Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2006-2007 | 30979 nr. 2 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2006-2007 | 30979 nr. 2 |
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in verband met de inwerkingtreding van de Algemene douanewet, de Statistiekwet 1950, de In- en uitvoerwet en de Douanewet in te trekken alsmede de Algemene wet inzake rijksbelastingen en andere wetten aan te passen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
In artikel 18 van de Noodwet voedselvoorziening wordt «de In- en uitvoerwet» vervangen door: de Algemene douanewet.
In artikel 3, vierde lid, van de Sanctiewet 1977 wordt «In- en uitvoerwet» vervangen door: Algemene douanewet.
In artikel 11, derde lid, van de Wet beschikbaarheid goederen wordt na «5:20» ingevoegd: van de Algemene wet bestuursrecht.
In artikel 16, eerste en tweede lid, van de Prijzennoodwet wordt telkenmale «de In- en uitvoerwet» vervangen door: de Algemene douanewet.
Artikel 1 van de Uitvoeringswet verdrag chemische wapens wordt als volgt gewijzigd:
A. Onderdeel k komt te luiden:
k. Communautair douanewetboek: verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PbEG L 302);.
B. De onderdelen l tot en met p worden geletterd n tot en met r.
C. Er worden twee onderdelen ingevoegd, luidende:
l. invoer: de plaatsing van goederen onder enige douaneregeling als bedoeld in artikel 4, onderdeel 16, onder a, d en f, van het Communautair douanewetboek, alsmede iedere handeling die daarop kennelijk rechtstreeks is gericht;
m. uitvoer: de plaatsing van communautaire goederen onder een douaneregeling als bedoeld in artikel 4, onderdeel 16, onder c, g en h, van het Communautair douanewetboek, alsmede iedere handeling die daarop kennelijk rechtstreeks is gericht;.
D. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
E. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Voor de toepassing van de bij of krachtens deze wet ter zake van invoer gestelde regelen worden goederen als bedoeld in de artikelen 202, eerste lid, en 203, eerste lid, alsmede goederen met betrekking tot welke niet is voldaan aan enige verplichting of voorwaarde als bedoeld in artikel 204, eerste lid, van het Communautair douanewetboek, geacht te zijn geplaatst onder de douaneregeling, bedoeld in artikel 4, onderdeel 16, onder a, van dat wetboek.
In artikel 13, vierde lid, vervalt.
Artikel 189 van de Mijnbouwwet vervalt.
De Algemene wet inzake rijksbelastingen wordt als volgt gewijzigd:
A. Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
A.1. In het eerste lid vervalt: , compenserende rente, kosten van ambtelijke werkzaamheden.
A.2. In het tweede lid vervalt de tweede volzin.
A.3. Onder vernummering van het vierde lid tot derde lid, vervalt het derde lid.
B. In artikel 2, derde lid, onderdeel e, vervalt: de uitnodiging tot betaling,.
C. Artikel 5, vierde lid, vervalt.
D. Hoofdstuk IVA vervalt.
E. Artikel 25, zesde lid, wordt als volgt gewijzigd:
E.1. In de aanhef vervalt: een uitnodiging tot betaling,.
E.2. Onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel a door «; of» vervallen de onderdelen c en d.
F. In artikel 27 vervallen het tweede en derde lid, alsmede de aanduiding «1.» voor het eerste lid.
G. Artikel 27a komt te luiden:
Indien het beroep is gericht tegen het niet tijdig doen van een uitspraak door de inspecteur, kan de rechtbank bepalen dat hoofdstuk VIII, afdeling 2, gedurende een daarbij te bepalen termijn van toepassing blijft.
H. In artikel 27b, eerste lid, onderdeel b, wordt «, de Wet belastingen op milieugrondslag of wettelijke bepalingen in de zin van de Douanewet» vervangen door: of de Wet belastingen op milieugrondslag.
I. In artikel 27e, vervallen de onderdelen c en d onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel a door: ; of.
J. In artikel 27j vervalt het tweede lid, onder vernummering van het derde tot tweede lid.
K. Hoofdstuk V, afdeling 5, vervalt.
L. Hoofdstuk VIIIA, afdeling 2, wordt als volgt gewijzigd:
L.1. Het opschrift «Paragraaf 1 Algemene bepalingen» vervalt.
L.2. Paragraaf 2 vervalt.
M. Hoofdstuk IX, afdelingen 2A en 4, vervallen.
De Wet op de omzetbelasting 1968 wordt als volgt gewijzigd:
A. Artikel 18, eerste lid, onderdeel a, komt te luiden:
a. het brengen in Nederland van goederen die niet voldoen aan de voorwaarden van de artikelen 23 en 24 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap;
B. In artikel 22, eerste lid, wordt «bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel a, van de Douanewet» vervangen door: bedoeld in artikel 1:1, eerste en tweede lid, van de Algemene douanewet.
C. Artikel 22a wordt als volgt gewijzigd:
C.1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt «bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel a, van de Douanewet» vervangen door: bedoeld in artikel 1:1, eerste en tweede lid, van de Algemene douanewet.
