nr. 4
NADER RAPPORT1
Hieronder is opgenomen het nader rapport d.d. 26 maart 2007, aangeboden
aan de Koningin door de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening
en Milieubeheer.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 1 februari
2007, no. 07.000343, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies
inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan de toenmalige staatssecretaris
van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer te doen toekomen.
Dit advies, gedateerd 22 februari 2007, no. W08.07.0022/IV, bied ik U
hierbij aan.
Het voorstel van wet geeft de Raad van State geen aanleiding tot het maken
van inhoudelijke opmerkingen. Hij geeft U in overweging dienovereenkomstig
te besluiten. De redactionele kanttekening in de bijlage bij het advies is
verwerkt.
Tevens heb ik van de gelegenheid gebruik gemaakt om artikel IV, waarin
de inwerkingtreding wordt geregeld, aan te passen naar aanleiding van de brief
van de ministers van Financiën en van Justitie van 1 februari 2007
aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal (Kamerstukken II, 2006/07, 29 515,
nr. 181). Deze aanpassing houdt in dat dit voorstel van wet, nadat het
tot wet zal zijn verheven, op een van de vier vaste verandermomenten en minimaal
drie maanden na publicatie daarvan in het Staatsblad in werking zal treden.
Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en
de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
te zenden.
De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
J. M. Cramer