31 018
Regeling afwikkeling oude Vreemdelingenwet

nr. 12
MOTIE VAN HET LID AZOUGH

Voorgesteld 7 juni 2007

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat vreemdelingen op grond van de regeling «Afwikkeling nalatenschap oude Vreemdelingenwet» niet in aanmerking komen voor een verblijfsvergunning indien er sprake is van één of meer veroordelingen tot een gevangenisstraf of vrijheidsbenemende maatregel van meer dan een maand;

overwegende, dat het bij de toepassing van deze contra-indicatie ontbreekt aan een hardheidsclausule om de specifieke individuele omstandigheden van de veroordeelde vreemdelingen op waarde te schatten;

overwegende, dat daardoor de kans bestaat dat veroordeelden voor meer misdrijven die als overlevingscriminaliteit kunnen worden beschouwd, niet in aanmerking komen voor een verblijfsvergunning op grond van deze regeling;

verzoekt de regering om toepassing van cumulatie van opgelegde onvoorwaardelijke gevangenisstraffen of vrijheidsbenemende maatregelen achterwege te laten en daarmee een onvoorwaardelijke aaneengesloten straf van een maand of meer als grens te stellen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Azough

Naar boven