C.2. In het tweede lid, onderdelen a en b, wordt telkenmale «bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel a, van de Douanewet» vervangen door: bedoeld in artikel 1:1, eerste en tweede lid, van de Algemene douanewet.
De Invorderingswet 1990 wordt als volgt gewijzigd:
A. Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
A.1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt «artikel 1, tweede lid, onderscheidenlijk derde lid, van de Douanewet» vervangen door: artikel 7:3 van de Algemene douanewet.
A.2. In het eerste lid, onderdeel f, wordt «hoofdstuk 4, paragraaf 2, van de Douanewet» vervangen door: paragraaf 1.2.3 van de Algemene douanewet.
A.3. In het eerste lid, onderdeel g, wordt na «de Algemene wet inzake rijksbelastingen» ingevoegd: of hoofdstuk 9 van de Algemene douanewet.
A.4. In het tweede lid, onderdeel b, wordt «artikel 2, tweede lid, onderdeel a, van de Douanewet» vervangen door: artikel 1:1, eerste en tweede lid, van de Algemene douanewet.
A.5. In het tweede lid, onderdeel c, wordt na «de Algemene wet inzake rijksbelastingen» ingevoegd: dan wel Algemene douanewet.
B. Artikel 3, vierde lid, komt te luiden:
4. In afwijking van het eerste lid kan Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit bij ministeriële regeling de gevallen aanwijzen waarin de invordering van de belastingen, bedoeld in artikel 4, aanhef en onder 10 of 11, van het Communautair douanewetboek, geschiedt door een ander dan de ontvanger.
C. In artikel 9, vierde lid, wordt «hoofdstuk 5 van de Douanewet» vervangen door: hoofdstuk 9 van de Algemene douanewet.
D. Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:
D.1. In het eerste lid, onderdeel h, wordt «overeenkomstig artikel 56 van de Douanewet» vervangen door: overeenkomstig het krachtens artikel 2:1, aanhef en onder j, van de Algemene douanewet bepaalde,.
D.2. In het derde lid wordt «als bedoeld in hoofdstuk 5 van de Douanewet» vervangen door: als bedoeld in hoofdstuk 9 van de Algemene douanewet.
E. In artikel 22, derde lid, onderdeel h, tweede gedachtestreepje, wordt «als bedoeld in hoofdstuk 5 van de Douanewet» vervangen door: als bedoeld in hoofdstuk 9 van de Algemene douanewet.
De Wet op de accijns wordt als volgt gewijzigd:
A. In artikel 5, tweede lid, wordt «bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel a, van de Douanewet» vervangen door: bedoeld in artikel 1:1, eerste en tweede lid, van de Algemene douanewet.
B. In artikel 62 wordt «bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel a, van de Douanewet» vervangen door: bedoeld in artikel 1:1, eerste en tweede lid, van de Algemene douanewet.
In artikel 26 van de Wet op de verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken en van enkele andere produkten wordt «bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel a, van de Douanewet» vervangen door: bedoeld in artikel 1:1, eerste en tweede lid, van de Algemene douanewet.
In artikel 5, eerste lid, van de Wet financiële betrekkingen buitenland 1994 wordt «krachtens artikel 2, eerste lid, onder a of b, van de In- en uitvoerwet» vervangen door: bij of krachtens artikel 1:4, eerste of tweede lid, of artikel 3:1 van de Algemene douanewet.
De Wet op de economische delicten wordt als volgt gewijzigd:
A. Artikel 1, onder 1°, wordt als volgt gewijzigd:
A.1. In de alfabetische rangschikking wordt ingevoegd:
de Algemene douanewet, de artikelen 1:4, eerste en tweede lid, en 3:1, voorzover betrekking hebbend op goederen die ingevolge regelingen van internationaal of nationaal recht worden aangemerkt als strategische goederen;.
A.2. «de In- en uitvoerwet, de artikelen 2, eerste en vierde lid, 2a, eerste, derde en vijfde lid, 5, 7, eerste lid, en 18, voor zover betrekking hebbende op goederen die in een krachtens die wet vastgesteld invoer- of uitvoerbesluit onderscheidenlijk krachtens artikel 2, vierde lid, of 7, eerste lid, van die wet vastgestelde ministeriële regeling worden aangemerkt als strategische goederen, artikel 2a, zesde lid, en artikel 3;» vervalt.
B. Artikel 1, onder 2°, wordt als volgt gewijzigd:
B.1. In de alfabetische rangschikking wordt ingevoegd:
de Algemene douanewet, de artikelen 1:4, eerste en tweede lid, en 3:1, voorzover betrekking hebbend op goederen die niet ingevolge regelingen van internationaal of nationaal recht worden aangemerkt als strategische goederen;.
B.2. «de In- en uitvoerwet, de artikelen 2, eerste en vierde lid, 2a, eerste en derde lid, 5, 7, eerste lid, en 18, voor zover niet betrekking hebbende op goederen die in een krachtens die wet vastgesteld invoer- of uitvoerbesluit onderscheidenlijk krachtens artikel 2, vierde lid, of 7, eerste lid, van die wet vastgestelde ministeriële regeling worden aangemerkt als strategische goederen, alsmede de artikelen 2b, 4, eerste lid, onder a, c en e, en derde lid juncto eerste lid, onder a, c en e, en – voor zover aangeduid als strafbare feiten – 17;» vervalt.
