31 031 IV
Jaarverslag en slotwet Koninkrijksrelaties 2006

nr. 4
MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1

De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2006 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van Koninkrijksrelatie (IV).

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. ter Horst

De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A. Th. B. Bijleveld-Schouten

B. BEGROTINGSTOELICHTING

Beleidsartikel 1. Waarborgfunctie

In 2006 is ca € 3,5 mln. minder uitgegeven dan werd geraamd ten tijde van de Najaarsnota 2006. Er zijn ca € 2,3 mln. minder verplichtingen aangegaan en er is ca € 5,8 mln. minder ontvangen.

Uitgaven (-/- € 3,5 miljoen)

De onderuitputting op artikel 1 werd door verschillende posten veroorzaakt. Een meevaller bij de Kustwacht ad € 2,2 mln. door o.a. een goedkopere Walradar en de uitstel van enkele geplande investeringen. Verder een meevaller van € 0,6 mln. bij de rechtelijke macht / gemeenschappelijk hof en er was een onderuitputting bij het Recherchesamenwerkingsteam (RST) van € 0,6 mln.

Ontvangsten (-/- € 5,8 miljoen)

Er was in 2006 een tegenvaller van € 5,8 mln. op de ontvangsten van artikel 1, die m.n. kan worden toegeschreven aan de volgende posten. Doordat de kustwachtbijdragen van de Nederlandse Antillen en Aruba niet ontvangen zijn, is er een ontvangstentegenvaller van € 4,2 mln. Tevens is een bedrag van € 11,9 miljoen i.h.k.v. liquiditeitssteun terugontvangen van de Nederlandse Antillen. In de begroting was rekening gehouden met een bedrag van € 13,2 mln. Het verschil was een gevolg van een lagere NAF/dollarkoers, waardoor het terugontvangen bedrag € 1,3 mln. lager uitviel.

Beleidsartikel 2. Bevorderen autonomie Koninkrijksrelaties

In 2006 is ca € 13,4 miljoen minder uitgegeven dan werd geraamd ten tijde van de Najaarsnota 2006. Er zijn ca € 6,9 miljoen minder verplichtingen aangegaan en er is ca € 144,5 miljoen meer ontvangen.

Uitgaven (-/- € 13,4 miljoen)

De onderuitputting op artikel 2 bedroeg ongeveer € 13,4 mln. Dit wordt verklaard door de volgende posten. Ten eerste door het doorschuiven van de schuldsanering Aruba, ad € 7,3 mln. Bij het afsluiten van het akkoord met Aruba zijn afspraken gemaakt (Arubadeal) over bedragen die ingezet kunnen worden voor schuldsanering. Deze bedragen blijven gereserveerd totdat begrotingsevenwicht is bereikt. Bij Najaarsnota 2006 is het opgespaarde saldo tot en met 2005 meegenomen. Abusievelijk is de tranche 2006 ad € 7.3 mln. hier niet bij meegenomen. Ten tweede werden de gereserveerde gelden voor het RBANA van € 3 mln. maar voor een klein gedeelte aangesproken. Ten derde was er een onderbesteding van ca. € 3 mln. voor AMFO (armoedebestrijding en NGO’s).

Ontvangsten (+/+ € 144,5 miljoen)

In het kader van de exit strategie Nederlandse Participatie Maatschappij Nederlandse Antillen (NPMNA) heeft de verkoop van het Plant hotel op Aruba in 2006 na verrekening met verlies en winst op ander deelnemingen geleid tot een extra ontvangst van ca € 146 mln.

Verder bleven de reguliere ontvangsten iets achter bij de begroting. De Nederlandse Antillen hebben niet aan de rente- en aflossingsverplichtingen voldaan ad € 3,3 mln. Een deel hiervan is opgevangen bij NJN (uit artikel 3. «Nominaal en onvoorzien»).

Naar boven