31 031 IXB
Jaarverslag en slotwet ministerie van Financiën 2006

nr. 5
LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 7 juni 2007

De vaste commissie voor Financiën1, heeft over het rapport van de Algemene Rekenkamer bij het jaarverslag 2006 van het Ministerie van Financiën (Kamerstuknummer 31 031 IXB, nr. 2) de navolgende vragen ter beantwoording aan de regering voorgelegd.

Deze vragen, alsmede de daarop bij brief van 7 juni 2007 gegeven antwoorden, zijn hieronder afgedrukt.

De voorzitter van de commissie,

Blok

De griffier van de commissie,

Berck

1

Het aantal onvolkomenheden is toegenomen tot zes, waarvan één ernstig. Het oplossen van de problemen zal naar verwachting enkele jaren duren. Is de minister van mening dat de bedrijfsvoeringsonvolkomenheden in 2006 incidenteel zijn, of is er ten opzichte van 2003, 2004 en 2005 sprake van een trend van verslechtering? Deelt de minister de verwachting van de Rekenkamer dat het oplossen van de problemen enkele jaren gaat duren?

De bedrijfsvoering en het financieel beheer van Financiën voldoen, zij het met een aantal uitzonderingen. Wat betreft de uitzonderingen geldt dat de Belastingdienst, zoals in de bedrijfsvoeringsparagraaf wordt aangegeven, het afgelopen jaar het nodige op zijn bord gehad. In die zin was de situatie in 2006 niet vergelijkbaar met andere jaren. De verwachting van de Rekenkamer dat het (definitief) oplossen van de problemen enkele jaren gaat duren wordt met name gedeeld, daar waar het de problemen op automatiseringsgebied betreft.

2

De Belastingdienst heeft besloten om in 2008 en 2009 over te gaan op een nieuw geautomatiseerd systeem voor de toeslagen. Hoe past dit binnen andere bestaande systemen?

Het Toeslagensysteem is het eerste systeem dat wordt gebouwd in het kader van de fundamentele wijziging van de procesinrichting. Dit houdt in dat de huidige oriëntatie op de belastingmiddelen wordt verlaten en wordt gekozen voor een inrichting naar bedrijfsfuncties. Het Toeslagensysteem krijgt de hoogste prioriteit. In de jaren daarna komen de andere belastingmiddelen één voor één aan de beurt. Momenteel worden de basisvoorzieningen gerealiseerd, zoals een digitale poort, portals en een centrale gegevenshuishouding. Deze worden geleverd door extern aangeschafte software in de vorm van een pakket dat zijn waarde elders al in de praktijk heeft bewezen.

3

Sinds 2002 constateert de Rekenkamer een onvolkomendheid bij de gegevensbeveiliging Belastingdienst. Kan worden aangegeven wat precies gedaan is met de aanbevelingen van de Rekenkamer van vorig jaar? Hoe staat het met de gedane toezeggingen op dit punt?

Toegezegd is om in het nieuwe automatiseringsontwerp in het kader van de complexiteitsreductie rekening te houden met gegevensbeveiliging. Dit zal in de tweede fase van deze operatie, waarin de processen van de Belastingdienst fundamenteel worden herzien, zijn beslag krijgen. Ook is toegezegd de procedure van het afschermen van belastingplichtigen voor eind 2006 te herbeoordelen; integriteitsinbreuken op dit punt zullen intern worden besproken. De herbeoordeling van de procedure is nog niet afgerond. Wel heeft de Belastingdienst in 2006 een bewustwordingsvariant van de integriteittest ontwikkeld. Het instrument is bedoeld om in groepsverband, zoals in werkoverleggen en themabijeenkomsten, het gesprek over professioneel verantwoordelijk handelen op gang te brengen.

4

Door problemen in het geautomatiseerde systeem kon de Belastingdienst in 2006 mutaties in de situatie van toeslagontvangers niet eenvoudig wijzigen. Bijvoorbeeld in het geval van aanpassing aan gezinswijziging door overlijden. Kan een overzicht worden gegeven van andere type mutaties waar moeilijkheden ontstonden en hoe vaak dit het geval is geweest?

