31 031 G
Jaarverslag en slotwet BTW-compensatiefonds 2006

nr. 2
RAPPORT BJ HET JAARVERSLAG 2006 VAN HET BTW-COMPENSATIEFONDS (G)

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

’s-Gravenhage, 16 mei 2007

Hierbij bieden wij u aan het op 7 mei 2007 door ons vastgestelde «Rapport bij het Jaarverslag 2006 van het BTW-compensatiefonds (G)».

Algemene Rekenkamer

drs. Saskia J. Stuiveling,

president

Jhr. mr. W. M. de Brauw,

secretaris

Inhoud

1Inleiding5
1.1Over het BTW-compensatiefonds (G)5
1.2Wijze van rapporteren5
1.3Leeswijzer6
   
2Jaarverslag7
2.1Oordeel over de financiële informatie7
2.2Oordeel over de saldibalans en toelichting7
2.3Oordeel over de informatie over bedrijfsvoering8
2.4Oordeel over de informatie over beleid8
   
3Bedrijfsvoering9
   
4Reactie minister en nawoord Algemene Rekenkamer10
4.1Reactie minister10
4.2Nawoord van de Algemene Rekenkamer10
   
Bijlage 1Overzicht fouten en onzekerheden11
   
Bijlage 2Gebruikte afkortingen12

1 INLEIDING

De Algemene Rekenkamer doet jaarlijks rechtmatigheidsonderzoek bij de rijksoverheid. Dit doen wij door na te gaan of de jaarverslagen van de ministers voldoen aan de eisen die de Comptabiliteitswet 2001 (CW 2001) stelt: is de financiële informatie, informatie over bedrijfsvoering en informatie over beleid tot stand gekomen volgens de daarvoor geldende regels en goed weergegeven? Daarnaast onderzoeken we ook de bedrijfsvoering zelf. Dit houdt in dat we onder andere nagaan of het financieel beheer en het materieelbeheer voldoen aan de eisen die de CW 2001 stelt.

In dit rapport vindt u de oordelen en de belangrijkste bevindingen van ons rechtmatigheidsonderzoek bij het BTW-compensatiefonds. Hieronder geven we eerst een beschrijving van het begrotingsfonds en gaan we kort in op onze onderzoeksaanpak en wijze van rapporteren. In hoofdstuk 2 presenteren we vervolgens onze oordelen over het Jaarverslag 2006 van het BTW-compensatiefonds.

1.1 Over het BTW-compensatiefonds (G)

Wij rapporteren per begrotingshoofdstuk over de resultaten van ons onderzoek. In totaal zijn er 25 begrotingshoofdstukken, waarvan 7 begrotingsfondsen. Dit rapport gaat over begrotingshoofdstuk G: het BTW-compensatiefonds. De minister van Financiën draagt verantwoordelijkheid voor dit begrotingsfonds. Binnen het Ministerie van Financiën zorgt de directie Begrotingsbeleid van het directoraat-generaal van de Rijksbegroting voor het financieel beheer van het fonds. De Belastingdienst is verantwoordelijk voor de uitvoering.

De uitgaven van het BTW-compensatiefonds bedroegen in 2006 € 1 938,6 miljoen. De ontvangsten bedroegen eveneens € 1 938,6 miljoen.

Het BTW-compensatiefonds is gestart per 1 januari 2003. Uit dit fonds krijgen provincies, gemeenten en kaderwetgebieden bijdragen voor de btw die zij betalen voor hun niet-ondernemingsactiviteiten. Dit fonds biedt gemeenten en provincies dus de mogelijkheid om efficiënt te opereren, zonder dat de omzetbelasting daarbij verstorend werkt.

1.2 Wijze van rapporteren

Het rapport bij het jaarverslag is een uitzonderingsrapportage: we melden alleen de fouten en onzekerheden in de financiële informatie die de tolerantiegrenzen overschrijden. Onder «fouten» verstaan we financiële informatie die niet rechtmatig is (het begrotingsgeld is niet volgens de regels uitgegeven) of die niet deugdelijk is weergegeven (er is geen goede verantwoording afgelegd in het jaarverslag). Van «onzekerheden» spreken we wanneer we door onvolkomenheden in het financieel beheer niet kunnen vaststellen of er al dan niet sprake is van fouten.

