30 971
Wijziging van onder meer de Wet studiefinanciering 2000 in verband met onder meer de uitvoerbaarheid van die wet en de invoering van een kopopleiding in het hoger onderwijs, alsmede van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met onder meer Associate-degreeprogramma’s en masteropleidingen op het gebied van het hoger onderwijs

nr. 15
MOTIE VAN HET LID BESSELINK C.S.

Voorgesteld 15 mei 2007

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat er op korte termijn vooral in het voortgezet onderwijs een tekort aan leraren zal ontstaan;

overwegende, dat er voor leraren weinig tot geen mogelijkheden zijn om binnen het beroep leraar carrière te maken zonder daarvoor in managementtaken terecht te komen;

voorts overwegende, dat het wenselijk is dat er meer eerstegraadsdocenten voor de klas komen te staan;

constaterende, dat het voorliggende wetsvoorstel niet voorziet in een opleidingskans voor leraren die het diploma tweedegraadsdocent al enige tijd in hun bezit hebben en die al ervaring hebben als tweedegraadsdocent;

overwegende, dat de commissie-Rinnooy Kan onderzoek doet naar verbetering van de positie van de leraar en dat zij daarbij arbeidsvoorwaarden, carrièreperspectief, scholingsmogelijkheden en beloning betrekt;

voorts overwegende, dat de commissie-Rinnooy Kan in september/oktober 2007 met haar eindrapport komt;

verzoekt de minister voor tweedegraadsdocenten die al enige tijd in het bezit zijn van hun diploma, de mogelijkheden te verbeteren om zich bij te laten scholen tot eerstegraadsdocent, ook als de werkgever dit niet mee wil bekostigen;

verzoekt de minister tevens deze voorstellen met voorrang te behandelen en in concrete maatregelen aan de Kamer voor te leggen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Besselink

Jan Jacob van Dijk

Zijlstra

Leijten

Naar boven