In artikel 30q, derde lid, van de Wet op de kansspelen wordt «toezicht» vervangen door: toezicht dan wel douanecontrole.
De Wet wapens en munitie wordt als volgt gewijzigd:
A. In artikel 15 wordt «In- en uitvoerwet» vervangen door: Algemene douanewet.
B. Artikel 45, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
Onder vervanging van de puntkomma aan het slot onder 2e door een punt, vervalt onder 3e.
LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
De Landbouwwet wordt als volgt gewijzigd:
A. In artikel 18, tweede lid, vervalt: of een krachtens artikel 2 of 7 van de In- en uitvoerwet vastgestelde heffing ter zake van de invoer of de uitvoer van produkten.
B. In artikel 19, tweede lid, vervalt: of een krachtens artikel 2 of 7 van de In- en uitvoerwet vastgestelde heffing ter zake van de invoer of de uitvoer van produkten.
De Gezondheids- en welzijnswet voor dieren wordt als volgt gewijzigd:
A. In artikel 10, tweede lid, onderdeel d, wordt «bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel a, van de Douanewet» vervangen door: bedoeld in artikel 1:1, eerste en tweede lid, van de Algemene douanewet.
B. Artikel 77, derde lid, onderdeel e, komt te luiden:
e. het toezicht dan wel de douanecontrole.
In artikel 104, eerste lid, van de Flora- en faunawet vervalt de zinsnede: de ambtenaren der invoerrechten en accijnzen en.
De Kaderwet diervoeders wordt als volgt gewijzigd:
A. In artikel 20, eerste lid, wordt «een doelmatig toezicht op bedoelde naleving» vervangen door: een doelmatig toezicht dan wel een doelmatige douanecontrole op bedoelde naleving.
B. In artikel 21, eerste lid, wordt «het toezicht op de naleving» vervangen door: het toezicht dan wel de douanecontrole op de naleving.
In artikel 43, tweede lid, onderdeel d, van de Zaaizaad- en plantgoedwet 2005 wordt «het toezicht op de naleving» vervangen door: het toezicht dan wel de douanecontrole op de naleving.
ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
De Wet tot behoud van cultuurbezit wordt als volgt gewijzigd:
A. In Artikel 15 vervalt het tweede lid, onder vernummering van het derde lid tot tweede lid.
B. Artikel 19 vervalt.
In artikel 8 van de Wet op de strandvonderij wordt «bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel a, van de Douanewet» vervangen door: bedoeld in artikel 1:1, eerste en tweede lid, van de Algemene douanewet.
In artikel 25a, eerste lid, van de Vaarplichtwet wordt «artikel 24, onder a tot en met e» vervangen door: artikel 24, onder a, b, d en e.
De Meetbrievenwet 1981 wordt als volgt gewijzigd:
A. Artikel 25 wordt als volgt gewijzigd:
A.1. In het tweede lid wordt na «de toezichthouder» ingevoegd: dan wel de inspecteur, bedoeld in artikel 1:3, eerste lid, onderdeel c, van de Algemene douanewet,.
A.2. In het derde lid wordt na «het toezicht» ingevoegd: dan wel de douanecontrole.
A.3. Het vijfde lid komt te luiden:
5. Indien niet is voldaan aan de in artikel 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht of artikel 1:5 van de Algemene douanewet in samenhang met artikel 14 van verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PbEG L 302) bedoelde verplichting, verleent de inspecteur, bedoeld in artikel 1:3, eerste lid, onderdeel c, van de Algemene douanewet, geen expeditie.
De Binnenschepenwet wordt als volgt gewijzigd:
A. In artikel 28, tweede lid, vervalt: , alsmede de ambtenaren van de rijksbelastingdienst, bevoegd inzake douane.
B. In artikel 29, tweede lid, wordt na toezichthouder ingevoegd: dan wel de inspecteur, bedoeld in artikel 1:3, eerste lid, onderdeel c, van de Algemene douanewet,.
De Wet vervoer over zee wordt als volgt gewijzigd:
A. In artikel 19a wordt «wordt dit recht namens Onze Minister opgelegd door de belastingdienst» vervangen door: wordt dit recht namens Onze Minister opgelegd door de inspecteur, bedoeld in artikel 1:3, eerste lid, onderdeel c, van de Algemene douanewet.
B. Artikel 19b wordt als volgt gewijzigd:
B.1. In het eerste lid wordt «door de belastingdienst» vervangen door: door de ontvanger, bedoeld in artikel 1:3, eerste lid, onderdeel c, van de Algemene douanewet, ware het een recht bij invoer.
B.2. In het tweede lid vervalt: hoofdstuk 2, met uitzondering van paragraaf 2, hoofdstuk 3, artikel 45 en artikel 48, met uitzondering van het eerste lid, onderdeel b, van de Douanewet,.
