het mogelijk, binnen de bestaande indeling van de defensiebegroting, de beleidsinformatie in de begrotingen en jaarverslagen van Defensie transparanter te maken. De geschetste maatregelen bieden goede mogelijkheden om de koppeling tussen de doelstellingen, activiteiten en middelen in de komende begrotingen en jaarverslagen te verbeteren. Er is daarom thans geen aanleiding de begrotingsindeling voor Defensie fundamenteel te wijzigen. Echter, de Kamer heeft gekozen voor de huidige indeling van de defensiebegroting. Derhalve laat ik het oordeel over deze motie over aan de Kamer.

Motie 31 031 X, nr. 13, «voortgang ARK-bezwaaronderzoek»

Inleiding

Tijdens het wetgevingsoverleg is gesproken over het regelmatig informeren van de Kamer door Defensie over de voortgang van de maatregelen die in het kader van het ARK-bezwaaronderzoek worden genomen. Ik sta daar positief tegenover en heb met de ARK over de te volgen procedure afspraken gemaakt.

Procedure

Voorop staat dat de ARK zélf verantwoordelijk blijft voor de aankondiging en de uitvoering van het ARK-bezwaaronderzoek en de rapportage daarover. Wel is afgesproken dat de ARK en Defensie daarbij nauw samenwerken. Het onderzoek wordt geleid door een stuurgroep waarin de ARK en Defensie zijn vertegenwoordigd. Inmiddels is de onderzoeksopzet vastgesteld. Zoals verzocht, zal ik over de voortgang van het bezwaaronderzoek aan de Kamer rapporteren, na overleg met de ARK in de stuurgroep. Gezien de eindverantwoordelijkheid voor het bezwaaronderzoek zal de ARK zélf de Kamer informeren over de uiteindelijke uitkomsten van het bezwaaronderzoek. Wellicht ten overvloede wordt opgemerkt dat het project SPEER geen onderdeel is van het ARK-bezwaaronderzoek. Over de voortgang daarvan zal ik de Kamer afzonderlijk informeren.

Standpunt

Ik verwelkom de motie waarin wordt opgeroepen te rapporteren over de voortgang van het ARK-bezwaaronderzoek en de maatregelen die in dat verband worden genomen. De Kamer heeft voorgesteld dat ik rapporteer in september 2007, januari 2008 en juni 2008. Wat de laatstgenoemde rapportage betreft, ben ik voornemens in mei 2008 te rapporteren middels het jaarverslag 2007 Defensie en het ARK-rapport (RJV 2007).

Motie 31 031 X, nr. 16, «verificatiedrempel facturen»

Inleiding

Tijdens het wetgevingsoverleg is van gedachte gewisseld over het terugbrengen van de financiële drempel voor beperkte verificatie van € 1 250 naar € 500, het oorspronkelijke bedrag. Sinds 1 juli 2005 is bij Defensie een beperkte verificatie gebruikelijk van facturen onder de € 500. Dit houdt in dat de rechtmatigheidscontrole van deze facturen niet vooraf maar – steekproefsgewijs – achteraf gebeurt. Uit een onderzoek naar mogelijke verbeteringen van het betaal- en verificatieproces bleek namelijk dat Defensie een groot aantal betalingen met een gering financieel volume verrichtte. Door de invoering van een beperkte verificatie van deze facturen, kon een aanmerkelijke doelmatigheidsbesparing worden behaald, zonder grote financiële risico’s te lopen. Zo kan nu ongeveer 50 procent van alle facturen, met een financieel te betalen volume van bijna 4 procent, snel en afdoende worden geverifieerd. Hierdoor kon de verificatiecapaciteit voor de financieel omvangrijkere facturen worden versterkt. Mede op basis van de positieve ervaringen met deze beperkte verificatie is de verificatiedrempel per 1 juli 2006 verhoogd naar € 1 250. Deze drempelwaarde komt overeen met het grensbedrag uit de comptabele regelgeving waaronder voor de verplichting geen schriftelijke bescheiden benodigd zijn. Het aantal beperkt te verifiëren facturen is daarmee gestegen tot 60 procent van alle facturen, terwijl het financiële beslag daarvan ruim 4 procent bedraagt.

Controleaspecten

De controle op de rechtmatigheid van de facturen onder de € 1 250 gebeurt achteraf (tweemaandelijks) en steekproefsgewijs. De steekproeven worden uitgevoerd door de Interne Controle en de Auditdienst Defensie (ADD). Daarbij zijn tot op heden geen materiële onvolkomenheden vastgesteld. Desondanks is besloten de zekerheid te vergroten door een verdere regulering van het betaalproces, het digitaal vastleggen van een handtekeningbevoegdhedenregister en aanscherping van de interne regelgeving. De stellige verwachting is dat de steekproefresultaten daarmee ook in de toekomst binnen de tolerantiegrenzen zullen blijven en dat aanpassing van het drempelbedrag van € 1 250 niet nodig is.

Standpunt

Defensie hanteert sinds juli 2005 een beperkte verificatie voor facturen onder de € 500. Deze verificatie werkt naar behoren, is doelmatig en kent een laag risico. Hierdoor is tevens een strengere verificatie mogelijk van de facturen met een groter financieel volume. De verhoging van het drempelbedrag naar € 1 250 zet deze lijn door, terwijl gelijktijdig de verificatieprocedure verder wordt verbeterd. Het is onwenselijk de beperkte verificatie terug te draaien of het drempelbedrag te verlagen. Dit zou namelijk betekenen dat het personeel dat zich nu richt op de verificatie van facturen boven de € 1 250 – waarmee 96 procent van de begroting wordt afgedekt – weer mede moet worden ingezet voor een groter aantal betalingen met een veel geringere financiële omvang. De door Defensie gewenste en door de ARK bepleite verbetering van het financiële beheer, is daarmee niet gebaat. Om deze redenen ontraad ik deze motie.

Naar boven