Naast de mutaties in verband met overlijdensgevallen gaat het ook om emigratiegevallen, toeslagbetrokkenen die naar onbekende adressen zijn vertrokken en dubbele toeslagbetrokkenheid. De laatste zijn gevallen waarin beide partners dezelfde toeslag aanvragen. Het aanvullende probleem hierbij is dat mutaties, die niet verwerkt kunnen worden, nieuwe mutaties blokkeren. Exacte aantallen hiervan zijn niet te noemen.

5

De minister zegt toe dat de Belastingdienst ervoor zal zorgen dat voldoende onderhoud aan het huidige invorderingssyteem wordt gepleegd, in afwachting van een nieuwe invorderingssyteem. Zijn hier middelen voor gereserveerd, en zo ja, om hoeveel gaat het? Kan een toelichtig worden gegeven op hoe «voldoende» onderhoud aan het invorderingssyteem wordt vormgegeven?

Voor het beheer en onderhoud van zijn systemen, waaronder de invorderingssystemen, heeft de Belastingdienst binnen zijn begroting de nodige middelen gereserveerd. Voor de bestaande invorderingssystemen bedragen de kosten € 4,7 mln. per jaar. De Belastingdienst koerst al geruime tijd op een tweesporenbeleid. Dit wil zeggen dat, naast het treffen van de voorbereidingen voor het uitfaseren, inspanningen worden verricht om de huidige productieomgeving ook na 1 januari 2008 in de lucht te houden, indien onverhoopt blijkt dat het nieuwe systeem nog niet geïmplementeerd kan worden.

6 en 11

Onderzoek toont aan dat medewerkers en managers van de Belastingdienst een gebrekkige sturing ervaren. Ziet de minister met de Rekenkamer het verband tussen processen die gebreken vertonen en de sturing binnen de Belastingdienst? De minister geeft in reactie aan in de toekomst eerder bij te willen sturen, hoe wordt dit concreet handen en voeten gegeven? Waarom wordt het huidige aansturingsmodel niet fundamenteel gewijzigd?

Er zijn 12 zelfsturende teams actief. In hoeverre hebben deze nog bestaansrecht, mede in het licht van de discussie over de wijze van aansturing?

Zoals uit de Bedrijfsvoeringsmededeling blijkt zijn het vooral de processen die samenhangen met nieuwe taken als de heffing/inning van de werknemerspremies en het verstrekken van toeslagen, waar de bedrijfsvoering en de automatiseringsvoorzieningen te wensen overlaat. Hierover is en wordt regelmatig met de Kamer overlegd.

De brief van 2 februari 2007 van de Ministerie van Financiën (Kamerstukken II 2006/07, 30 800 IXB, nr. 18) gaat over de reorganisatie van de Belastingdienst. In deze brief is ook de sturing meegenomen. De bedoelde teams vormen de concernstaf van de Belastingdienst. De teams functioneren goed.

Binnenkort wordt aan de Kamer een plan van aanpak voor de vereenvoudigingsoperatie Belastingdienst aangeboden. Hierin staat dat de Belastingdienst scherper zal worden op de zaken waar de burgers en bedrijven in de dienstverlening last van hebben.

7

Inzake het beleid van fiscale vrijplaatsen heeft de Rekenkamer tussen vier onderzochte regio’s verschillen geconstateerd in doel, aanpak en uitgevoerde acties die zich niet laten verklaren door de verschillen in de handhavingstekorten per regio. De minister geeft in reactie aan dat elke vrijplaats anders is en om een maatwerkaanpak vraagt. Betekent dit nu dat er verschillend beleid is per vrijplaats? Zo ja, hoe wordt beoordeeld of het om gerechtvaardigde verschillen gaat? Graag een nadere toelichting.

Juist door te kiezen voor een maatwerkaanpak wordt van geval tot geval een weging gemaakt welke aanpak is geboden. Dit betekent dat er voor vrijplaatsen een eenvormig beleid wordt gevoerd (zij krijgen net als andere belastingplichtigen de aandacht die ze verdienen), maar tevens dat daarbij aansluiting wordt gezocht bij de specifieke kenmerken die een bepaalde vrijplaats heeft.

8

De Rekenkamer constateert dat in 2006 tienduizenden burgers overbodige en verwarrende brieven hebben gekregen van de Belastingdienst. Zijn deze problemen inmiddels onder controle?