Artikel 16 van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen komt te luiden:
De toezichthouder en de inspecteur, bedoeld in artikel 1:3, eerste lid, onderdeel c, van de Algemene douanewet, nemen bij het toezicht onderscheidenlijk de douanecontrole op de naleving van artikel 5, derde lid, de artikelen 218 en 220 en afdeling 7 van Deel XII van het VN-Zeerechtverdrag in acht.
Artikel 60, eerste lid, van de Wet vervoer binnenvaart wordt als volgt gewijzigd:
Onder vervanging van de komma aan het slot van onderdeel a door «, en» vervalt onderdeel b en wordt. Het onderdeel c wordt geletterd b.
In artikel 43 van de Wet goederenvervoer over de weg vervalt onderdeel b. De onderdelen c en d worden geletterd b respectievelijk c.
Aan artikel 11.2, van de Wet luchtvaart wordt een lid toegevoegd, luidende:
5. Voor de werking van dit artikel, met uitzondering van het vierde lid, wordt onder toezichthoudende ambtenaren mede begrepen de inspecteur, bedoeld in artikel 1:3, eerste lid, onderdeel c, van de Algemene douanewet.
De Wet vaartijden en bemanningssterkte binnenvaart wordt als volgt gewijzigd:
A. In artikel 5, eerste lid, onderdeel f, wordt «het toezicht op» vervangen door: het toezicht dan wel de douanecontrole op de naleving van.
B. In artikel 11, eerste lid, vervalt: , alsmede de ambtenaren van de rijksbelastingdienst, bevoegd inzake douane.
In artikel 52, tweede lid, van de Zeevaartbemanningswet wordt na «toezichthouder» ingevoegd: dan wel de inspecteur, bedoeld in artikel 1:3, eerste lid, onderdeel c, van de Algemene douanewet.
In artikel 7 van de Wet capaciteitsbeheersing binnenvaartvloot vervalt onderdeel b. Het onderdeel c wordt geletterd b.
VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
De Warenwet wordt als volgt gewijzigd:
A. Aan artikel 1, eerste lid, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
i. verordening (EEG) nr. 2913/92: verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PbEG L 302).
B. In artikel 11, eerste lid, wordt «een doelmatig toezicht op bedoelde naleving» vervangen door: een doelmatig toezicht dan wel een doelmatige douanecontrole als bedoeld in de Algemene douanewet op bedoelde naleving.
C. Artikel 25 wordt als volgt gewijzigd:
C.1. Het eerste lid, onderdeel b, komt te luiden:
b. de bij besluit van Onze Minister van Economische Zaken of Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen ambtenaren.
C.2. Het derde lid komt te luiden:
3. Onze Minister regelt in overeenstemming met Onze betrokken Ministers de taakverdeling tussen de ambtenaren, behorende tot de onderscheidene in het eerste en tweede lid bedoelde categorieën, en de inspecteur, bedoeld in artikel 1:3, eerste lid, onderdeel c, van de Algemene douanewet.
D. Artikel 32k wordt als volgt gewijzigd:
D.1. In het eerste lid wordt na «Algemene wet bestuursrecht» ingevoegd: , artikel 68 van verordening (EEG) nr. 2913/92 of artikel 1:24 van de Algemene douanewet.
D.2. In het tweede lid wordt na «Algemene wet bestuursrecht» ingevoegd: , artikel 68 van verordening (EEG) nr. 2913/92 of artikel 1:24 van de Algemene douanewet.
De Wet op de Geneesmiddelenvoorziening wordt als volgt gewijzigd:
A. Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
A.1. In het vijfde lid, onderdeel a, wordt na «toezicht» ingevoegd: dan wel de douanecontrole.
A.2. In het zesde lid wordt na «toezicht» ingevoegd: dan wel douanecontrole.
B. Artikel 26 wordt als volgt gewijzigd:
B.1. In onderdeel d wordt na «toezicht» ingevoegd: dan wel de douanecontrole.
B.2. In onderdeel f wordt na «toezicht» ingevoegd: dan wel douanecontrole.
De Wet voorkoming misbruik chemicaliën wordt als volgt gewijzigd:
A. Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:
A.1. Het eerste lid, onderdeel a, vervalt.
A.2. De onderdelen b en c van het eerste lid worden geletterd a en b.
A.3. Het derde lid vervalt.
De Opiumwet wordt als volgt gewijzigd:
A. In artikel 8j vervalt: en de ambtenaren van de belastingdienst, bevoegd inzake douane.
B. Aan artikel 8k wordt toegevoegd: , en de ambtenaren van de rijksbelastingdienst, bevoegd inzake douane.
VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER
De Wet milieubeheer wordt als volgt gewijzigd:
A. In artikel 10.5, eerste lid, onderdeel b, komt te luiden:
b. effectief toezicht dan wel douanecontrole op het beheer van afvalstoffen mogelijk is.
B. In artikel 10.38, tweede lid, wordt na «toezicht» ingevoegd: dan wel de douanecontrole.
In artikel 22, eerste lid, van de Wet explosieven voor civiel gebruik vervalt onderdeel d. De puntkomma aan het slot van onderdeel c wordt vervangen door een punt.
