31 031 VII
Jaarverslag en slotwet ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 2006

nr. 9
VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 7 juni 2007

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties1 belast met het voorbereidend onderzoek van het wetsvoorstel (31 031 VII, nrs. 3–4), heeft de navolgende vragen ter beantwoording aan de regering voorgelegd.

Deze vragen, alsmede de daarop op 6 juni gegeven antwoorden, zijn hieronder afgedrukt

De voorzitter van de commissie,

Leerdam

De griffier van de commissie,

De Gier

1

Verwacht de staatssecretaris nog meer additionele uitgaven in verband met falende stemcomputers? Kan zij een (eerste) indicatie gegeven?

Voor 2007 is een bedrag van € 6 miljoen beschikbaar om de nodige uitgaven op dit dossier te kunnen doen (organisatie Provinciale Statenverkiezingen en kosten gerelateerd aan commissie inrichting verkiezingsproces). De kosten voor 2008 e.v. zullen afhankelijk zijn van het kabinetsstandpunt op het rapport van de commissie Inrichting Verkiezingsproces. De commissie, onder leiding van de heer Korthals Altes, zal vóór 1 oktober 2007 haar advies uitbrengen.

2

Heeft de minister een verklaring voor de geringe(re) belangstelling voor (gratis) Nederlandse identiteitskaarten aan 14-jarigen? Is die terugloop structureel?

De gratis Nederlandse identiteitskaart is op 1 januari 2006 ingevoerd. Jaarlijks hebben zo’n 200 000 jongeren recht op een gratis document. In 2006 bedroeg het aantal gratis verstrekte Nederlandse identiteitskaarten bijna 122 000 exemplaren. Bekend is dat er jongeren zijn die reeds vóór hun veertiende jaar een eigen identiteitsbewijs aanvragen. Zij doen dit bijvoorbeeld vanwege een zelfstandig ondernomen buitenlandse (school-) reis. Wellicht maakt een deel van die groep jongeren geen gebruik van de mogelijkheid om bij het bereiken van de leeftijd van veertien jaar hun nog geldige identiteitskaart te vervangen voor een nieuw, gratis exemplaar dan wel om naast hun nog geldige paspoort ook nog een gratis Nederlandse identiteitskaart aan te vragen. Overigens zijn er in het eerste trimester van 2007 ten opzicht van dezelfde periode in 2006 14% meer gratis Nederlandse identiteitskaarten uitgegeven. Als deze stijging gehandhaafd blijft dan zullen in 2007 rond de 150 000 gratis kaarten worden afgegeven. Dit is nog steeds minder dan het geraamde aantal maar wel lijkt een inhaalslag te zijn ingezet.

3

Zijn de contractbesprekingen met de Sdu over de aanschaf van apparatuur die de biometriechip op het paspoort kan lezen, al afgerond?

De overeenkomst tussen de Staat en Sdu Identification voor de productie en distributie van de Nederlandse reisdocumenten is in 2006 verlengd tot 1 oktober 2011. Sdu Identification gaat in deze contractperiode ook de middelen leveren om bij de uitgevende instanties van de reisdocumenten de voorzieningen te leveren voor het opnemen van de biometrische kenmerken (gezichtsopname en vingerafdrukken).

4

Loopt de invoering van de biometrische kenmerken op reisdocumenten thans op schema? Of zijn er meer «meevallers» te verwachten.

De invoering van biometrische kenmerken in de Nederlandse reisdocumenten loopt op schema. Op 26 augustus 2006 is de eerste fase, de invoering van de gezichtsopname in de chip, afgerond. De invoering van de vingerafdrukken wordt afgerond voordat de deadline die door de Europese Unie is vastgesteld, zijnde 28 juni 2009, is verstreken. Meevallers zijn in dit traject niet aan de orde.

5

Heeft de minister een verklaring voor de achterblijvende ARBO-gelden? Is het geringere beroep op de ziektekostenvoorziening, zoals het zich laat aanzien, structureel?

Zoals al in de tweede suppletoire wet (TK, 2006–2007, 30 885, nr. 2, p. 4) werd aangegeven is de Ziektekosten Voorziening Rijkspersoneel (ZVR) beëindigd op 1 januari 2006. De uitgaven in 2006 betreffen de declaraties over 2005 en de bonus van 150% over de uitkering over 2005.

De onderuitputting op deze regeling is derhalve eenmalig.

6

Waarom is de campagne «Werken bij het Rijk» herijkt? Liep de campagne niet bevredigend? Hoeveel spotjes zijn minder uitgezonden? Hoeveel bespaarde dat?

De in 2006 ontwikkelde nieuwe merkencampagne liep niet en bleek niet te voldoen aan de wensen. Zowel de effecten op imago van het Rijk als de concrete wervingsresultaten bleven achter bij de verwachtingen. Een aanpassing van de campagne was gewenst en is in 2007 ingezet.