In onze brochure Rechtmatig verantwoord; Het jaarlijkse rechtmatigheidsonderzoek van de Algemene Rekenkamer1 kunt u lezen hoe onze rapporten bij de jaarverslagen tot stand komen.

1.3 Leeswijzer

Naast deze inleiding bestaat dit Rapport bij het Jaarverslag 2006 van het BTW-compensatiefonds uit drie hoofdstukken.

Hoofdstuk 2 beschrijft het oordeel van de Algemene Rekenkamer over het jaarverslag en de saldibalans van het BTW-compensatiefonds. Hoofdstuk 3 is gewijd aan de bedrijfsvoering van het ministerie met betrekking tot het BTW-compensatiefonds. Hoofdstuk 4 omvat de reactie van de minister van Financiën.

Het rapport telt verder twee bijlagen. In bijlage 1 staat een overzicht van alle fouten en onzekerheden en bijlage 2 bevat de gebruikte afkortingen.

In dit rapport is er geen afzonderlijke Audit Actielijst 2007 (AAL 2007) opgenomen, omdat het BTW-compensatiefonds onder de verantwoordelijkheid van het Ministerie van Financiën valt. Eventuele onvolkomenheden in het beheer van het BTW-compensatiefonds worden dan ook toegerekend aan het Ministerie van Financiën. Dit betekent dat de AAL 2007 is opgenomen in het Rapport bij het Jaarverslag 2006 van het Ministerie van Financiën (IXB).

2 JAARVERSLAG

De Algemene Rekenkamer heeft het Jaarverslag 2006 van het BTW-compensatiefonds beoordeeld. Wij hebben onderzocht of de minister het begrotingsgeld volgens de regels heeft uitgegeven en ontvangen en of hij daarover in het jaarverslag goed verantwoording heeft afgelegd. Waar dit niet het geval is, spreken we respectievelijk van eenonrechtmatigheid of van een ondeugdelijke weergave.

In dit hoofdstuk lichten wij ons oordeel over het jaarverslag toe. Dit oordeel bestaat uit deeloordelen over:

• de financiële informatie (§ 2.1);

• de saldibalans en de toelichting (§ 2.2);

• de informatie over de bedrijfsvoering (§ 2.3);

• de informatie over het gevoerde beleid (§ 2.4).

2.1 Oordeel over de financiële informatie

Het financiële informatie wordt bedoeld: alle verplichtingen, uitgaven en ontvangsten in de verantwoordingsstaat en de toelichting daarbij.

De financiële informatie dient op grond van de CW 2001:

• rechtmatig tot stand te zijn gekomen;

• deugdelijk te zijn weergegeven;

• te voldoen aan de verslaggevingsvoorschriften.

Oordeel

De financiële informatie in het Jaarverslag 2006 van het BTW-compensatiefonds voldoet aan de eisen die de CW 2001 stelt.

In bijlage 1 staat een overzicht van alle fouten en onzekerheden.

2.2 Oordeel over de saldibalans en toelichting

De saldibalans is een overzicht van de posten die aan het eind van het jaar nog openstaan en die naar het volgende jaar moeten worden meegenomen. Bij de saldibalans hoort een toelichting waarin nadere informatie wordt verstrekt over de afzonderlijke posten op deze balans.

De informatie in de saldibalans dient op grond van de CW 2001:

• rechtmatig tot stand te zijn gekomen;

• deugdelijk te zijn weergegeven;

• te voldoen aan de verslaggevingsvoorschriften.

Oordeel

De informatie in de saldibalans in het Jaarverslag 2006 van het BTW-compensatiefonds voldoet aan de eisen die de CW 2001 stelt. Wij hebben geen fouten, onzekerheden en onvolledigheden geconstateerd.

In 2006 is voor een bedrag van € 177 miljoen aan openstaande voorschotten afgerekend. Wij hebben vastgesteld dat deze afrekeningen voldoen aan de daaraan te stellen eisen.

