nr. 4
MEMORIE VAN TOELICHTING
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
Wetsartikelen 1
De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden
op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk
bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel
strekt ertoe om voor het jaar 2006 wijzigingen aan te brengen in de departementale
begrotingsstaat van Koninkrijksrelatie (IV).
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel
B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
G. ter Horst
De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
A. Th. B. Bijleveld-Schouten
B. BEGROTINGSTOELICHTING
Beleidsartikel 1. Waarborgfunctie
In 2006 is ca € 3,5 mln. minder uitgegeven dan werd geraamd
ten tijde van de Najaarsnota 2006. Er zijn ca € 2,3 mln. minder
verplichtingen aangegaan en er is ca € 5,8 mln. minder ontvangen.
Uitgaven (-/- € 3,5 miljoen)
De onderuitputting op artikel 1 werd door verschillende posten veroorzaakt.
Een meevaller bij de Kustwacht ad € 2,2 mln. door o.a. een goedkopere
Walradar en de uitstel van enkele geplande investeringen. Verder een meevaller
van € 0,6 mln. bij de rechtelijke macht / gemeenschappelijk hof
en er was een onderuitputting bij het Recherchesamenwerkingsteam (RST) van € 0,6
mln.
Ontvangsten (-/- € 5,8 miljoen)
Er was in 2006 een tegenvaller van € 5,8 mln. op de ontvangsten
van artikel 1, die m.n. kan worden toegeschreven aan de volgende posten. Doordat
de kustwachtbijdragen van de Nederlandse Antillen en Aruba niet ontvangen
zijn, is er een ontvangstentegenvaller van € 4,2 mln. Tevens is
een bedrag van € 11,9 miljoen i.h.k.v. liquiditeitssteun terugontvangen
van de Nederlandse Antillen. In de begroting was rekening gehouden met een
bedrag van € 13,2 mln. Het verschil was een gevolg van een lagere
NAF/dollarkoers, waardoor het terugontvangen bedrag € 1,3 mln. lager
uitviel.
Beleidsartikel 2. Bevorderen autonomie Koninkrijksrelaties
In 2006 is ca € 13,4 miljoen minder uitgegeven dan werd geraamd
ten tijde van de Najaarsnota 2006. Er zijn ca € 6,9 miljoen minder
verplichtingen aangegaan en er is ca € 144,5 miljoen meer ontvangen.
Uitgaven (-/- € 13,4 miljoen)
De onderuitputting op artikel 2 bedroeg ongeveer € 13,4 mln.
Dit wordt verklaard door de volgende posten. Ten eerste door het doorschuiven
van de schuldsanering Aruba, ad € 7,3 mln. Bij het afsluiten van
het akkoord met Aruba zijn afspraken gemaakt (Arubadeal) over bedragen die
ingezet kunnen worden voor schuldsanering. Deze bedragen blijven gereserveerd
totdat begrotingsevenwicht is bereikt. Bij Najaarsnota 2006 is het opgespaarde
saldo tot en met 2005 meegenomen. Abusievelijk is de tranche 2006 ad € 7.3
mln. hier niet bij meegenomen. Ten tweede werden de gereserveerde gelden voor
het RBANA van € 3 mln. maar voor een klein gedeelte aangesproken.
Ten derde was er een onderbesteding van ca. € 3 mln. voor AMFO (armoedebestrijding
en NGO’s).
Ontvangsten (+/+ € 144,5 miljoen)
In het kader van de exit strategie Nederlandse Participatie Maatschappij
Nederlandse Antillen (NPMNA) heeft de verkoop van het Plant hotel op Aruba
in 2006 na verrekening met verlies en winst op ander deelnemingen geleid tot
een extra ontvangst van ca € 146 mln.
Verder bleven de reguliere ontvangsten iets achter bij de begroting. De
Nederlandse Antillen hebben niet aan de rente- en aflossingsverplichtingen
voldaan ad € 3,3 mln. Een deel hiervan is opgevangen bij NJN (uit
artikel 3. «Nominaal en onvoorzien»).