30 973
Wijziging van de Wet op de uitoefening van de diergeneeskunde 1990 (verhoging maximaal bedrag tuchtrechtelijke boete en wijziging samenstellingseisen van tuchtcolleges ter zitting)

nr. 4
VERSLAG

Vastgesteld 29 maart 2007

De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, brengt als volgt verslag uit van haar bevindingen. Onder het voorbehoud dat de indieners de gestelde vragen afdoende beantwoorden, acht de commissie de schriftelijke behandeling van dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.

1. Inleiding

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de voorliggende wetswijziging. Deze leden kunnen zich vinden in zowel het verhogen van de maximale boete alsook de versoepeling van de samenstellingseisen.

De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel. Het uitoefenen van diergeneeskunde moet met grote zorg gebeuren. Het tuchtrechtelijk regime speelt daarbij een onmisbare rol. De signalen uit het veld dat aanpassing van de wet nodig is, moeten dan ook gehoor krijgen.

De leden van de PVV-fractie kunnen zich vinden in het wetsvoorstel.

2. Tuchtrechtelijke boete

De leden van de PvdA-fractie zien net als de regering de noodzaak om het maximumbedrag dat veterinaire tuchtcolleges kunnen opleggen te verhogen. Deze leden vinden het onacceptabel dat er blijkbaar gevallen zijn waarin de uitoefening van diergeneeskundige handelingen ondergeschikt is gemaakt aan economisch gewin. Kan een overzicht gegeven worden in hoeveel gevallen veterinaire tuchtcolleges de afgelopen vijf jaar sancties hebben opgelegd en om welke sancties het gaat? Is er sprake van recidive? Kan toegelicht worden hoe de handhaving is georganiseerd?

3. Versoepeling voorschriften samenstelling colleges ter zitting

In de Memorie van Toelichting van het wetsvoorstel wordt gesteld dat tuchtcolleges, na wijziging van deze wet, niet willekeurig elke andere samenstelling kunnen kiezen. De leden van de CDA-fractie willen graag weten of een tuchtcollege bij zijn samenstelling rekening dient te houden met de specifieke kennis en ervaring van een dierenarts. Is het een tuchtcollege toegestaan hierin onderscheid te maken?

De leden van de PvdA-fractie vragen de regering om een overzicht van het aantal vergunde kastreurs.

4. Meldplicht dierenmishandeling

De leden van de PvdA-fractie vinden het noodzakelijk om dierenmishandeling sterk te kunnen bestraffen, aangezien wreedheden tegen dieren zeer ernstig zijn en de risico’s op herhaling groot. Een dierenarts kan in de aanpak van dierenmishandeling een grote rol spelen. Niet alleen moeten (moedwillige) overtredingen door dierenartsen zelf sterk bestraft worden. De leden van de PvdA-fractie vragen de regering of dierenartsen meer ingezet kunnen worden in de aanpak en opsporing van dierenmishandeling. Hoe kijkt de regering aan tegen een verplichte melding door dierenartsen bij constatering van of een vermoeden van dierenmishandeling? Hoe kijkt de regering aan tegen het instellen van een vertrouwenscommissie waar dierenartsen melding van een constatering of vermoeden van dierenmishandeling kunnen doen?

Voor zware vergrijpen betreffende dierenmishandeling of het moedwillig in gevaar brengen van de volksgezondheid door directe of indirecte beïnvloeding van de diergezondheid cq humane gezondheid, pleiten de leden van de PVV-fractie voor minimale gevangenisstraffen. Hoe staat de regering tegenover het invoeren van een minimumstrafmaat hiervoor?

De fungerend voorzitter van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Schreijer-Pierik

De adjunct griffier van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Berenschot


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van der Vlies (SGP), fng. ondervoorzitter, Schreijer-Pierik (CDA), fng. voorzitter, Atsma (CDA), Van Gent (GL), Poppe (SP), Waalkens (PvdA), Snijder-Hazelhoff (VVD), Jager (CDA), Ormel (CDA), Koopmans (CDA), Van der Ham (D66), Van Velzen (SP), De Krom (VVD), Samsom (PvdA), Roefs (PvdA), Neppérus (VVD), Jansen (SP), Jacobi (PvdA), Cramer (CU), Koppejan (CDA), Graus (PVV), Vermeij (PvdA), Zijlstra (VVD), Thieme (PvdD) en Polderman (SP).

Plv. leden: Van der Staaij (SGP), Mastwijk (CDA), Ten Hoopen (CDA), Duyvendak (GL), Luijben (SP), Tang (PvdA), Boekestijn (VVD), Bilder (CDA), Biskop (CDA), Vacature (CDA), Koşer Kaya (D66), Van Leeuwen (SP), Dezentjé Hamming (VVD), Eijsink (PvdA), Depla (PvdA), Van Baalen (VVD), Kant (SP), Blom (PvdA), Ortega-Martijn (CU), Vacature (CDA), Agema (PVV), Kuiken (PvdA), Ten Broeke (VVD), Ouwehand (PvdD) en Lempens (SP).

Naar boven