2.3 Oordeel over de informatie over bedrijfsvoering

In de bedrijfsvoeringsparagraaf van het BTW-compensatiefonds verantwoordt de minister zich over de rechtmatigheid van de begrotingsuitvoering (of het begrotingsgeld volgens de regels is uitgegeven) en over de totstandkoming van de beleidsinformatie. Met betrekking tot de overige onderdelen van de bedrijfsvoering verantwoordt de minister zich in de bedrijfsvoeringsparagraaf van het Jaarverslag 2006 van het Ministerie van Financiën.

De bedrijfsvoeringsparagraaf in het Jaarverslag 2006

Ons oordeel over de informatie over de bedrijfsvoering heeft betrekking op de totstandkoming van de bedrijfsvoeringsparagraaf en het voldoen aan de verslaggevingseisen.

De informatie over de bedrijfsvoering dient op grond van de CW 2001 op een deugdelijke wijze tot stand te zijn gekomen. In dat kader hebben wij de volgende aspecten onderzocht:

• de wijze waarop het ministerie risico’s inventariseert;

• het tussentijds beschikbaar zijn van informatie over de risico’s en de getroffen beheersmaatregelen;

• het afwegingsproces ten behoeve van de in de bedrijfsvoeringsparagraaf te rapporteren onderwerpen.

Oordeel over de informatie over de bedrijfsvoering

Op grond van de onderzochte aspecten zoals hiervoor vermeld, zijn wij van oordeel dat de informatie over de bedrijfsvoering in het Jaarverslag 2006 van het BTW-compensatiefonds op deugdelijke wijze tot stand gekomen is en voldoet aan de verslaggevingseisen.

Het ministerie kon echter niet aantonen op basis van welke argumenten zijn aandachtspunten wel of niet heeft opgenomen in de bedrijfsvoeringsparagraaf. Wij hebben wel vastgesteld dat er een afwegingsproces is geweest.

2.4 Oordeel over de informatie over beleid

Bij het beoordelen van de beleidsinformatie in het jaarverslag van het begrotingsfonds kijkt de Algemene Rekenkamer naar de wijze waarop de informatie over het beleid tot stand komt en of deze informatie voldoet aan de verslaggevingseisen.

Oordeel

De informatie over het gevoerde beleid in het Jaarverslag 2006 van het BTW-compensatiefonds is op deugdelijke wijze tot stand gekomen en voldoet aan de verslaggevingseisen.

De Algemene Rekenkamer betreurt dat in het jaarverslag van het BTW-compensatiefonds geen informatie over de uitkomsten van de controles van voorgaande jaren is opgenomen. Na afloop van het jaar is door het ministerie van Financiën vastgesteld dat deze informatie niet betrouwbaar was en daarom heeft het ministerie er, terecht, voor gekozen om deze niet op te nemen. De Algemene Rekenkamer beveelt aan om de effecten van het toezichtbeleid van meerdere jaren wel op te nemen in het volgende jaarverslag, zodat de gebruiker zich een beter oordeel kan vellen over het uitgevoerde toezichtbeleid.

3 BEDRIJFSVOERING

De Algemene Rekenkamer heeft de bedrijfsvoering van het BTW-compensatiefonds onderzocht. Onder de bedrijfsvoering vallen alle bedrijfsprocessen die ervoor zorgen dat een fonds functioneert: het financieel beheer en het materieelbeheer en de processen op het gebied van personeel, informatievoorziening, administratie, communicatie en huisvesting.

Wij geven in dit hoofdstuk een oordeel over het financieel beheer en het materieelbeheer en de daartoe bijgehouden administraties. We doen dat door de ontwikkelingen in de afgelopen twee jaar te schetsen.

Ontwikkeling bedrijfsvoering

In het Rapport bij het Jaarverslag 2005 heeft de Algemene Rekenkamer opmerkingen gemaakt over de beheersing rond het BTW-Compensatiefonds. Wij stelden daarin vast dat:

• de planning en control in 2005 niet goed had gewerkt, omdat pas laat in het jaar bleek dat het beloofde aantal te controleren ontvangers van btw-compensatie niet zou worden gehaald;

• de kwaliteit van de controles wisselend was geweest en er nog geen maatregelen waren getroffen om de kwaliteit te waarborgen;

• de controleresultaten niet nauwgezet waren geregistreerd.

