30 977 AIVD

Nr. 146 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 oktober 2016

De Leden Tellegen en Recourt hebben bij het VAO IVD-aangelegenheden van 8 maart jl. (Handelingen II 2015/16, nr. 61, item 33) een motie ingediend (AO d.d. 17/02, Kamerstuk 30 977, nr. 144) waarin zij vragen zodra duidelijk is dat de nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten niet voor 1 januari 2017 in werking zal treden, gemotiveerd in een brief aan de Tweede Kamer aan te geven of de regering voornemens is de tijdelijke regeling inzake de toetsing van lasten aangaande verschoningsgerechtigden van AIVD en MIVD voorafgaand aan de uitvoering van de last, te handhaven of voornemens is dit in aparte wetgeving vorm te geven (Kamerstuk 30 977, nr. 141).

Via deze brief informeer ik uw Kamer, mede namens de Minister van Defensie, dat nu de aanbieding van de nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Kamerstuk 34 588) met daarin een voorstel voor een nieuwe procedure een feit is, de regering voornemens is om de tijdelijke regeling inzake de toetsing van lasten aangaande verschoningsgerechtigden van AIVD en MIVD voorafgaand aan de uitvoering van de last, tot die tijd te handhaven met het oog op de terughoudende toepassing ervan.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

Naar boven