Met ingang van februari 2007 vindt op structurele wijze vooraf controle plaats op alle centraal uitgaande post. Steekproefsgewijs worden alle zendingen getoetst op mogelijke onvolkomenheden op diverse vlakken, zoals inhoud, berekening, dagtekening, redactioneel en presentatie. Hierdoor is al een aantal foutieve zendingen voorkomen. Het proces is daarmee beter onder controle.

9

De Algemene Rekenkamer heeft geconstateerd dat er inzake de toeslagen minder toezicht is uitgevoerd dan gepland, de minister onderkent dit. Worden hier ook consequenties aan verbonden?

Een aantal toezichtacties is inderdaad opgeschoven. De verwachting is evenwel dat vóór de definitieve toekenning van de toeslagen 2006, op nagenoeg alle geplande onderwerpen toezicht heeft plaatsgevonden.

10

In de jaarrekening van de Rijksgebouwendienst is onder de niet uit de balans blijkende verplichtingen een bedrag van € 482 mln. opgenomen voor de renovatie van de Korte Voorhout 7. Waar is dit bedrag op gebaseerd en hoe staat dit in verhouding tot de € 175 mln. uit hoofde van de leasecontructie? De Rekenkamer geeft in haar nawoord aan dat er financiële risico’s liggen bij het ministerie, in verband met eventuele afkoopsommen, graag een reactie.

Het bedrag van € 482 mln. is de omvang van de niet uit de balans blijkende verplichting van de totale DBFMO (Design Build Finance Maintain Operate)-overeenkomst, in constante prijzen en inclusief BTW. Dit bedrag is opgebouwd uit de investeringen ten behoeve van de renovatie, alsmede exploitatie/onderhoud over een periode van 25 jaar na oplevering (2009–2033). Het door de Algemene Rekenkamer genoemde bedrag van € 175 mln. is op andere wijze berekend en betreft de zogenaamde netto contante waarde van de overeenkomst. Zoals eerder aangegeven is hier geen sprake van een leaseconstructie, maar van een pps-contract. Een pps-constructie wijkt op veel essentiële punten af van een leasecontract. De DBFMO-overeenkomst kent een gedetailleerde risicoverdeling tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. Een kenmerk van een dergelijke overeenkomst is dat betaling door opdrachtgever afhankelijk is van prestaties van opdrachtnemer, zodat opdrachtnemer financiële prikkels tot nakoming heeft. Het begrip afkoopsom is niet gedefinieerd in de overeenkomst.

11

Er zijn 12 zelfsturende teams actief. In hoeverre hebben deze nog bestaansrecht, mede in het licht van de discussie over de wijze van aansturing?

Zie het antwoord bij vraag 6.

12

Door minder toezicht moet de Belastingdienst in 2007 aanzienlijke bedragen terugvorderen over de toeslagen van vroegere jaren. Wat is de omvang hiervan en is dit in 2007 nog te corrigeren?

Het feit dat er bedragen moeten worden teruggevorderd of verrekend, is inherent aan het systeem van voorschotverlening, waarvoor is gekozen. Door de gedeeltelijke vertraging in het geplande toezicht zal in 2007 meer terug te vorderen zijn over 2006. De omvang van het terug te vorderen bedrag is op dit moment niet vast te stellen. Veel toezicht wordt nog uitgevoerd, waarbij eerst dan zal blijken wat het resultaat is. Overigens blijkt dat gegevens betrouwbaarder zijn op een later moment van toezicht.

13

Waarom is het in 2006 niet gelukt om toezicht te houden op een belangrijk aspect voor de huurtoeslag, namelijk de bewoningssituatie? Welke bedragen zijn hiermee gemoeid? Zal dit in 2007 wel plaatsvinden?

In 2006 heeft de Belastingdienst de dienstverlening voor de burger centraal gezet. De beschikbare capaciteit is volledig ingezet op de verwerking van aanvragen en aan het afdoen van bezwaarschriften. Om deze reden zijn toezichtacties op de bewoningssituatie opgeschoven. In de loop van 2007 zal dit toezicht alsnog worden uitgevoerd. Zie ook het antwoord op vraag 12.

14

De Rekenkamer kwalificeert het financieel beheer van de toeslagen als ernstige onvolkomenheid. Wat onderneemt de minister om dit te verhelpen?

