30 958
Wijziging van de Wet milieubeheer, de Wet energiebesparing toestellen en de Wet op de economische delicten ten behoeve van de implementatie van richtlijn nr. 2005/32/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 6 juli 2005 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het vaststellen van eisen inzake ecologisch ontwerp voor energieverbruikende producten en tot wijziging van richtlijn 92/42/EEG van de Raad en de richtlijnen 96/57/EG en 2000/55/EG van het Europees Parlement en de Raad (Implementatiewet EG-richtlijn ecologisch ontwerp energieverbruikende producten)

nr. 4
ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT1

Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad van State d.d. 22 december 2006 en het nader rapport d.d. 5 februari 2007, aangeboden aan de Koningin door de staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. Het advies van de Raad van State is cursief afgedrukt.

Bij Kabinetsmissive van 28 november 2006, no.06 004307, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet houdende wijziging van de Wet milieubeheer, de Wet energiebesparing toestellen en de Wet op de economische delicten ten behoeve van de implementatie van richtlijn nr. 2005/32/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 6 juli 2005 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het vaststellen van eisen inzake ecologisch ontwerp voor energieverbruikende producten en tot wijziging van richtlijn 92/42/EEG van de Raad en de richtlijnen 96/57/EG en 2000/55/EG van het Europees Parlement en de Raad (Implementatiewet EG-richtlijn ecologisch ontwerp energieverbruikende producten), met memorie van toelichting. De Raad van State onderschrijft de strekking van het wetsvoorstel, maar maakt een opmerking over de algemene delegatiebepaling. Hij is van oordeel dat in verband daarmee enige aanpassing van het voorstel wenselijk is.

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 28 november 2006, nr. 06.004307, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen.

Dit advies, gedateerd 22 december 2006, nr. W08.06.0519/V, bied ik U hierbij aan.

De Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat met de opmerkingen van de Raad rekening zal zijn gehouden.

Hieronder ga ik in op het advies van de Raad van State.

1. In het voorgestelde artikel 9.4.9 van de Wet milieubeheer wordt bepaald dat bij of krachtens algemene maatregel van bestuur voorschriften kunnen worden gegeven «met het oog op voor Nederland verbindende internationale verplichtingen die samenhangen met onderwerpen waarin bij of krachtens deze titel is voorzien, en die in het belang zijn van een doelmatig gebruik van energie of een verhoging van het niveau van bescherming van het milieu betreffen». In de toelichting bij deze bepaling wordt gewezen op de omstandigheid dat de concrete uitvoeringsmaatregelen die de Europese Commissie op grond van richtlijn 2005/32 EG zal vaststellen voor verschillende categorieën energieverbruikende producten nog niet bekend zijn. Artikel 9.4.9 biedt dan ook de mogelijkheid «niet voorziene problemen die ontstaan bij de implementatie van een uitvoeringsmaatregel zonder het risico van te late implementatie van die maatregel» op te lossen.1

De Raad wijst erop met deze toelichting de noodzaak van de in artikel 9.4.9 neergelegde delegatiebevoegdheid nog niet is aangetoond. In titel 9.4 is reeds voorzien in implementatie van de komende Uitvoeringsmaatregelen, hoofdzakelijk door middel van verwijzing naar die maatregelen.2 Daarbij is tevens voorzien in bepaalde, op het onderwerp afgestemde mogelijkheden om zonodig en op verschillend niveau nationale regels te stellen.3

Daar komt bij dat indien noodzaak van delegatie al kan worden aangetoond, de delegatie van regelgevende bevoegdheden zo nauwkeurig mogelijk moet worden begrensd.4

Gelet op het voorgaand adviseert de Raad artikel 9.4.9 te laten vervallen.

1. Het advies van de Raad is gevolgd. Weliswaar is er nog enige mate van onzekerheid omtrent de inhoud en de vorm van de uitvoeringsmaatregelen, maar ik ben het met de Raad eens dat de voorgestelde overige artikelen van titel 9.4, met name artikel 9.4.4, voldoende mogelijkheden lijken te bieden om zonodig en op verschillend niveau nationale regels te stellen. Als er desalniettemin toch meer geregeld zou moeten worden dan het voorgestelde artikel 9.4.4 mogelijk maakt, dan is een begrenzing van die delegatie niet goed aan te geven.

2. Voor redactionele kanttekeningen verwijst de Raad naar de bij het advies behorende bijlage.

2. De redactionele kanttekeningen van de Raad van State zijn vrijwel geheel overgenomen.

De tweede kanttekening is in zoverre niet gevolgd dat, in plaats van de door de Raad voorgestelde term «verbruikers», de term «gebruikers» in artikel 9.4.4 is opgenomen, in lijn met de in de voorgestelde artikelen 9.4.1, eerste lid, in de begripsomschrijvingen van componenten en subeenheden en van energieverbruikend product, en in 9.4.7, eerste lid, gebezigde term.

De vierde redactionele opmerking heeft ertoe geleid dat aan het nieuwe artikel V ook nog een tweede en derde lid zijn toegevoegd. Het tweede lid strekt ertoe, dat de in het wetsvoorstel REACH voorgestelde titels 9.2 en 9.3 hun juiste plek in hoofdstuk 9 krijgen, voor het geval dat wetsvoorstel na tot wet te zijn verheven later in werking treedt dan dit wetsvoorstel. Het derde lid strekt ertoe in dat geval te bewerkstelligen dat de vernummering van de leden van artikel 18.2b van de Wet milieubeheer correct plaatsvindt.

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om in artikel I, onderdeel A, in artikel 9.4.2 de zinsnede «met betrekking tot het afgeven van verklaringen en het beschikbaar stellen van technische documentatie» te schrappen. Opneming van deze zinsnede zou namelijk een onbedoelde beperking hebben betekend van de definitie van gevolmachtigde in artikel 2, onder 7, van de richtlijn.

Verder is van de gelegenheid gebruik gemaakt om in de memorie van toelichting enkele passages te actualiseren en om daarin en in de transponeringstabel enkele redactionele onvolkomenheden weg te nemen.

De Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.

De Vice-President van de Raad van State,

H. D. Tjeenk Willink

Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.

De staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

P. L. B. A. van Geel

Bijlage bij het advies van de Raad van State betreffende no. W08.06.0519/V met redactionele kanttekeningen die de Raad in overweging geeft.

– In de aanhef van artikel 9.4.1, eerste lid, Wet milieubeheer de woorden «Voor de toepassing van» vervangen door: In (aanwijzing 123 van de Aanwijzingen voor de regelgeving (Ar)).

– In artikel 9.4.4, eerste lid, na «informatie» toevoegen: aan de verbruikers, in overeenstemming met artikel 14 van de richtlijn.

– Artikel 9.4.7, tweede lid, beknopter formuleren (aanwijzing 52 Ar).

– In onderdeel B van artikel I uitgaan van de huidige tekst van de Wet milieubeheer en zonodig aanvullen met een bepaling voor het geval wetsvoorstel REACH eerder in werking treedt.

– Artikel IV splitsen in twee leden met het oog op de leesbaarheid (aanwijzing 52 Ar).


XNoot
1

De oorspronkelijke tekst van het voorstel van wet en van de memorie van toelichting zoals voorgelegd aan de Raad van State is ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

XNoot
1

Memorie van toelichting bij artikel 9.4.9.

XNoot
2

Artikelen 9.4.4, tweede lid; 9.4.5, eerste lid, en 9.4.7, tweede lid.

XNoot
3

Artikel 9.4.4.

XNoot
4

W03.04.0024/I (advies van de Raad van 8 april 2004, over de wenselijkheid van bijzondere bepalingen voor tijdige implementatie van Europese richtlijnen) en aanwijzing 25 van de Aanwijzingen voor de regelgeving.

Naar boven