nr. 7
NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG
Ontvangen 6 november 2007
Algemeen
Met belangstelling is kennis genomen van het verslag van de vaste commissie
voor Financiën bij het voorliggende wetsvoorstel voor de Aanpassingswet
Algemene douanewet (Aanpassingswet Adw).
Het wetsvoorstel houdt verband met de herziening van de nationale douanewetgeving.
Het principiële voorstel dat met dit wetsvoorstel verband houdt is het
wetsvoorstel Algemene douanewet (Adw). De Aanpassingswet Adw verzorgt de technische
inbedding van de Adw. Naast de benodigde terminologische aanpassingen behelst
de inbedding met name het schrappen van de douaneambtenaar als toezichthouder,
aangezien de Adw ten algemene regelt dat de inspecteur van de douane bevoegd
is voor de controle van de materiële bepalingen van de wetgeving die
is opgenomen in de bijlage bij de Adw. Daarnaast voorziet de Aanpassingswet
Adw in de intrekking van de Inen uitvoerwet, de Statistiekwet 1950 en de Douanewet
en brengt de daarmee benodigde wijzigingen in andere wetten aan. Voorts voorziet
het wetsvoorstel in de samenloop met aanhangige wetsvoorstellen en in overgangsrecht.
De leden van de PvdA-fractie vragen zekerheid of in de praktijk er niet
tal van conflicten zullen ontstaan als het gevolg van dubbele bestuursrechtelijke
situaties, met name tot uiting komend in het feit dat twee rechters bevoegd
zijn inzake de handhaving van een specifieke wet.
In de praktijk zal de inspecteur als bedoeld in de Adw zijn controletaken
uitvoeren met behulp van de bevoegdheden die zijn opgenomen in die Adw. De
andere toezichthouders zullen hun toezichthoudende taak met betrekking tot
de materiële normen opgenomen in een van de wetten vermeld in de bijlage
van de Adw, uitvoeren of met behulp van de Algemene wet bestuursrecht, of
met behulp van de Algemene wet bestuursrecht en de desbetreffende bijzondere
wet, of met de bijzondere wet alleen. Deze andere toezichthouders bevinden
zich op een andere plek binnen de logistieke keten die de goederen volgen.
Over de afbakening van de taken van de diverse diensten moeten ingevolge artikel
1:3, vijfde lid, Adw convenanten tussen de minister van Financiën en
de voor de bijzondere wet beleidsverantwoordelijke minister worden afgesloten. Omdat de inspecteur zich op een andere plek in de logistieke keten
bevindt en omdat convenanten moeten worden afgesloten verwacht ik niet dat
conflicten als het gevolg van de dubbele bestuursrechtelijke situatie op het
niveau van controleren rijksoverheiddiensten zich voordoen.
Voor wat betreft conflicten die mogelijkerwijs zouden kunnen ontstaan
op het gebied van de absolute competentie binnen de rechterlijke macht merk
ik op dat bij de nota van wijziging op de Adw (Kamerstukken II 2006/07, 30 580,
nr. 7) artikel 8:4 is ingevoegd. Dat artikel geeft een duidelijke scheiding
van de toepasselijke rechterlijke stelsels.
De leden van de PvdA-fractie vragen aan te geven wanneer de uitkomsten
van de studie naar de absolute competentie van de rechterlijke macht beschikbaar
zijn.
De uitkomsten van deze studie zullen naar alle waarschijnlijk in de loop
van 2008 beschikbaar zijn.
Tevens vragen de leden van de PvdA-fractie waarom gesteld wordt dat een
herziening van de absolute competentie van de rechterlijke macht buiten de
reikwijdte van dit wetsvoorstel valt.
Een herziening van de absolute competentie van de rechterlijke macht ligt
buiten het bereik van dit wetsvoorstel omdat dat onderwerp niet alleen de
onderhavige algehele herziening van de douanewetgeving – de Adw en de
Aanpassingswet Adw – raakt, maar ook de wetgeving die niet ziet op goederen
en goederenverkeer.
De staatssecretaris van Financiën,
J. C. de Jager