Wat de korte termijn betreft wordt verwezen naar de voortgangsrapportage aan de Tweede Kamer van 31 mei 2007. Zoals daaruit blijkt treft de Belastingdienst zowel op het gebied van voorschottoekenning als het definitief toekennen (aanvullende) maatregelen om over 2007 de huur-, de zorg- als de kinderopvangtoeslag juist en tijdig uit te betalen. Voor de lange termijn wordt verwezen naar het plan van aanpak dat binnenkort aan uw Kamer wordt aangeboden. Hierin krijgt het ontwikkelen van een nieuw stabiel toeslagensysteem de hoogste prioriteit.

15

De Rekenkamer constateert dat er sprake is van ontoereikend beleid om misbruik en oneigenlijk gebruik van de WBSO tegen te gaan. Wat gaat er precies gebeuren om dit te verbeteren?

De Belastingdienst is begrotingsverantwoordelijk voor de uitgaven in het kader van de Wet ter bevordering van speur- en ontwikkelingswerk (WBSO). Aanvragen voor de zogenaamde S&O-verklaring kunnen bij SenterNovem worden ingediend. Met de S&O-verklaring kunnen ondernemers een afdrachtvermindering claimen op de loonheffing. Zelfstandigen kunnen een aftrek claimen op de inkomstenbelasting. SenterNovem is verantwoordelijk voor het beleid en nagenoeg de gehele uitvoering van de WBSO. De Belastingdienst heeft inmiddels met SenterNovem een convenant afgesloten, waarin invulling gegeven wordt aan de wederzijdse verantwoordelijkheden. Afgesproken is dat SenterNovem zich in haar jaarverslag verantwoordt over het gevoerde toezichtbeleid en dit jaarverslag (tijdig) ter beschikking stelt aan de Belastingdienst.

16

Vorig jaar heeft de Rekenkamer geconstateerd dat de fiscale besluiten bij de inkomstenbelasting particulieren in ongeveer de helft van de gevallen niet onderbouwd zijn. Kan nader worden toegelicht wat is ondernomen om dit te verbeteren en wat de effecten daarvan zijn?

Het betreft het onvoldoende vastleggen van de overwegingen die hebben geleid tot een fiscaal besluit bij de inkomensbelasting particulieren. De kritiek hierop van de Algemene Rekenkamer is door de Belastingdienst ter harte genomen. De aanbevelingen van de Rekenkamer zijn overgenomen.

Allereerst zijn de bestaande instructies op dit vlak aangescherpt en zijn deze ook intern gecommuniceerd. De effecten van deze maatregelen worden gemeten. Dit gebeurt door middel van het kwaliteitsonderzoek FIX dat jaarlijks wordt gehouden. Conform aanbeveling van de Algemene Rekenkamer is de vraagstelling van dit onderzoek aangevuld met extra vragen over de kwaliteit van de vastlegging bij de heffing. Het eerstvolgende FIX onderzoek vindt plaats in het najaar 2007 en heeft betrekking op de periode september 2006 tot september 2007.


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van der Vlies (SGP), Crone (PvdA), Vendrik (GL), Blok (VVD), voorzitter, Ten Hoopen (CDA), ondervoorzitter, Jonker (CDA) Weekers (VVD), Gerkens (SP), Van Haersma Buma (CDA), De Nerée tot Babberich (CDA), Dezentjé Hamming (VVD), Omtzigt (CDA), Koşer Kaya (D66), Irrgang (SP), Luijben (SP), Kalma (PvdA), Blanksma-van den Heuvel (CDA), Cramer (CU), Kortenhorst (CDA), Van der Burg (VVD), Van Dijck (PVV), Heerts (PvdA), Gesthuizen (SP), Ouwehand (PvdD), Tang (PvdA) en Vos (PvdA).

Plv. leden: Van der Staaij (SGP), Van Dam (PvdA), Halsema (GL), Remkes (VVD), Jonker (CDA), Aptroot (VVD), Van Gerven (SP), De Vries (CDA), Van Hijum (CDA), De Krom (VVD), De Pater-van der Meer (CDA), Pechtold (D66), Kant (SP), Ulenbelt (SP), Van der Veen (PvdA), Vacature (CDA), Anker (CU), Mastwijk (CDA), Schippers (VVD), De Roon (PVV), Smeets (PvdA), Van Gijlswijk (SP), Thieme (PvdD), Heijnen (PvdA) en Spekman (PvdA).

Naar boven