31 013
Verandering in de Grondwet, strekkende tot het vervallen van de bepaling inzake het voorzitterschap van de gemeenteraad en van provinciale staten

nr. 7
MOTIE VAN DE LEDEN VAN BEEK EN HEIJNEN

Voorgesteld 4 december 2007

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat thans de tweede lezing van de wijziging van de Grondwet strekkende tot het vervallen van de bepaling inzake het voorzitterschap van de gemeenteraad en van de provinciale staten voorligt;

constaterende, dat in de huidige Gemeentewet en Provinciewet is bepaald dat de burgemeester en de commissaris van de Koningin voorzitter van respectievelijk de gemeenteraad en provinciale staten zijn;

constaterende, dat de regering geen aanleiding ziet om de huidige wettelijke regeling van het voorzitterschap van de gemeenteraad en provinciale staten te heroverwegen;

van mening, dat het aan de leden van de gemeenteraad en provinciale staten moet worden overgelaten om te bepalen welke functionaris uit hun midden voorzitter van respectievelijk de gemeenteraad en provinciale staten zal zijn;

verzoekt de regering de Gemeentewet en de Provinciewet zodanig te wijzigen dat de leden van de gemeenteraad en provinciale staten vrij zijn om zelf te bepalen of zij willen afwijken van de hoofdregel dat de burgemeester en de commissaris van de Koningin voorzitter van respectievelijk de gemeenteraad en provinciale staten zijn,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Beek

Heijen

Naar boven