31 031 VII
Jaarverslag en slotwet ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 2006

nr. 6
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 mei 2007

Hierbij bied ik u het het jaarbericht van de Algemene Bestuursdienst aan1. Het beschrijft de ontwikkelingen in de Algemene Bestuursdienst in het licht van de opgaven waar het Rijk voor staat.

Het is duidelijk dat die opgaven stevig zijn: samenleving en politiek vragen om een betere dienstverlening, om meer daadkracht en om een groot lerend vermogen in «ongetemde» maatschappelijke vraagstukken. Er komt meer ruimte voor professionele uitvoerders, burgers en decentrale overheden. En het Rijk moet kleiner worden: er is een besparing van jaarlijks 750 miljoen euro begroot en er worden zo’n 15 duizend arbeidsplaatsen geschrapt.

Slim, slank en slagvaardig: daar komt het op neer. Ik wil daar aan werken door vanuit een breed overzicht te investeren in de kwaliteit van het rijkspersoneel:

– in samenwerkingsvormen die optimaal aansluiten op maatschappelijke vraagstukken: over organisatiegrenzen heen en met een goede balans tussen flexilibiteit en continuïteit van kennis;

– met ruimte voor instroom en doorstroom van talent én voor het langer benutten van ervaren krachten;

– en met een sterk accent op het benutten van diversiteit.

De leidinggevenden in de Algemene Bestuursdienst gaan in deze kwaliteitsslag voorop: als eindverantwoordelijken voor de selectie en ontwikkeling van het personeel en als regisseurs van cultuur en werkwijze. Ik zal met de ABD inzetten op ontwikkelingen die in dienst staan van de gewenste vernieuwingen van het Rijk.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. ter Horst


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven