31 031 I
Jaarverslag en slotwet Huis der Koningin 2006

nr. 2
RAPPORT BIJ HET JAARVERSLAG 2006 VAN HET HUIS DER KONINGIN (I)

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

’s-Gravenhage, 16 mei 2007

Hierbij bieden wij u aan het op 4 mei 2007 door ons vastgestelde «Rapport bij het Jaarverslag 2006 van het Huis der Koningin (I)».

Algemene Rekenkamer

drs. Saskia J. Stuiveling,

president

Jhr. mr. W. M. de Brauw,

secretaris

Inhoud

 Samenvatting5
   
1Inleiding6
1.1Over het Huis der Koningin6
   
2Jaarverslag7
2.1Oordeel over de financiële informatie7
2.2Oordeel over de saldibalans en toelichting7
2.3Oordeel over de informatie over de bedrijfsvoering7
   
3Reactie minister9

SAMENVATTING

De Algemene Rekenkamer heeft onderzocht of het jaarverslag 2006 van het Huis der Koningin (begrotingshoofdstuk I) voldoet aan de eisen die de Comptabiliteitswet 2001 (CW 2001) stelt. Daarnaast hebben wij de bedrijfsvoering onderzocht en het financieel beheer en materieelbeheer beoordeeld.

De uitgaven en verplichtingen van het Huis der Koningin in 2006 bedragen € 5,7 miljoen.

Oordeel over het jaarverslag 2006 en de bedrijfsvoering

Wij hebben vastgesteld dat het Jaarverslag 2006 van het Huis der Koningin en de bedrijfsvoering voldoen aan de daaraan te stellen eisen.

Overzicht 1: Oordelen van de Algemene Rekenkamer over het Jaarverslag 2006 en de bedrijfsvoering van het Huis der Koningin

  Oordeel Toelichting in
JaarverslagFinanciële informatieVoldoet§ 2.1
 SaldibalansVoldoet§ 2.2
BedrijfsvoeringFinancieel beheer en materieelbeheerVoldoet§ 2.3

De Staten-Generaal baseren de decharge aan ministers op de oordelen die in overzicht 1 staan.

1 INLEIDING

De Algemene Rekenkamer heeft onderzocht of het Jaarverslag 2006 van het Huis der Koningin (begrotingshoofdstuk I) voldoet aan de eisen die de Comptabiliteitswet 2001 (CW 2001) stelt. Daarnaast hebben wij de bedrijfsvoering van het Huis der Koningin onderzocht en het financieel beheer en materieelbeheer beoordeeld. In dit rapport staan de oordelen en de belangrijkste resultaten van het onderzoek.

1.1 Over het Huis der Koningin

Wij rapporteren per begrotingshoofdstuk over de resultaten van ons onderzoek. In totaal zijn er 25 begrotingshoofdstukken waarvan 7 begrotingsfondsen. Dit rapport gaat over begrotingshoofdstuk I: het Huis der Koningin.

In het Jaarverslag 2006 van het Huis der Koningin legt de minister van Algemene Zaken verantwoording af over de uitkeringen die in 2006 zijn betaald aan de leden van het Koninklijk Huis. De uitkeringen worden verstrekt op grond van de Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis uit 1972, wijziging daarvan op grond van de wijziging van de Algemene burgerlijke pensioenwet en de Aanpassingswet inkomstenbelasting 2001. Het Ministerie van Algemene Zaken is belast met de uitvoering van het beheer van dit begrotingshoofdstuk.

De uitgaven en verplichtingen van het Huis der Koningin in 2006 bedragen € 5,7 miljoen. De bedragen bestaan uit drie componenten en worden als volgt verdeeld:

Bedragen x € 1000

Uitkering aanABCTotaal
De Koningin1 4841 7747363 994
Prins Willem-Alexander288451218957
Prinses Máxima288339218845

2 JAARVERSLAG

De Algemene Rekenkamer heeft het Jaarverslag 2006 van het Huis der Koningin beoordeeld. In paragraaf 2.1 staat ons oordeel over de financiële informatie in paragraaf 2.2 staat het oordeel over de saldibalans en in paragraaf 2.3 staat het oordeel over de informatie over de bedrijfsvoering.

2.1 Oordeel over de financiële informatie

De financiële informatie in het jaarverslag van het Huis der Koningin bestaat uit de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten in de verantwoordingsstaat en de toelichting daarbij.

De financiële informatie dient op grond van de CW 2001:

• rechtmatig tot stand te zijn gekomen;

• deugdelijk te zijn weergegeven;

• te voldoen aan de verslaggevingsvoorschriften.

