Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 juni 2013
Hierbij informeer ik u over de uitkomsten van de nieuwe meting van de Leefbaarometer.
De Leefbaarometer is een monitor waarmee periodiek de leefbaarheidsontwikkelingen
in Nederland worden bijgehouden. Als bijlage treft u het rapport «Onderscheid in leefbaarheid»
aan, waarin een analyse wordt gegeven van de leefbaarheidsontwikkelingen in de afgelopen
jaren1. De bijbehorende leefbaarheidskaarten en -tabellen zijn via www.leefbaarometer.nl beschikbaar. Op deze website is ook alle documentatie over de Leefbaarometer te raadplegen,
waaronder een aantal verdiepende studies.
De Leefbaarometer laat zien dat – na een stagnatie tussen 2008 en 2010 – de in 2006
ingezette verbeteringen op het terrein van leefbaarheid tussen 2010 en 2012 doorzetten.
Daardoor is het aantal inwoners dat in gebieden met leefbaarheidsproblemen woont gedaald
van 1.4 miljoen in 1998 via 900.000 in 2010 tot 800.000 in 2012. Ik constateer hierbij
wel dat deze Leefbaarometer-meting is verricht voordat de werkloosheid vanaf 2012
fors is toegenomen.
In de 40 wijken is sprake van een bovengemiddelde vooruitgang. Hiermee bevestigen
de uitkomsten van de Leefbaarometer de eerder met het WoON 2012 gemeten verbeteringen
in de 40 wijken. De Leefbaarometer en het WoON laten zien welke kant het op gaat met
leefbaarheid in de 40 wijken en de rest van het land. Het is niet mogelijk om op basis
van de Leefbaarometer en het WoON aan te geven in hoeverre de ontwikkelingen zijn
toe te schrijven aan beleid. In een studie van het SCP, die binnenkort verschijnt,
wordt hier aandacht aan besteed.
De Leefbaarometer laat zien dat de leefbaarheidsverbeteringen tot 2012 voornamelijk
zichtbaar zijn in die delen van de 40 wijken waar de leefbaarheid het minst gunstig
is. Daarbij gaat het in veel gevallen om verbeteringen over de volle breedte van de
aan leefbaarheid gelieerde thema’s zoals veiligheid, woningvoorraad en de (sociaal
economische) positie van de inwoners. Ook in veel andere wijken met leefbaarheidsproblemen,
die niet tot de 40 wijken behoren, is er sprake geweest van de verbetering van de
situatie tussen 2010 en 2012. Tegelijkertijd is in een aantal gebieden in Nederland,
ondanks de positieve trend, de leefbaarheid licht achteruit gegaan. Dit geldt ook
voor een aantal individuele aandachtswijken.
Verandertrajecten in achterstandswijken zijn trajecten van een lange adem met grote
lokale verschillen. Dat is de reden dat er destijds voor is gekozen om met 40 wijken
een tienjarig convenant te sluiten. Omdat we nu halverwege die 10 jaar zitten, verken
ik met de verschillende gemeenten of en hoe er wijzigingen ten opzichte van de oorspronkelijke
doelstellingen wenselijk zijn. Daarvoor maakt het ministerie op dit moment een ronde
langs alle betrokkene gemeenten waarbinnen zich de aandachtswijken bevinden. De uitkomsten
van de Leefbaarometer worden hierbij betrokken. Mede op basis van de inzichten uit
deze gesprekkenreeks zal ik uw Kamer na de zomer, zoals eerder toegezegd, in het kader
van de Voortgangsrapportage Wijkaanpak informeren over mijn visie op leefbaarheid
in de achterstandswijken. Voor de goede orde wil ik u meedelen dat op basis van het
inmiddels gevoerde gesprek met de gemeente Nijmegen in onderling overleg is besloten
om de wijk Hatert van de lijst met aandachtswijken te halen.
De Minister voor Wonen en Rijksdienst,
S.A. Blok