Hoeveel spotjes zijn minder uitgezonden?

Er is voor gekozen in 2006 minder te investeren in de huidige campagne en op minder grote schaal met campagne uitingen in de media naar buiten te treden. Twee spotjes die gepland waren in 2006 zijn niet geproduceerd en dus ook niet uitgezonden. Al deze ontwikkelingen hebben geleid tot een onderuitputting van ongeveer 2,3 mln. euro.

7

Wat zijn de gevolgen van de latere aanvang van activiteiten op het terrein van de bescherming van de vitale infrastructuur en wanneer is de achterstand ingehaald

De bescherming van de vitale infrastructuur is een meerjarig programma. De meeste onderdelen van dit programma lopen op schema. De gemelde vertraagde start van activiteiten is gering en grotendeels ingelopen. Waar dat nog niet het geval is wordt dit in de komende maanden verwacht.

8

Wanneer is het begin van het realiseren van een Landelijk Multidisciplinair Oefencentrum voorzien, daar er sprake is van vertraging in de voorbereiding van het Landelijk Multidisciplinair Oefencentrum.

Het onderzoek naar een Landelijk Multidisciplinair Oefencentrum wordt in 2007 afgerond, waarna besluitvorming over de realisatie plaatsvindt. Oorspronkelijk was de verwachting dat het onderzoek in 2006 afgerond kon worden, maar het heeft langer geduurd dan verwacht om met alle betrokkenen een programma van eisen op te stellen en een gedegen kosten baten analyse uit te voeren.

9

Welke conclusies worden verbonden aan het minder aanspreken van de subsidieregeling multidisciplinair oefenen en welke acties vloeien hieruit voort?

Afhankelijk van de mate waarin aanspraak wordt gemaakt op de subsidieregeling, wordt dit al dan niet daadwerkelijk uitgegeven. Via diverse communicatiekanalen zijn de decentrale overheden gestimuleerd tot het indienen van aanvragen. Dit heeft geleid tot een stijging van het aantal aanvragen in 2006 ten opzichte van 2005 (41 ten opzichte van 32). De verwachting is dat deze stijging voor 2007 wordt doorgezet.

10

Wat zijn de gevolgen voor Nederland van de eind 2006 uitgebrachte Europese richtlijn bescherming infrastructuur en wanneer wordt deze richtlijn geïmplementeerd? Wat zijn de kosten op macroniveau? Zijn er kosten en bestuurlijke lasten voor andere overheden? Wanneer wordt de Kamer geïnformeerd?

De vraag betreft een formeel voorstel voor een richtlijn. De Kamer is over dit voorstel geïnformeerd door middel van een brief van de minister van Buitenlandse Zaken, vergezeld door een BNC-fiche (Tweede Kamer, vergaderjaar 2006–2007, 22 112, nr. 493). Hierin worden uw vragen ten aanzien van gevolgen, kosten en bestuurlijke lasten beantwoord. De Staten Generaal heeft over dit voorstel voor een richtlijn naar aanleiding van de parlementaire subsidiariteitstoets een brief met haar bevindingen aan de Europese Commissie verzonden.

Op dit moment wordt intensief onderhandeld met de Europese Commissie onder meer over het aanpassen van de richtlijn ten aanzien van de subsidiariteit en proportionaliteit. De definitieve richtlijn wordt na publicatie (naar verwachting medio 2008) binnen de daarvoor geldende termijnen geïmplementeerd.


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van Beek (VVD), Van der Staaij (SGP), De Pater-van der Meer (CDA), Van Bochove (CDA), Duyvendak (GL), Wolfsen (PvdA), Hessels (CDA), Gerkens (SP), Haverkamp (CDA), Leerdam (PvdA), voorzitter, De Krom (VVD), ondervoorzitter, Griffith (VVD), Irrgang (SP), Kalma (PvdA), Schinkelshoek (CDA), Van der Burg (VVD), Brinkman (PVV), Pechtold (D66), Van Raak (SP), Thieme (PvdD), Kuiken (PvdA), Leijten (SP), Heijnen (PvdA), Bilder (CDA) en Anker (CU).

Teeven (VVD), Van der Vlies (SGP), Van de Camp (CDA), Atsma (CDA), Van Gent (GL), Vermeij (PvdA), Knops (CDA), Polderman (SP), Spies (CDA), Wolbert (PvdA), Weekers (VVD), Zijlstra (VVD), Van Gerven (SP), Van der Veen (PvdA), Çörüz (CDA), Ten Broeke (VVD), De Roon (PVV), Van der Ham (D66), Van Bommel (SP), Ouwehand (PvdD), Bouchibti (PvdA), De Wit (SP), Kraneveldt-van der Veen (PvdA), Van Haersma Buma (CDA) en Cramer (CU).

Naar boven