Oordeel

De financiële informatie in het Jaarverslag 2006 van het Huis der Koningin voldoet aan de eisen die de CW 2001 stelt.

Het bedrag aan verplichtingen en uitgaven bevat in totaal € 145 000 aan overschrijdingen. Gaan de Staten-Generaal niet akkoord met de slotwetmutaties over deze overschrijdingen, dan moeten wij ons oordeel over de financiële informatie mogelijk herzien.

2.2 Oordeel over de saldibalans en toelichting

De saldibalans is een overzicht van de posten die aan het eind van het jaar nog openstaan en die naar het volgende jaar moeten worden meegenomen. Bij de saldibalans hoort een toelichting waarin nadere informatie wordt verstrekt over de afzonderlijke posten op de saldibalans.

De informatie in de saldibalans dient op grond van de CW 2001:

• rechtmatig tot stand te zijn gekomen;

• deugdelijk te zijn weergegeven;

• te voldoen aan de verslaggevingsvoorschriften.

Oordeel

De informatie in de saldibalans in het Jaarverslag 2006 van het Huis der Koningin voldoet aan de eisen die de CW 2001 stelt.

2.3 Oordeel over de informatie over de bedrijfsvoering

De onderzochte onderdelen van het financieel beheer, het materieelbeheer en de daartoe bijgehouden administraties in 2006 van het Huis der Koningin voldoen aan de gestelde eisen.

In het Jaarverslag 2006 van het Huis der Koningin is geen informatie over de bedrijfsvoering opgenomen. De gelden die op dit begrotingshoofdstuk worden verantwoord, worden namelijk door het Ministerie van Algemene Zaken uitgekeerd en verantwoord. De informatie over het beheer van de uitkeringen aan de leden van het Koninklijk Huis is daarom opgenomen in het Jaarverslag 2006 van het Ministerie van Algemene Zaken. De Algemene Rekenkamer heeft onderzocht of die informatie voldoet aan de eisen en of die op deugdelijke wijze tot stand is gekomen. Wij zijn van oordeel dat de informatie over de bedrijfsvoering op deugdelijke wijze tot stand is gekomen en voldoet aan de verslaggevingseisen.

Op verzoek van de Tweede Kamer is aan het jaarverslag van het Huis der Koningin een bijlage toegevoegd met een overzicht van de declarabele functionele uitgaven en een overzicht van de overige uitgaven in andere jaarverslagen die zijn te relateren aan het Huis der Koningin. De cijfers worden opgenomen aan de hand van opgaven van de ministeries die deze uitgaven doen.

Declarabele functionele uitgaven

Uit de bijlage blijkt dat de thesaurier van Hare Majesteit der Koningin bij drie ministeries uitgaven declareert voor het Huis der Koningin tot een totaalbedrag van € 24,2 miljoen. Het betreft enerzijds de uitgaven van het hofpersoneel (behalve de uitgaven die zijn opgenomen in de A-component van de uitkering) en anderzijds de uitgaven die samenhangen met onder meer het gebruik van de paleizen, auto’s, paarden en rijtuigen. De betrokken ministeries hebben de uitgaven expliciet in hun Jaarverslag 2006 opgenomen.

Overige uitgaven in andere jaarverslagen

Er zijn blijkens de bijlage zes ministeries die uitgaven verrichten in relatie tot het Huis der Koningin, tot een totaalbedrag van € 83,7 miljoen. Deze bedroegen in 2005 nog € 53,4 miljoen. De stijging is te verklaren door de toename van uitgaven voor beveiliging (€ 6,7 miljoen) en van instandhouding en onderhoud van paleizen (€ 20,5 miljoen). Bovendien zijn de uitgaven voor het Kabinet der Koningin (€ 2,2 miljoen) en de Rijksvoorlichtingsdienst (€ 1,0 miljoen) voor het eerst opgevoerd.

De betrokken ministeries zijn verantwoordelijk voor specifieke beleidsterreinen. Zoals blijkt uit de toelichting bij het overzicht met uitgaven, maakt de rechtmatigheid van deze uitgaven deel uit van de accountantscontrole bij de desbetreffende ministeries.

De Algemene Rekenkamer constateert dat alle bedragen die zijn opgenomen in het overzicht op de bijlage, ook expliciet tot uitdrukking komen in het Jaarverslag 2006 van de vakministeries.

3 REACTIE MINISTER

De minister-president, minister van Algemene Zaken, heeft in een brief van 20 april jongstleden op het conceptrapport bij het Jaarverslag 2006 van het Huis der Koningin gereageerd. Hij deelt mee dat het positieve oordeel hem geen aanleiding geeft voor een nadere reactie.

Naar boven