31 031 IIB
Jaarverslag en slotwet van de Raad van State, de Algemene Rekenkamer, de Nationale ombudsman, de Kanselarij der Nederlandse Orden, het kabinet van de Gouverneur van de Nederlandse Antillen en van het kabinet van de Gouverneur van Aruba 2006

nr. 5
LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 7 juni 2007

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties1 heeft over het jaarverslag 2005 van de Raad van State, de Algemene Rekenkamer, de Nationale ombudsman, de Kanselarij der Nederlandse Orden, het kabinet van de Gouverneur van de Nederlandse Antillen en van het kabinet van de Gouverneur van Aruba (Kamerstuk 30 550 IIB, nr. 1) de navolgende vragen ter beantwoording aan de regering voorgelegd. De regering heeft deze vragen beantwoord bij brief van 6 juni 2007. De vragen en antwoorden zijn hieronder afgedrukt.

De voorzitter van de commissie,

Leerdam

Adjunct-griffier van de commissie,

Hendrickx

1

Duiden de budgetverschuivingen, die zich van 2006 op 2007 hebben voorgedaan in verband met de nieuwbouw van de Raad van State, op vertragingen? Kondigen zich overschrijdingen aan?

De behandeling van de vergunningaanvraag heeft aanzienlijk langer geduurd dan vooraf was verwacht. Mede hierdoor is de start van de nieuwbouw van de Raad van State inderdaad vertraagd en was het noodzakelijk een deel van het budget van 2006 naar 2007 te verschuiven. Verdere vertragingen of daaruit voortvloeiende overschrijdingen worden niet verwacht: de voortgang van de bouw is grotendeels volgens planning. Naar het zich nu laat aanzien zal de nieuwbouw (gelegen aan de Parkstraat en Oranjestraat in Den Haag) in de maanden oktober/november 2007 in gebruik worden genomen. Na de ingebruikname van de nieuwbouw zal in 2008 gestart worden met de restauratie en renovatie van de panden van de Raad aan de Kneuterdijk (waaronder het «Witte Paleisje»). Vooralsnog gaan de voorbereidingen (vergunningverlening e.d.) volgens de planning.

2

Dient de passage over advisering door de Raad van State – viervijfde is «op tijd» verwerkt, er zijn minder aanvragen binnengekomen – te worden gelezen als een verkapte waarschuwing dat de (gemiddelde) doorlooptijden kunnen oplopen?

Neen. De Raad van State blijft er naar streven om alle adviezen binnen de gestelde norm uit te brengen. In 2006 is dat voor 80% gelukt, in 2005 voor 77% en in 2004 voor 71%. De (intern) vastgestelde doorlooptijd en de realisatie 2006 zijn in de onderstaande tabel weergegeven.

Soort zakenMaximale doorlooptijd Realisatie binnen norm 2006
Eenvoudig1 maand87%
Enigszins gecompliceerd2 maanden79%
Gecompliceerd3 maanden46%

3

Hoe is beoordeeld of aan de onder 3b genoemde beleidsprestaties van de Raad van State is voldaan?

De Raad van State hanteert een interne planning & controlcyclus met 4-maandelijkse managementrapportages. De betrokken directeuren van de Raad van State rapporteren in hun managementrapportages over de in tabel 3b weergegeven beleidsprestaties. De interne procedures vormen een onderdeel van de jaarlijkse controle door de Auditdienst. Deze controle is erop gericht de volledigheid en juistheid van de managementinformatie te borgen.

4

Welke factoren verklaren het aantal afdoeningen van zaken in de Ruimtelijkeordeningskamer van de Raad van State?

Het aantal afdoeningen wordt in het algemeen bepaald door het aantal zaken dat instroomt, de complexiteit van die zaken en het aantal Staatsraden en medewerkers, dat beschikbaar is voor de afhandeling van zaken. In het jaar 2006 is een aantal grote en complexe zaken in het kader van de Reconstructiewet concentratiegebieden in behandeling genomen, waarvan de behandeling meerdere zittingen vergde. Dit leidde tot een lager aantal afgedane zaken en hogere doorlooptijden. Na afdoening van deze zaken eind 2007, zal de lengte van de doorlooptijden weer verminderen.

5

Wat is de reden voor de opgelopen doorlooptijden voor zaken bestuursrechtspraak voor Ruimtelijke Ordening en Hoger Beroep?

Kamer 3 (Hoger Beroep) heeft in 2006 een groot aantal zaken, die het gevolg waren van een onvoorziene hogere instroom in 2005, weggewerkt. Dit veroorzaakte een tijdelijke toename van de gemiddelde doorlooptijd.

In het antwoord op vraag 4 is reeds ingegaan op Ruimtelijke Ordening.

6

Wat is de verklaring voor het feit dat de in het kader van het onderzoeksprogramma van de Algemene Rekenkamer geplande studies naar prestaties van het openbaar bestuur bijna de helft niet is gerealiseerd? Vergen de wel ter hand genomen projecten te veel aan kosten en/of menskracht?

De projecten zijn wel ter hand genomen maar op een later moment gepubliceerd. Zoals in de brief van de Algemene Rekenkamer van 24 oktober 2006 aan de voorzitter van de commissie Rijksuitgaven is uiteengezet, is het bestendige beleid van de Algemene Rekenkamer geen bestuurlijk hoor en wederhoor met demissionaire bewindspersonen te voeren. Uitzonderingen daargelaten hecht de Algemene Rekenkamer aan een reactie op de aanbevelingen van een missionaire bewindspersoon. De start van een verkiezingsreces is voor de Algemene Rekenkamer dan ook het begin van een publicatieluwe periode. De publicatie van onderzoeken die op de planning stonden in de periode oktober 2006 tot begin 2007 zijn in dat verband doorgeschoven naar een geschikt moment in 2007.

7

Hoe is in 2006 duidelijk geworden dat er behoefte bestaat aan een aangescherpt integriteitsbeleid bij de Algemene Rekenkamer?

Met het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het Bureau Integriteit van de gemeente Amsterdam heeft de Algemene Rekenkamer een self assessment instrument voor integriteit ontwikkeld. De Algemene Rekenkamer heeft in 2005 in het kader van het RWT 5 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2006–2007, 30 850, nrs. 1–2) onderzoek het integriteitbeleid bij de departementen en 10 RWT’s onderzocht. In 2006 is dit onderzoek ook binnen de Algemene Rekenkamer uitgevoerd. Daaruit bleek dat de Algemene Rekenkamer niet aan de normen voldeed die andere werden opgelegd. Dit vormde de aanleiding voor het aanscherpen van het integriteitbeleid binnen de Algemene Rekenkamer. De verwachting is dat het gehele integriteitbeleid in 2007 is vernieuwd.

8

Waarom is een groot aantal betalingen (26%) door de Rekenkamer te laat verricht?

Tekortkomingen in de discipline op dit punt binnen de Algemene Rekenkamer is de belangrijkste oorzaak van het te laat betalen van facturen. Aanscherping van het beleid leidde ertoe dat in het laatste kwartaal van 2006 hierin verbetering was opgetreden. Met ingang van het tweede kwartaal van 2007 wordt het betaalgedrag maandelijks bewaakt en zullen, indien daartoe aanleiding bestaat, passende maatregelen worden getroffen.

Het audit committee van de Algemene Rekenkamer beoordeelt de managementinformatie over de bedrijfsvoering en adviseert de President van de Algemene Rekenkamer daarover. In dat kader beoordeelt het audit committee ook de follow up die de Algemene Rekenkamer geeft aan de aanbevelingen van de interne accountant op dit gebied.

9

Verlopen de betalingen van de kostendekkende bijdrage die de Nationale Ombudsman aan decentrale bestuursorganen in rekening brengt, bevredigend? Voldoen overheden tijdig aan hun betalingsverplichtingen?

In algemene zin lopen deze betalingen goed. Een enkele decentrale overheid betaalt een paar maanden te laat, maar ervaring leert uiteindelijk dat betaling altijd plaatsvindt.

10

Hoe zijn de beleidsprestaties van de Nationale ombudsman in de tabel onder 3b geoperationaliseerd? Wanneer zijn de prestaties wél en wanneer zijn ze niet gehaald?

De sterke groei van het aantal burgerklachten is opgevangen door (1) uitbreiding van de formatieve ruimte, (2) inschakeling van tijdelijke krachten, (3) intensivering van de afspraken inzake interventies met bepaalde bestuursorganen, waarover veel gelijksoortige burgerklachten zijn ingediend en (4) beperking van de geplande inzet van personeel voor onderzoek ex artikel 26.9 Awb.

Dank zij die maatregelen en de grote inzet van de medewerkers van de Nationale ombudsman zijn de beleidsprestaties op de meeste terreinen gehaald. Uitzondering daarop vormen het aantal onderzoeken eigener beweging en de beperking van de doorlooptijd van onderzoeken die met een rapport zijn afgedaan. Paragraaf 4 van het Beleidsverslag (TK, 2006–2007, 31 031 IIB, nr. 1, pagina 24 e.v.) bevat een nadere toelichting op de in tabel 3b getypeerde realisatie van de beleidsprestaties in 2006

11

Hoeveel kosten zijn (in totaal) gemoeid met de buitenlandse activiteiten van de Nationale Ombudsman? Laten die uitgaven een stijgende lijn zien over de loop der jaren?

De kosten van de reguliere internationale activiteiten van de Nationale ombudsman zelf zijn tamelijk stabiel en belopen jaarlijks rond de 30 000 euro. Daarnaast voert de Nationale ombudsman op verzoek van de Nederlandse regering, de Europese Unie of de Raad van Europa projecten uit ter ondersteuning van ombudsmannen in andere landen. Tegenover de uitgaven daarvoor staat dan een kostendekkende vergoeding, die meestal afkomstig is uit de zogenoemde MATRA-gelden. In 2005 was er sprake van eenmalig hogere uitgaven in verband met de organisatie van een internationaal symposium c.a. in Nederland.

12

Waardoor kunnen de onvoorziene rechtsgangkosten bij de Kanselarij der Nederlandse Orden worden verklaard?

Het betreft hier de inschakeling van de landsadvocaat in verband met een tweetal lopende beroepsprocedures die aangespannen zijn door twee voormalige (ontslagen) medewerkers. Binnen de bestaande financiële ruimte van de Kanselarij der Nederlandse Orden konden deze kosten niet worden opgevangen.

13

Kan – concreter – worden aangegeven wat wordt bedoeld met «toegenomen financiële druk» op de apparaatskosten bij de Kanselarij der Nederlandse Orden? Wordt met zoveel woorden gezegd dat de financiële administratie niet op orde was?

Onder apparaatskosten vallen de kosten van personeel en de kosten van bedrijfsvoering. Geconstateerd is dat de kosten voor bedrijfsvoering licht zijn toegenomen door de externe kostenstijgingen (zoals de kostprijs van zilver en goud), terwijl de prijsbijstellingen daartoe niet geheel toereikend zijn. Daardoor neemt de financiële druk op de apparaatskosten toe en heeft derhalve geen relatie met de financiële administratie.

De financiële administratie is uitstekend op orde getuige de reeds jarenlange positieve audits. De Kanselarij der Nederlandse Orden is juist in staat scherp te begroten, waardoor onder- of overuitputtingen zo veel mogelijk worden voorkomen.

14

Hoe zijn de beleidsprestaties van de Kanselarij der Nederlandse Orden onder 3b geoperationaliseerd? Wanneer zijn de doelstellingen wél en wanneer zijn ze niet gehaald?

Bijvoorbeeld door het geven van voorlichting en informatie over de werking van het Nederlandse decoratiestelsel. M.b.v. een scala van informatie-instrumenten d.t.v. de burgemeesterskringen, de commissarissen van de Koningin, maatschappelijke organisaties en instellingen alsmede door middel van brochures, de website en contacten met media en de schrijvende pers.

De doelstellingen zijn gehaald.

15

Kunnen de kerngegevens over uitvoeringstaken van beide kabinetten in volgende verslagjaren op elkaar worden afgestemd zodat door het hanteren van dezelfde gegevens prestaties beter worden vergeleken?

De beide Kabinetten zullen in onderling overleg bekijken in hoeverre dit mogelijk is en gerealiseerd kan worden in 2008.

16

Hoe zijn de beleidsprestaties onder 3b geoperationaliseerd? Wanneer zijn de doelstellingen wél en wanneer zijn ze niet gehaald?