1. Indien het bij koninklijke boodschap van 14 januari 2002 ingediende voorstel van wet tot vaststelling van regels omtrent de publiekrechtelijke registratie van zeeschepen in Nederland (Wet publiekrechtelijke registratie zeeschepen) (Kamerstukken II 2001/02, 28 180) tot wet wordt verheven en eerder in werking treedt dan deze wet, wordt deze wet als volgt gewijzigd:
A. Er wordt een artikel ingevoegd, luidende:
De Algemene douanewet wordt als volgt gewijzigd:
A. De bijlage, onder B, wordt als volgt gewijzigd:
A.1 «– Zeebrievenwet.» en: «– Wet nationaliteit zeeschepen in rompbevrachting.» vervallen.
A.2. In de alfabetische rangschikking wordt ingevoegd:
– Wet publiekrechtelijke registratie zeeschepen.
2. Indien het bij koninklijke boodschap van 14 januari 2002 ingediende voorstel van wet tot Vaststelling van regels omtrent de publiekrechtelijke registratie van zeeschepen in Nederland (Wet publiekrechtelijke registratie zeeschepen) (Kamerstukken II 2001/02, 28 180) tot wet is of wordt verheven, en later in werking treedt dan deze wet, wordt die wet als volgt gewijzigd:
A. Er wordt een artikel ingevoegd, luidende:
De bijlage, onder B, behorende bij de Algemene douanewet wordt als volgt gewijzigd:
A. «– Zeebrievenwet.» en: «– Wet nationaliteit zeeschepen in rompbevrachting.» vervallen.
B. In de alfabetische rangschikking wordt ingevoegd:
– Wet publiekrechtelijke registratie zeeschepen.
1. Indien het bij koninklijke boodschap van 8 december 2003 ingediende voorstel van wet tot vaststelling van een nieuwe Geneesmiddelenwet (Kamerstukken II 2003/04, 29 359) tot wet wordt verheven en eerder in werking treedt dan deze wet, wordt deze wet als volgt gewijzigd:
A. Er wordt een artikel ingevoegd, luidende:
De Algemene douanewet wordt als volgt gewijzigd:
A. De bijlage, onder B, wordt als volgt gewijzigd:
A.1. «– Wet op de Geneesmiddelenvoorziening» vervalt.
A.2. In de alfabetische rangschikking wordt ingevoegd:
– Geneesmiddelenwet.
B. Artikel XXXVI vervalt.
C. Er wordt een artikel ingevoegd, luidende:
De Geneesmiddelenwet wordt als volgt gewijzigd:
A. In artikel 100, eerste lid, vervalt: , alsmede de ambtenaren van de belastingsdienst inzake douane voor zover hun werkzaamheden betrekking hebben op of verband houden met geneesmiddelen.
B. In artikel 116, eerste lid, wordt «de ambtenaren van de belastingdienst inzake douane» vervangen door: de ambtenaren van de rijksbelastingdienst, bevoegd inzake douane.
2. Indien het bij koninklijke boodschap van 8 december 2003 ingediende voorstel van wet tot vaststelling van een nieuwe Geneesmiddelenwet (Kamerstukken II 2003/04, 29 359) tot wet is of wordt verheven, en later in werking treedt dan deze wet, wordt die wet als volgt gewijzigd:
A. In artikel 100, eerste lid, vervalt: , alsmede de ambtenaren van de belastingsdienst inzake douane voor zover hun werkzaamheden betrekking hebben op of verband houden met geneesmiddelen.
B. In artikel 116, eerste lid, wordt «de ambtenaren van de belastingdienst inzake douane» vervangen door: de ambtenaren van de rijksbelastingdienst, bevoegd inzake douane.
C. Er wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. In de bijlage, onder B, behorende bij de Algemene douanewet vervalt: – Wet op de Geneesmiddelenvoorziening.
2. In de bijlage, onder B, behorende bij de Algemeen douanewet wordt in de alfabetische rangschikking ingevoegd: – Geneesmiddelenwet.
1. Indien het bij koninklijke boodschap van 29 oktober 2004 ingediende voorstel van wet tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met de buitengerechtelijke afdoening van strafbare feiten (Wet OM-afdoening) (Kamerstukken II 2004/05. 29 849) eerder in werking treedt dan deze wet, wordt deze wet als volgt gewijzigd:
A. Aan artikel X, onderdeel A, wordt na het derde lid een lid ingevoegd luidende:
3.a. In het eerste lid, onderdeel o, wordt na «Algemene wet inzake rijksbelastingen» ingevoegd: en artikel 10:15, eerste lid, van de Algemene douanewet.
B. Er wordt een artikel ingevoegd, luidende:
De Algemene douanewet wordt als volgt gewijzigd:
A.1. In artikel 9:14 wordt «het recht tot strafvervolging is vervallen ingevolge artikel 10:15 van deze wet of artikel 74 van het Wetboek van Strafrecht» vervangen door: een strafbeschikking is uitgevaardigd.
A.2. Artikel 10:15 komt te luiden:
1. Ten aanzien van bij deze wet of de daarop berustende bepalingen strafbaar gestelde feiten met betrekking tot welke het proces-verbaal niet overeenkomstig artikel 11:3, tweede lid, in handen van de officier van justitie is gesteld, kan in afwijking van de artikelen 257a en 257b van het Wetboek van Strafvordering, uitsluitend de inspecteur een strafbeschikking uitvaardigen. Bij regeling van Onze Minister van Financiën kunnen functionarissen worden aangewezen die deze bevoegdheid namens de inspecteur kunnen uitoefenen.
