nr. 17
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 mei 2007
Tijdens de plenaire behandeling van het wetsvoorstel tot wijziging van
onder meer de Wet studiefinanciering 2000 (kamerstukken 30 971) is gesproken
over de levering van inkomensgegevens door de Belastingdienst aan de IB-Groep
met het oog op de vaststelling van de aanvullende beurs van studenten. Er
zullen altijd situaties blijven waarin de student een aanvullende beurs aanvraagt,
maar deze vanwege het ontbreken van gegevens over het inkomen van één
of beide ouders niet tijdig kan worden toegekend.
Uw Kamer heeft in het debat aandacht gevraagd voor de positie van studenten
die, ter overbrugging van de periode die ligt tussen de maand waarvoor de
aanvullende beurs is aangevraagd en het moment waarop deze uiteindelijk wordt
toegekend, een lening aangaan bij de IB-Groep. Een lening waarover de student
rente is verschuldigd.
Ik heb daarop geantwoord dat de rente wordt kwijtgescholden als de aanvullende
beurs alsnog wordt toegekend. Dat is het geval als de student zijn leenruimte
maximaal benut. Het automatisch systeem van de IB-Groep zet de aangegane lening
dan om in prestatiebeurs voor een bedrag ter grootte van de alsnog toegekende
aanvullende beurs. De rente op de lening wordt dan vervangen door rente op
de prestatiebeurs. Als de student zijn prestatie levert, wordt de prestatiebeurs
omgezet in een gift en wordt de rente kwijtgescholden.
Een uitzondering hierop ontstaat overigens wel als de student niet de
maximale leenruimte benut heeft. Nadere informatie van de IB-Groep leert dat
wanneer in dat geval de aanvullende beurs alsnog wordt toegekend, deze niet
gebruikt wordt om de aangegane lening om te zetten in prestatiebeurs. Dat
gebeurt niet omdat voor de IB-Groep niet duidelijk is in hoeverre
de student een «gewone» lening wilde aangaan, dan wel een aanvullende
lening ter vervanging van de aanvullende beurs.
In deze situatie wordt de alsnog toegekende aanvullende beurs aan de student
in één keer uitbetaald.
Indien de student deze uitbetaling wil benutten om de lening ongedaan
te maken, kan hij het ontvangen bedrag terugstorten aan de IB-Groep. Dit heeft
echter niet tot gevolg dat de rente die is opgebouwd tijdens de periode dat
de lening heeft uitgestaan, wordt kwijtgescholden. Ter illustratie: de rente
over een lening ter grootte van de maximale aanvullende beurs gedurende een
periode van een half jaar bedraagt ongeveer 15 euro.
Het lid Leijten van uw Kamer heeft vervolgens het amendement op stuk nr.
16 voorgesteld.
Ik begrijp de strekking van het amendement als volgt. Op het moment dat
de aanvullende beurs alsnog wordt toegekend, wordt deze altijd gebruikt om
de door de student aangegane lening om te zetten in prestatiebeurs.
Ik ben het met de indiener van het amendement eens dat het een ongewenste
situatie is dat de student met de rentekosten blijft zitten als hij besluit
de alsnog toegekende aanvullende beurs geheel of gedeeltelijk terug te storten
aan de IB-Groep. In dat geval zou de student de opgebouwde rente over de alsdan
afgeloste lening kwijtgescholden moeten worden. Het is dan immers aannemelijk
dat hij de lening is aangegaan in afwachting en ter vervanging van de te laat
toegekende aanvullende beurs.
Ik ben het niet met de indiener van het amendement eens dat altijd de
alsnog toegekende en uitbetaalde aanvullende beurs moet worden benut om de
aangegane lening om te zetten in prestatiebeurs. Voorzover de student daarmee
niet het wettelijke maximale maandbudget overschrijdt, zou hij er ook voor
moeten kunnen kiezen de aangegane lening te behouden.
Het automatisch toekennen van de rentekosten vergt een ingrijpende wijziging
van het geautomatiseerde systeem van de IB-Groep. Het is niet mogelijk deze
wijziging op korte termijn te realiseren.
Ik zal het gesignaleerde probleem nu als volgt oplossen. De IB-Groep zal
op verzoek studenten die hun alsnog uitbetaalde aanvullende beurs gebruiken
om de aangegane lening af te lossen, de opgebouwde rente kwijtschelden. Uiteraard
zal ik er voor zorgdragen dat studenten hierover goed worden voorgelicht en
dat het doen van het verzoek zoveel mogelijk wordt gefaciliteerd. Ik heb de
IB-Groep verzocht hier zo snel mogelijk uitvoering aan te geven.
Voor de langere termijn zal ik in overleg met de IB-Groep bezien hoe de
rente zonder verzoek van de student kan worden vergoed.
Gelet op het voorgaande ontraad ik het amendement op stuk nr. 16. Ik ben
van mening dat ik met de geboden oplossing voldoende aan de geest van het
amendement tegemoet kom.
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
R. H. A. Plasterk