Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2006-2007 | 31005 nr. 4 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2006-2007 | 31005 nr. 4 |
Vastgesteld 16 mei 2007
De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap11, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen. Onder het voorbehoud dat de hierin gestelde vragen en gemaakte opmerkingen voldoende zullen zijn beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel genoegzaam voorbereid.
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel om de Raamwet sectorraden onderzoek en ontwikkeling in te trekken. Deze leden vinden het terecht dat deze wet wordt ingetrokken nu gebleken is dat sectorraden slechts in beperkte mate hebben bijgedragen aan de strategische kennisontwikkeling van de rijksoverheid. Zij hebben nog wel een aantal vragen over de gevolgen van het wetsvoorstel en de overstap van sectorraden naar zogenaamde kenniskamers.
De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel. Deze leden onderschrijven het principe dat wanneer het stelsel van sectorraden niet direct meer bijdraagt aan de kennisontwikkeling bij het Rijk opheffing een goede stap is. Zij complimenteren de regering met haar daadkracht om instituten die niet langer de beoogde bijdrage kunnen leveren niet onnodig in stand te houden. De leden van deze fractie hebben nog een vraag bij het voorliggende wetsvoorstel.
De leden van de SP-fractie delen de mening dat het stelsel van sectorraden bij de meeste departementen slechts beperkt heeft bijgedragen aan de strategische kennisontwikkeling van de rijksoverheid. Zij hebben daarom met enthousiasme kennisgenomen van het voorstel om dit stelsel op te heffen.
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het bovengenoemde wetsvoorstel. Zij hebben daar enkele vragen en opmerkingen bij.
De leden van de CDA-fractie constateren op dat een van de oorzaken voor de geringe effectiviteit van de sectorraden de geringe betrokkenheid van de ambtelijke top van het departement zou zijn geweest. Deze leden erkennen dat strategische kennisontwikkeling dicht bij het departement moet worden georganiseerd. Tegelijkertijd merken zij op dat de articulatie van kennisvragen en het ontwikkelen van kennis als vermogen bij de departementen op dit moment nog wel wat te wensen overlaat. De Adviesraad voor Wetenschap en Techniek (AWT) gaat in zijn advies «Kennis voor beleid-beleid voor kennis»1 in op deze tekorten. Een belangrijk tekort is dat een lange termijn kennisagenda bij de ministeries ontbreekt. Dat is ook duidelijk geworden uit andere evaluatiestudies. Zij wijzen er verder op dat het nogal eens ontbreekt aan «countervailing power». Bepaalde onderzoekers en bepaalde kennisinstituten komen bij het ministerie meer in beeld dan andere. Dat kan ertoe leiden dat, als ook de kwaliteit en onafhankelijkheid van het onderzoek of de onderzoekers niet is geborgd, dat er een politieke kleuring ontstaat van de onderzoeksresultaten. Ook wijst de AWT erop dat ambtenaren kennis niet altijd gebruiken voor de onderbouwing van beleidsopties, maar soms ook inzetten als politiek wapen om de favoriete beleidsoptie te promoten. De leden van deze fractie vragen of door het inruilen van de sectorraden door de kenniskamers deze problemen wel worden ondervangen. Is hierbij niet teveel sprake van het vervangen van de ene structuur door de andere structuur zonder de onderliggende aspecten van de kenniscultuur op de ministeries aan te pakken? Graag horen zij hierop de reactie van de regering.
De leden van bovengenoemde fractie onderschrijven het pleidooi van de AWT dat er zoveel mogelijk sprake moet zijn van «evidence-based policy». De strategische kennisontwikkeling op de ministeries moet hieraan bijdragen. Daarvoor is het noodzakelijk dat op de ministeries strategische kennisontwikkeling is verankerd in een kenniscultuur. Ambtenaren moeten in staat zijn en gewoon zijn op verantwoorde wijze kennisthema’s en publieke aandachtsgebieden te verkennen, te signaleren en te agenderen. Er moet bewuster worden gewerkt aan strategische kennisontwikkeling van binnenuit in plaats van deskundigen uit de buitenwereld daarvoor in te schakelen. Zo vragen deze leden in hoeverre de ministeries zelf reeds gewoon zijn te werken met roadmaps en toekomstscenario’s. Graag horen zij ook hoe het staat met de ontwikkeling van de kenniskamers op de verschillende ministers en in hoeverre daar behalve naar de structurele vormgeving ook nadrukkelijk wordt gestreefd naar het realiseren van een kenniscultuur op de ministeries.