2. In deze strafbeschikking kan een geldboete worden opgelegd. Voorts kan deze strafbeschikking aanwijzingen bevatten waaraan de verdachte moet voldoen. De aanwijzingen kunnen inhouden:
a. afstand doen van voorwerpen die in beslag zijn genomen en vatbaar zijn voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer;
b. uitlevering, of voldoening aan de staat van de geschatte waarde, van voorwerpen die vatbaar zijn voor verbeurdverklaring;
c. voldoening aan de Staat van een geldbedrag gelijk aan of lager dan het geschatte voordeel – met inbegrip van besparing van kosten – door de verdachte verkregen door middel van of uit het strafbare feit;
d. het alsnog voldoen aan een uit de douanewetgeving voortvloeiende verplichting.
3. Een strafbeschikking waarin een geldboete wordt opgelegd van meer dan € 2000, wordt, in afwijking van artikel 257c, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, slechts uitgevaardigd indien de verdachte daaraan voorafgaand is gehoord.
4. Een geldboete wordt, in zoverre in afwijking van artikel 257g van het Wetboek van Strafvordering, ingevorderd op de wijze, voorzien in de Invorderingswet 1990. Daartoe wordt een afschrift van de strafbeschikking aan de ontvanger ter hand gesteld. De inspecteur of de aangewezen functionaris bepaalt voorts de termijn binnen welke aan de gegeven aanwijzingen moet zijn voldaan en zo nodig tevens de plaats waar zulks moet geschieden. De gestelde termijn kan voor de afloop daarvan eenmaal worden verlengd.
5. In afwijking van artikel 257h, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering verstrekt de inspecteur desgevraagd een afschrift van een strafbeschikking aan ieder ander dan de verdachte of zijn raadsman, tenzij verstrekking naar het oordeel van het bestuur ter bescherming van de belangen van degene ten aanzien van wie de strafbeschikking is uitgevaardigd of van de derden die in de strafbeschikking worden genoemd, geheel of gedeeltelijk dient te worden geweigerd. In het laatste geval kan de inspecteur een geanonimiseerd afschrift van de strafbeschikking verstrekken.
6. Indien binnen veertien dagen geen afschrift dan wel een geanonimiseerd afschrift wordt verstrekt, kan de verzoeker een klaagschrift indienen bij de inspecteur. Deze stelt het klaagschrift, de strafbeschikking en het proces-verbaal in handen van de officier van justitie, welke het klaagschrift en de processtukken onverwijld ter kennis brengt van de rechtbank, tenzij hij alsnog aan het verzoek tegemoetkomt. De procesdeelnemers zijn, in afwijking van artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van Strafvordering niet bevoegd van de inhoud van de processtukken kennis te nemen dan voorzover de rechtbank zulks toestaat.
7. Artikel 552ab van het Wetboek van Strafvordering is van overeenkomstige toepassing.
A.3. In artikel 11:3, tweede lid, laatste volzin, wordt na «vervolging» ingevoegd: of verdere vervolging door deze.
2. Indien het bij koninklijke boodschap van 29 oktober 2004 ingediende voorstel van wet tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met de buitengerechtelijke afdoening van strafbare feiten (Wet OM-afdoening) (Kamerstukken II 2004/05, 29 849) later in werking treedt dan deze wet, wordt die wet als volgt gewijzigd:
A. In artikel X, onderdeel A, wordt na «Algemene wet inzake rijksbelastingen» ingevoegd: en artikel 10:15, eerste lid, van de Algemene douanewet.
B. Na artikel X wordt een artikel ingevoegd, luidende:
De Algemene douanewet wordt als volgt gewijzigd:
A.1. In artikel 9:14 wordt de zinsnede na «het recht tot strafvervolging is vervallen ingevolge artikel 10:15 van deze wet of artikel 74 van het Wetboek van Strafrecht» vervangen door: een strafbeschikking is uitgevaardigd.
A.2. Artikel 10:15 komt te luiden:
1. Ten aanzien van bij deze wet of de daarop berustende bepalingen strafbaar gestelde feiten met betrekking tot welke het proces-verbaal niet overeenkomstig artikel 11:3, tweede lid, in handen van de officier van justitie is gesteld, kan in afwijking van de artikelen 257a en 257b van het Wetboek van Strafvordering, uitsluitend de inspecteur een strafbeschikking uitvaardigen. Bij regeling van Onze Minister van Financiën kunnen functionarissen worden aangewezen die deze bevoegdheid namens de inspecteur kunnen uitoefenen.