Het verder operationaliseren van de beleidsprestaties en de bijbehorende doelstellingen, hetzij in kwantitatieve zin hetzij in kwalitatieve zin, is gezien de onvoorzienbare verscheidenheid aan situaties waarmee de Gouverneurs zowel in hun hoedanigheid als landsorgaan als die van Koninkrijksorgaan te maken krijgen, niet mogelijk. Enig kwantitatief inzicht kan overigens wel ontleend aan de kerngegevens over de uitvoeringstaken.

17

Kan een verklaring worden gegeven voor de forse stijging in het aantal overvliegvergunningen (en havenbezoeken) – meer dan een verdubbeling – op zowel de Nederlandse Antillen als op Aruba?

Overvliegvergunningen

Het grotere aantal overvliegvergunningen is voor het overgrote deel toe te schrijven aan de inzet tijdens de grootschalige militaire oefening Joint Carribean Lion medio 2006. Daarnaast zijn er na het aftreden van de President van Haiti veel meer aanvragen gedaan voor het overvliegen naar de Ned. Antillen in kader van peace keeping mission. Het betreft vooral aanvragen van Braziliaanse militaire toestellen.

Havenbezoeken

De forse stijging is vooral in relatieve zin opvallend; in absolute zin zijn genoemde aantallen niet bijzonder hoog en overigens ook niet veelzeggend. Het aantal schepen dat een havenbezoek aflegt is namelijk niet af te leiden uit deze aantallen. Beide kabinetten behandelen meestal rond de jaarwisseling, in overleg met de Verkeersadviseur van de minister van Buitenlandse Zaken, verzoeken voor toestemming vooraf voorzienbare havenbezoeken. Voor schepen die op deze lijsten voorkomen geldt alleen de verplichting van een tijdige notificatie van het bezoek ten behoeve van de lokale autoriteiten.

18

Hoeveel naturalisatieverzoeken zijn op de Nederlandse Antillen ingediend en behandeld? Vertoont dit aantal een soortgelijke daling als op Aruba?

In tegenstelling tot het Kabinet van de Gouverneur van Aruba behandelt het Kabinet van de Gouverneur Nederlandse Antillen geen naturalisatieverzoeken. Op de Nederlandse Antillen is deze taak belegd bij de Gezaghebber.

Ik heb deze vraag doorgestuurd naar mijn college van Justitie met het verzoek hem verder te beantwoorden aangaande de precieze aantalen en mogelijke daling.

19

Wanneer zal, naar verwachting, de verbouwing van het kantoor van, het Kabinet van de Gouverneur van Aruba zijn gerealiseerd?

Naar verwachting zal de Vertegenwoordiging eind 2007 het nieuwe pand kunnen betrekken. Of daaropvolgend inderdaad zal worden begonnen met de verbouwing van het kantoor van het Kabinet en van de Gouverneur zal echter afhankelijk zijn van de verdere besluitvorming van het Land. Het Land heeft te kennen gegeven dit gebouw evenals het naastgelegen gebouw van de Staten van Aruba en het aangrenzende bestuurskantoor te willen verkopen.


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van Beek (VVD), Van der Staaij (SGP), De Pater-van der Meer (CDA), Van Bochove (CDA), Duyvendak (GL), Wolfsen (PvdA), Hessels (CDA), Gerkens (SP), Haverkamp (CDA), Leerdam (PvdA), voorzitter, De Krom (VVD), ondervoorzitter, Griffith (VVD), Irrgang (SP), Kalma (PvdA), Schinkelshoek (CDA), Van der Burg (VVD), Brinkman (PVV), Pechtold (D66), Van Raak (SP), Thieme (PvdD), Kuiken (PvdA), Leijten (SP), Heijnen (PvdA), Bilder (CDA) en Anker (CU).

Plv. leden: Teeven (VVD), Van der Vlies (SGP)Van de Camp (CDA), Atsma (CDA), Van Gent (GL), Vermeij (PvdA), Knops (CDA), Polderman (SP), Spies (CDA), Wolbert (PvdA), Weekers (VVD), Zijlstra (VVD), Van Gerven (SP), Van der Veen (PvdA), Çörüz (CDA), Ten Broeke (VVD), De Roon (PVV), Van der Ham (D66), Van Bommel (SP), Ouwehand (PvdD), Bouchibti (PvdA), De Wit (SP), Kraneveldt-van der Veen (PvdA), Van Haersma Buma (CDA) en Cramer (CU).

Naar boven