De leden van de PvdA-fractie constateren dat de departementen na opheffing van het stelsel geacht worden zelf structuren op te zetten om de kennisontwikkeling op orde te houden. Bestaat daarbij niet het risico dat dit tot onnodige en onoverzichtelijke overlegstructuren leidt ter vervanging van het oude stelsel, zo vragen zij. Kan de regering aangeven hoe zij dit denkt te kunnen ondervangen?
De leden van de SP-fractie willen weten in hoeverre de structuur van kenniskamers af zal wijken van de structuur van sectorraden. Wat zullen deze kenniskamers bijdragen aan de strategische kennisontwikkeling van de rijksoverheid dat de sectorraden niet of onvoldoende deed, zo vragen zij. De leden van deze fractie stellen deze twee vragen zowel voor de kenniskamer die zal ontstaan bij het ministerie van OCW als voor de interdepartementale kenniskamer. Deze leden blijven graag op de hoogte van de initiatieven van het ministerie van OCW rondom de nieuw in te richten kennis- en adviesfunctie.
De leden van de VVD-fractie steunen de intrekking van de Raamwet, waarmee de opheffing van de sectorraden wordt beoogd. Meerdere onderzoeken, als genoemd door de minister van OCW, hebben aangetoond dat de het stelsel van sectorraden niet langer voldoet. De leden zijn voorstander van een klein en slagvaardig adviesstelsel. De sectorraden horen daar niet langer in thuis. De raden zijn te weinig agendazettend en missen de aansluiting met de departementen. Daarnaast werken de raden te weinig sectoroverstijgend en werd te weinig gebruik gemaakt van de adviezen. Wel zijn de leden van deze fractie van mening dat het van groot belang is voor het functioneren van de overheid dat departementen gebruik kunnen maken van kennis en onafhankelijk advies van deskundige partners. Deze taken worden ondergebracht bij de kenniskamers van de departementen. Gaat het hierbij om thematische, tijdelijk in te richten kamers, zo vragen zij. Wie neemt het initiatief voor het oprichten van een kenniskamer rond een bepaald thema? De leden vragen hoe de onafhankelijkheid wordt gewaarborgd. De kamers worden immers ondergebracht bij de departementen zelf, dichtbij de verantwoordelijk bewindspersoon.
De regering schrijft dat de motie-Nijs/Spies1 op korte termijn nader wordt uitgewerkt. Deze leden vragen of de regering kan aangeven welke termijn hiermee wordt bedoeld. Met de afbouw van de sectorraden zijn inmiddels ook nieuwe samenwerkingsverbanden opgezet. Hiermee loopt men het risico van versnippering. Wil de regering voor elke op te heffen sectorraad, nieuwe verbanden opzetten, nog afgezien van de kenniskamers? Zo ja, hoe wordt versnippering tegengegaan, zo vragen deze leden.
Samenstelling:
Leden: Van der Vlies (SGP), Van de Camp (CDA), voorzitter, Depla (PvdA), Slob (CU), Remkes (VVD), Joldersma (CDA), De Vries (CDA), Van Vroonhoven-Kok (CDA), Van Dijk (CDA), Aptroot (VVD), Leerdam (PvdA), Kraneveldt-van der Veen (PvdA), Roefs (PvdA), ondervoorzitter, Abel (SP), Van Leeuwen (SP), Verdonk (VVD), Biskop (CDA), Bosma (PVV), Pechtold (D66), Zijlstra (VVD), Van Dijk (SP), Besselink (PvdA), De Rooij (SP), Ouwehand (PvdD) en Dibi (GL).
Plv. leden: Van der Staaij (SGP), Ferrier (CDA), Gill’ard (PvdA), Anker (CU), Weekers (VVD), Atsma (CDA), Sterk (CDA), Vietsch (CDA), Schinkelshoek (CDA), Ten Broeke (VVD), Van Dijken (PvdA), Hamer (PvdA), Van Dam (PvdA), Van Bommel (SP), Langkamp (SP), Dezentjé Hamming (VVD), Jonker (CDA), Fritsma (PVV), Van der Ham (D66), Nicolaï (VVD), Leijten (SP), Bouchibti (PvdA), Gerkens (SP), Thieme (PvdD) en Azough (GL).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31005-4.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.