2. In deze strafbeschikking kan een geldboete worden opgelegd. Voorts kan deze strafbeschikking aanwijzingen bevatten waaraan de verdachte moet voldoen. De aanwijzingen kunnen inhouden:
a. afstand van voorwerpen die in beslag zijn genomen en vatbaar zijn voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer;
b. uitlevering, of voldoening aan de staat van de geschatte waarde, van voorwerpen die vatbaar zijn voor verbeurdverklaring;
c. voldoening aan de Staat van een geldbedrag gelijk aan of lager dan het geschatte voordeel – met inbegrip van besparing van kosten – door de verdachte verkregen door middel van of uit het strafbare feit;
d. het alsnog voldoen aan een uit de douanewetgeving voortvloeiende verplichting.
3. Een strafbeschikking waarin een geldboete wordt opgelegd van meer dan € 2000, wordt, in afwijking van artikel 257c, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, slechts uitgevaardigd indien de verdachte daaraan voorafgaand is gehoord.
4. Een geldboete wordt, in zoverre in afwijking van artikel 257g van het Wetboek van Strafvordering, ingevorderd op de wijze, voorzien in de Invorderingswet 1990. Daartoe wordt een afschrift van de strafbeschikking aan de ontvanger ter hand gesteld. De inspecteur of de aangewezen functionaris bepaalt voorts de termijn binnen welke aan de gegeven aanwijzingen moet zijn voldaan en zo nodig tevens de plaats waar zulks moet geschieden. De gestelde termijn kan voor de afloop daarvan eenmaal worden verlengd.
5. In afwijking van artikel 257h, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering verstrekt de inspecteur desgevraagd een afschrift van een strafbeschikking aan ieder ander dan de verdachte of zijn raadsman, tenzij verstrekking naar het oordeel van het bestuur ter bescherming van de belangen van degene ten aanzien van wie de strafbeschikking is uitgevaardigd of van de derden die in de strafbeschikking worden genoemd, geheel of gedeeltelijk dient te worden geweigerd. In het laatste geval kan de inspecteur een geanonimiseerd afschrift van de strafbeschikking verstrekken.
6. Indien binnen veertien dagen geen afschrift dan wel een geanonimiseerd afschrift wordt verstrekt, kan de verzoeker een klaagschrift indienen bij de inspecteur. Deze stelt het klaagschrift, de strafbeschikking en het proces-verbaal in handen van de officier van justitie, welke het klaagschrift en de processtukken onverwijld ter kennis brengt van de rechtbank, tenzij hij alsnog aan het verzoek tegemoetkomt. De procesdeelnemers zijn, in afwijking van artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van Strafvordering niet bevoegd van de inhoud van de processtukken kennis te nemen dan voorzover de rechtbank zulks toestaat.
7. Artikel 552ab van het Wetboek van Strafvordering is van overeenkomstige toepassing.
A.3. In artikel 11:3, tweede lid, derde volzin, wordt na «vervolging» ingevoegd: of verdere vervolging door deze.
C. In artikel XI wordt na «Algemene wet inzake rijksbelastingen» ingevoegd: , artikel 10:15 van de Algemene douanewet.
1. Indien het bij koninklijke boodschap van 20 juni 2005 ingediende voorstel van wet houdende regels over inbewaringneming en instelling van een vordering tot teruggave van cultuurgoederen afkomstig uit een tijdens een gewapend conflict bezet gebied (Wet tot teruggave cultuurgoederen afkomstig uit bezet gebied) (Kamerstukken II 2004/05, 30 165) tot wet wordt verheven en eerder in werking treedt dan deze wet, wordt deze wet als volgt gewijzigd:
A. Er wordt een artikel ingevoegd, luidende:
De Algemene douanewet wordt als volgt gewijzigd:
In de bijlage, onder B, wordt in de alfabetische rangschikking ingevoegd:
– Wet tot teruggave cultuurgoederen afkomstig uit bezet gebied.
B. Er wordt een artikel ingevoegd, luidende:
De Wet tot teruggave cultuurgoederen afkomstig uit bezet gebied wordt als volgt gewijzigd:
A. Artikel 8 komt te luiden:
Met het toezicht op de naleving van het bij deze wet bepaalde zijn belast de inspecteur, bedoeld in artikel 1, onder f, van de Wet tot behoud van cultuurbezit, en de ambtenaren, bedoeld in artikel 15, eerste lid, van die wet.
B. In artikel 9, eerste lid, wordt «De in artikel 8, onder a, bedoelde ambtenaren» vervangen door: De in artikel 8 bedoelde ambtenaren.
C. Artikel 10 vervalt.
2. Indien het bij koninklijke boodschap van 20 juni 2005 ingediende voorstel van wet houdende regels over inbewaringneming en instelling van een vordering tot teruggave van cultuurgoederen afkomstig uit een tijdens een gewapend conflict bezet gebied (Wet tot teruggave cultuurgoederen afkomstig uit bezet gebied) (Kamerstukken II 2004/05, 30 165) tot wet is of wordt verheven, en later in werking treedt dan deze wet, wordt die wet als volgt gewijzigd:
A. Artikel 8 komt te luiden:
Met het toezicht op de naleving van het bij deze wet bepaalde zijn belast de inspecteur, bedoeld in artikel 1, onder f, van de Wet tot behoud van cultuurbezit, en de ambtenaren, bedoeld in artikel 15, eerste lid, van die wet.
