30 975 (R1821)
Wijziging van de Rijksoctrooiwet 1995 en enige andere wetten naar aanleiding van de evaluatie van de Rijksoctrooiwet 1995 van 2006 (Evaluatie 2006 Rijksoctrooiwet 1995)

nr. 12
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 april 2008

Hierbij wil ik u informeren over de wijze waarop ik uitvoering geef aan de motie Aptroot.1 Deze motie is bij de behandeling van«Wijziging van de Rijksoctrooiwet 1995 en enige andere wetten naar aanleiding van de evaluatie van de Rijksoctrooiwet 1995 van 2006» op 26 juni 2007 ingediend en strekt ertoe om het MKB goed te informeren over de wijzigingen van het Rijksoctrooisysteem die het systeem eenvoudiger en goedkoper maken. Graag maak ik van de gelegenheid gebruik om u tevens te informeren omtrent de inwerkingtreding van de wijzigingen van de Rijksoctrooiwet 1995 en de inwerkingtreding van het Vertalingenprotocol.

Algemeen

Nationale en internationale octrooisystemen hebben slechts bestaansrecht als ze bijdragen aan innovatie en daardoor aan economische groei. Een octrooisysteem is immers bedoeld om de ontwikkeling en openbaarmaking van kennis te stimuleren. Dat moet zo efficiënt mogelijk gebeuren. De Rijksoctrooiwet 1995 beoogt een snel en laagdrempelig nationaal octrooisysteem te zijn. Toch waren er ontevreden signalen uit het veld, m.n. van het midden- en klein bedrijf. Om meer inzicht te krijgen in de precieze knelpunten is het octrooisysteem in 2005 geëvalueerd. Bij deze evaluatie zijn enkele knelpunten gesignaleerd zoals rechtsonzekerheid, te hoge kosten en onvoldoende octrooibewustzijn van het midden- en klein bedrijf. Deze evaluatie heeft geresulteerd in de beleidsvisie Octrooibeleid en MKB met daarin voorstellen om het Rijksoctrooisysteem te verbeteren en eenvoudiger te maken voor het midden- en klein bedrijf. Deze Beleidsvisie heeft uw kamer op 28 juni 2006 ontvangen. De in de Beleidsvisie aangekondigde voorstellen hebben geleid tot het wijzigen van het Rijksoctrooisysteem. De wijzigingen houden onder meer in dat het zesjarig octrooi zal vervallen en – met het oog op het terugdringen van de vertaalkosten – mogen octrooiaanvragen voortaan ook in het Engels ingediend worden, weliswaar met Nederlandstalige conclusies. De Nederlandstalige conclusies zijn ervoor bedoeld om het kennisnemen van de inhoud van octrooien makkelijker te maken. Voorts zullen de instandhoudingstaksen een jaar eerder, te weten 3 jaar na indiening van het octrooi, worden geheven en de rol van Octrooicentrum Nederland wordt versterkt in adviesprocedures in die zin dat Octrooicentrum Nederland voortaan ook zelfstandig het resultaat van het onderzoek naar de stand van de techniek kan betrekken in zijn advies. Het voorstel is op 3 juli 2007 aangenomen door uw Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 6 november 2007 aanvaard. De wet is opgenomen in Staatsblad 2007, 479.

Invulling Motie Aptroot

Vanuit de gedachte van de motie Aptroot – het informeren van het MKB over het goedkoper en eenvoudiger worden van het Rijksoctrooisysteem – is gezocht naar een geschikte datum om de vernieuwingen in te laten gaan. Ik ben uitgekomen op 5 juni a.s. gelijktijdig met het evenement Kansrijk. Het doel van Kansrijk is het bieden van een platform voor het innovatieve MKB, kennisinstellingen en overheid om innovatie en duurzame economische groei te versterken. Octrooien spelen een belangrijke rol binnen het innovatieproces. In het kader van het zichtbaar maken van relevante ontwikkelingen is de wijziging van het Rijksoctrooisysteem van direct belang voor de aanwezige doelgroep, namelijk het innovatieve MKB. Om die reden is het evenement Kansrijk een geschikte gelegenheid om de wijzigingen van het vernieuwde Rijksoctrooisysteem over het voetlicht te brengen. Na Kansrijk zal Octrooicentrum Nederland de maand juni verder gebruiken om bekendheid te geven aan het vernieuwde Rijksoctrooisysteem. De maand juni komt daarmee in het teken van het Intellectuele Eigendom te staan en zal worden aangeduid als JunIE.

Om een zo groot mogelijk publiek te bereiken zal Octrooicentrum Nederland een breed scala aan voorlichtingsactiviteiten organiseren op diverse locaties, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen doelgroep en kennisniveau. Octrooicentrum Nederland werkt hierin samen met SenterNovem en Syntens. Voor een gedetailleerd overzicht van de voorgestane voorlichtingsactiviteiten verwijs ik u naar de bijlage1.

Daarnaast zullen de vernieuwingen aangaande het Rijksoctrooisysteem geïncorporeerd worden in de bestaande voorlichtingactiviteiten. In het kader van permanente voorlichting is de website van OCNL een belangrijk medium. Het is het portaal waarop gebruikers de ontwikkelingen op het terrein van Intellectueel Eigendom kunnen raadplegen en bijhouden. Op het moment is de nodige informatie te vinden over de vernieuwingen aangaande het Rijksoctrooisysteem. De vernieuwingen zijn ook verwerkt in de traditionele informatiebronnen zoals folders, brochures en flyers die worden verspreid tijdens de diverse voorlichtingsactiviteiten.

Ten overvloede merk ik op dat tijdens de kamerbehandeling van de wijzigingen van de Rijksoctrooiwet 1995 ook een motie is ingediend houdende het toepasbaar maken van de voucherregeling voor octrooikosten2. De uitwerking van deze motie is geïmplementeerd in de innovatieregeling 2008 die op 18 maart jl. is gepubliceerd in de Staatscourant. Ik heb uw Kamer hierover op 18 maart jl. geïnformeerd3.

Tot slot wijs ik u erop dat op 1 mei a.s. het Vertalingenprotocol inwerking zal treden.

Het vertalingenprotocol is op 17 oktober 2000 te Londen tot stand gekomen met als doel om een vermindering van de kosten van het verkrijgen van een Europees octrooi te bewerkstelligen door een beperking van de vertaaleisen. Voor Nederland komt dit er op neer dat voor Europees verleende octrooien die in Nederland van kracht worden niet langer de eis wordt gesteld een volledige Nederlandse vertaling te overleggen, indien het octrooischrift in de Engelse taal is gesteld. De conclusies moeten wel in het Nederlands worden vertaald. De inwerkingtreding van het Vertalingenprotocol heeft geruime tijd afgehangen van bekrachtiging door Frankrijk. Tijdens de kamerbehandeling was het nog onzeker wanneer Frankrijk tot bekrachtiging zal overgaan, maar eind vorig jaar heeft Frankrijk eindelijk het Vertalingenprotocol bekrachtigd met als gevolg dat het Vertalingenprotocol ook in Nederland op 1 mei 2008 inwerking kan treden.

De minister van Economische Zaken,

M. J. A. van der Hoeven


XNoot
1

Tweede Kamer, vergaderjaar 2006–207, 30 975 (R 1821), nr. 8.

XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

XNoot
2

Tweede Kamer, vergaderjaar 2006–207, 30 975 (R 1821), nr. 10.

XNoot
3

Tweede Kamer, vergaderjaar 2007–2008, 31 200 XIII, nr. 50.

Naar boven