31 018
Regeling afwikkeling oude Vreemdelingenwet

nr. 13
MOTIE VAN HET LID AZOUGH C.S.

Voorgesteld 7 juni 2007

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat vreemdelingen onder omstandigheden het ononderbroken verblijf in Nederland sinds 1 april 2001 aannemelijk kunnen maken door een verklaring van de burgemeester van de gemeente waar de vreemdeling feitelijk verblijft;

overwegende, dat het voorstelbaar is dat een burgemeester weigert om een verklaring van ononderbroken verblijf af te geven, terwijl een vreemdeling tóch ononderbroken verblijf in Nederland heeft gehad en dat ook aannemelijk zou kunnen maken door ondersteunende verklaringen van maatschappelijke organisaties zoals kerken, vluchtelingenwerkgroepen en dergelijke;

verzoekt de regering om aan vreemdelingen toe te staan dat zij, in geval hun burgemeester weigert om een verklaring van ononderbroken verblijf af te geven, hun ononderbroken verblijf in Nederland aannemelijk maken door overlegging van verklaringen van maatschappelijke organisaties,

en gaat over tot de orde van de dag.

Azough

Pechtold

De Wit

Naar boven