B. In artikel 9, eerste lid, wordt «De in artikel 8, onder a, bedoelde ambtenaren» vervangen door: De in artikel 8 bedoelde ambtenaren.
C. Artikel 10 vervalt.
D. Er wordt aan hoofdstuk 5 een artikel toegevoegd, luidende:
In de Algemene douanewet wordt in de bijlage in de alfabetische rangschikking ingevoegd:
– Wet tot teruggave cultuurgoederen afkomstig uit bezet gebied.
1. Indien het bij koninklijke boodschap van 27 juni 2005 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Warenwet teneinde een mogelijkheid op te nemen tot het stellen van hygiënevoorschriften bij het tatoeëren en het piercen en tot het houden van toezicht daarop, de werking van die wet uit te breiden tot eet- en drinkwaren die worden verhandeld op het continentaal plat, alsmede tot strafbaarstelling van artikel 27, derde lid, van die wet op grond van de Wet op de economische delicten (Kamerstukken II 2004/05, 30 173) tot wet wordt verheven en eerder in werking treedt dan deze wet, wordt aan artikel XXXV, onderdeel C, een lid toegevoegd, luidende:
3. Het vierde lid komt te luiden:
4. Bij de taakverdeling, bedoeld in het derde lid, kan tevens worden bepaald op welke wijze het toezicht dan wel de douanecontrole wordt uitgeoefend. De wijze waarop het toezicht dan wel de douanecontrole wordt uitgeoefend kan inhouden dat de toezichthouder onderscheidenlijk de inspecteur, bedoeld in artikel 1:3, eerste lid, onderdeel c, van de Algemene douanewet, op door Onze Minister vast te stellen tijdstippen en in door hem vast te stellen gevallen, onderzoek doet naar de naleving van de bij of krachtens deze wet gestelde regels en in daarbij aan te geven gevallen rapporteert aan door Onze Minister aan te wijzen personen of instanties.
2. Indien het bij koninklijke boodschap van 27 juni 2005 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Warenwet teneinde een mogelijkheid op te nemen tot het stellen van hygiënevoorschriften bij het tatoeëren en het piercen en tot het houden van toezicht daarop, de werking van die wet uit te breiden tot eet- en drinkwaren die worden verhandeld op het continentaal plat, alsmede tot strafbaarstelling van artikel 27, derde lid, van die wet op grond van de Wet op de economische delicten (Kamerstukken II 2004/05, 30 173) tot wet is of wordt verheven en later in werking treedt dan deze wet, komt het in artikel I, onderdeel D, van die wet voorgestelde artikel 25, vierde lid, van de Warenwet te luiden:
4. Bij de taakverdeling, bedoeld in het derde lid, kan tevens worden bepaald op welke wijze het toezicht dan wel de douanecontrole wordt uitgeoefend. De wijze waarop het toezicht dan wel de douanecontrole wordt uitgeoefend kan inhouden dat de toezichthouder onderscheidenlijk de inspecteur, bedoeld in de Algemene douanewet, op door Onze Minister vast te stellen tijdstippen en in door hem vast te stellen gevallen, onderzoek doet naar de naleving van de bij of krachtens deze wet gestelde regels en in daarbij aan te geven gevallen rapporteert aan door Onze Minister aan te wijzen personen of instanties.
De navolgende wetten worden ingetrokken:
a. de Statistiekwet 1950;
b. de In- en uitvoerwet;
c. de Douanewet.
De bij artikel XLVI van deze wet ingetrokken wetten, de bij deze wet gewijzigde wetten alsmede de daarop berustende bepalingen blijven – met inbegrip van bepalingen van overgangsrecht – van toepassing zoals zij golden voor de inwerkingtreding van deze wet voor zover zij betrekking hebben op:
a. de heffing van belastingen, invoerrechten, rechten bij invoer en rechten bij uitvoer waarvan de feiten die aanleiding geven tot het ontstaan van de verschuldigdheid van die belastingen, invoerrechten, rechten bij invoer dan wel rechten bij uitvoer zich hebben voorgedaan vóór de dag van de inwerkingtreding van deze wet;
b. strafbare feiten en feiten die aanleiding kunnen zijn tot het opleggen van een bestuurlijke boete welke zich hebben voorgedaan vóór de dag van de inwerkingtreding van deze wet.
1. Beschikkingen die zijn genomen op grond van bepalingen bij of krachtens de Douanewet worden tot wederopzegging, doch uiterlijk tot en met de laatste dag van het tijdvak van twaalf maanden dat ingaat op de dag van de inwerkingtreding van deze wet, aangemerkt als te zijn genomen op grond van de bepalingen bij of krachtens de Algemene douanewet.
2. Bij ministeriële regeling kunnen nadere overgangsbepalingen worden vastgesteld in verband met de inwerkingtreding van de Algemene douanewet.
1. Het bepaalde bij of krachtens de In- en uitvoerwet blijft van kracht voor zover het geen goederen als bedoeld in artikel 1:3, eerste lid, onderdeel e, van de Algemene douanewet betreft.
2. Dit artikel vervalt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Deze wet wordt aangehaald als: Aanpassingswet Algemene douanewet.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Financiën,
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-30979-2.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.