30 979
Aanpassingswet Algemene douanewet

nr. 6
VERSLAG

Vastgesteld 17 september 2007

De vaste commissie voor Financiën1 belast met het voorbereidend onderzoek van bovenstaand wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de regering de vragen en opmerkingen in dit verslag afdoende zal beantwoorden, acht de commissie hiermee de openbare behandeling van het voorstel van wet voldoende voorbereid.

De leden van de fractie van de PvdA hebben met interesse kennisgenomen van het wetsvoorstel Aanpassing Algemene Douanewet. Dit wetsvoorstel strekt tot de invoering van de Algemene douanewet (Kamerstuk 30 580) onder intrekking van de Douanewet, de In- en uitvoerwet en de Statistiekwet 1950. Dit wetsvoorstel voorziet voorts in de aanpassing van een groot aantal wetten. Teneinde strijdigheden tussen wijzigingen ingevolge deze aanpassingswet en wijzigingen ingevolge aanhangige wetsvoorstellen te vermijden voorziet dit wetsvoorstel tevens in zogenoemde samenloopbepalingen.

Volgens de Raad van State kunnen er door invoering van de Algemene Douanewet en het voorliggende wetsvoorstel conflicten optreden ten aanzien van het toezicht en rechtsbescherming zoals die in de andere wetten zijn geregeld waarop ook de douanecontrole van toepassing is verklaard. De Raad van State beschrijft dat als gevolg van de codificatie nu sprake is van een dubbel bestuursrechtelijk niveau. Een conflict kan ontstaan omdat twee rechters bevoegd zijn inzake de handhaving van de specifieke wet. Deze stelsels zouden volgens de Raad gescheiden moeten zijn of van een hiërarchie moeten voorzien.

Volgens de regering zijn de gevolgen die de Raad van State signaleert echter niet een gevolg van die codificatie. De beschreven situatie bestaat al sinds jaar en dag. In sommige gevallen is dit dubbele bestuursrechtelijke niveau zelfs uitdrukkelijk vastgelegd in de wet. De regering geeft drie situaties aan waarbij er problemen kunnen ontstaan. Deze problematiek is volgens de regering echter zo theoretisch van aard dat er geen wettelijke oplossing nodig wordt geacht.

De leden van de fractie van de PvdA hechten altijd veel waarde aan de uitspraak van de Raad van State. Het nader rapport van de regering is het niet eens met het advies van de Raad. Wanneer de leden van de fractie van de PvdA de conclusie van de regering volgen, kunnen zij er dan zeker van zijn dat er in de praktijk niet tal van voorbeelden zullen zijn die tot conflicten zullen leiden? Tevens geeft de regering aan een studie te starten naar de absolute competentie van de rechterlijke macht met als doel conflicten door de Raad omschreven uit de wereld te helpen. Kan de regering aangeven wanneer de uitkomsten voor deze studie beschikbaar zijn? Waarom vindt de regering dat dit buiten de reikwijdte van dit wetsvoorstel valt?

De voorzitter van de vaste commissie voor Financiën,

Blok

De griffier van de commissie,

Berck


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van der Vlies (SGP), Crone (PvdA), Vendrik (GL), Blok (VVD), voorzitter, Ten Hoopen (CDA), ondervoorzitter, Weekers (VVD), Gerkens (SP), Van Haersma Buma (CDA), De Nerée tot Babberich (CDA), Dezentjé Hamming (VVD), Omtzigt (CDA), Koşer Kaya (D66), Irrgang (SP), Luijben (SP), Kalma (PvdA), Blanksma-van den Heuvel (CDA), Cramer (CU), J. Kortenhorst (CDA), Van der Burg (VVD), Van Dijck (PVV), Heerts (PvdA), Gesthuizen (SP), Ouwehand (PvdD), Tang (PvdA) en Vos (PvdA).

Plv. leden: Van der Staaij (SGP), Van Dam (PvdA), Halsema (GL), Remkes (VVD), Jonker (CDA), Aptroot (VVD), Van Gerven (SP), De Vries (CDA), Van Hijum (CDA), De Krom (VVD), De Pater-van der Meer (CDA), Pechtold (D66), Kant (SP), Ulenbelt (SP), Van der Veen (PvdA), Vacature (CDA), Anker (CU), Mastwijk (CDA), Nicolaï (VVD), De Roon (PVV), Smeets (PvdA), Van Gijlswijk (SP), Thieme (PvdD), Heijnen (PvdA) en Spekman (PvdA).

Naar boven