Op basis van bovenstaande bevindingen kwamen wij tot de conclusie dat het beleid op het gebied van misbruik en oneigenlijk gebruik (M&O) in 2005 ontoereikend was geweest.

Wij hebben geconstateerd dat bovenstaande problemen in 2006 zijn opgelost. Zo is het aantal geplande controles in 2006 ruimschoots behaald. Ook de kwaliteit van de controles was goed. Dat bleek uit een kwaliteitborgingsonderzoek dat het ministerie in 2006 heeft gedaan. Ook hebben wij geconstateerd dat de controleresultaten met ingang van 2006 goed zijn geregistreerd en verantwoord.

Over 2006 was er dus sprake van beheerste processen. Daarom is er naar ons oordeel sprake van een toereikend controlebeleid.

De auditdienst van het Ministerie van Financiën heeft aangetoond dat de minimumuitkering geen rechtmatigheidsrisico’s bevat. De minimumuitkering is een bedrag waar elke ontvanger recht op heeft. Deze uitkering bedraagt in 2006 € 1,1 miljard van de totale uitgaven voor alle ontvangers tezamen.

4 REACTIE MINISTER EN NAWOORD ALGEMENE REKENKAMER

4.1 Reactie minister

De minister van Financiën schrijft in zijn reactie dat hij verheugd is dat de Algemene Rekenkamer tot de conclusie komt dat er bij het BTW-compensatiefonds sprake is geweest van beheerste processen, wat heeft geleid tot een toereikend controlebeleid.

De Algemene Rekenkamer heeft de minister aanbevolen om de effecten van het toezichtbeleid van meerdere jaren op te nemen in het volgende jaarverslag, zodat de gebruiker zich een beter oordeel kan vellen over het uitgevoerde toezichtbeleid.

De minister neemt deze aanbeveling over en zegt toe dat in het komende jaarverslag wel meerdere jaren zullen worden opgenomen, zodat op die manier een beter inzicht kan worden gegeven over de controle-uitkomsten.

4.2 Nawoord van de Algemene Rekenkamer

De Algemene Rekenkamer constateert dat er nu sprake is van een toereikend M&O-beleid bij het BTW-compensatiefonds. De Algemene Rekenkamer is ingenomen met de toezegging van de minister dat hij in het komende jaarverslag een meerjarig inzicht zal geven.

BIJLAGE 1

OVERZICHT FOUTEN EN ONZEKERHEDEN 2006

Fouten en onzekerheden in de financiële informatie in het jaarverslag 2006 van het BTW-compensatiefonds.

B. Uitgaven (€ x 1000)

Art. nr.OmschrijvingVerantwoord bedragFoutOnzekerheidTotaal F + OTotaal F+O (%)Tolerantie overschreden?Onzekerheid over volledig-heid
   RechtmatigheidDeugdelijke weergaveRechtmatigheidDeugdelijke weergave    
1BTW-compensatiefonds1 938 5627297290,0Nee
Totaal 1 938 562729729  

C. Ontvangsten (€ x 1000)

Art. nr.OmschrijvingVerantwoord bedragFoutOnzekerheidTotaal F + OTotaal F+O (%)Tolerantie overschreden?Onzekerheid over volledig-heid
   RechtmatigheidDeugdelijke weergaveRechtmatigheidDeugdelijke weergave    
1BTW-compensatiefonds1 938 5627297290,0Nee
Totaal 1 938 562729729  

F. Afgerekende voorschotten (€ x 1000)

 OmschrijvingVerantwoord bedragFoutOnzekerheidTotaal F + OTotaal F+O (%)Tolerantie overschreden?Onzekerheid over volledig-heid
   RechtmatigheidDeugdelijke weergaveRechtmatigheidDeugdelijke weergave    
 Totaal afgerekende voorschotten 2006177 4320 Nee

BIJLAGE 2

GEBRUIKTE AFKORTINGEN

AALAudit Actielijst
btwbelasting toegevoegde waarde
CWComptabiliteitswet
M&OMisbruik en oneigenlijk gebruik

XNoot
1

Zie www.rekenkamer.nl.

Naar boven